Samenvatting: Thema 1A2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Thema 1A2
-
1 Week 7
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn twee functies van bloed?
Afweerfunctie: bloedstolling en immuniteit
Transportfunctie: voedings- afvalstoffen, gassen, signaalstoffen en warmte --> thermoregulatie -
Wat is homeostase en hoe wordt dit mogelijk gemaakt?
Homeostase: het constant en optimaal houden van het milieu interieur.
Dat wordt mogelijk gemaakt door regelkringen met positieve en negatieve feedback.
Pos.: product heeft een stimulerende werking op zijn eigen regelkring
neg.: komt voor als waarden constant moeten blijven -
Welke drie soorten verhoudingen tussen warmteproductie en warmteafgifte onderscheiden we?
Constante temperatuur: Warmteproductie is gelijk aan warmteafgifte
Hyperthermie: warmteproductie overtreft warmteafgifte
Hypothermie: warmteafgifte overtreft warmteproductie (temp. Is kleiner dan 35 graden)
Normale rectale lichaamstemperatuur is 36,8. Lager in de ochtend, hoger in de namiddag -
De vier mechanismen van warmteafgifte?
Straling (radiatie): met voorwerpen op afstand
Geleiding (conductie) door contact met stilstaand medium
Stroming (convectie) door contact met een bewegend medium
Verdamping (evaporatie) onttrekken van warmte via vocht (zweten)
Alleen evaporatie functioneert nog wanneer de omgevingstemperatuur hoger is dan de lichaamstemperatuur -
Hoe wordt de warmteafgifte gereguleerd?
Door het autonome zenuwstelsel
1. Activatie van cholinergesympatische (postganglionaire) huidvezels leidt tot zweten
2. Activatie vanadrenerge sympathische vezels door (nor)adrenaline leidt in de huid tot vasoconstrictieSympaticus kan ook lokaal leiden totvasodilatatie , maar hoe is niet duidelijk -
Welke twee soorten thermosensoren onderscheiden we?
Centrale sensoren (neuronen gevoelig voor T) in de area preoptica in de hypothalamus. Deze gaan harder vuren als het warmer wordt en langzamer als het kouder wordt.
Perifeer zijn er zowel koude- alswarmtesensoren . Deze bevattentemperatuurgevoelige ionkanalen . Koud bijv.TRPM8 (gevoeldig voor kou en menthol) en warmteTRPM2 (gevoelig voor warmte encapsaïcine ) -
Hoe werkt een perifere koudereceptor?
Deze receptoren hebben zowel een tonische als een fasische respons.
Fasisch: als de temperatuur verandert
Tonisch: de vuurfrequentie bij gelijkblijvende temperatuur
Bij een bepaalde T vuurt de receptor met bijv. 9 Hz. Als de T stapsgewijs daalt neemt de fasische respons toe tot er een nieuwe vaste T is bereikt waarbij de tonische respons is veranderd naar bijv 6 Hz
Dus tussen temperatuurveranderingen fasisch. Gestabiliseerde T tonisch -
Wat zijn vier mechanismen tbv warmteproductie?
Verhoogde spiertonus (gamma lus via formatio reticularis in hersenstam)
Rillen en klappertanden
Willekeurige bewegingen
Verbranden van bruin vetweefsel (sympathische activatie)
Minder bloed naar de huid -
Hoe zorgt een spier voor warmteproductie?
Via conductie: warmte van de spier naar de huid
Via convectie: Warmte met bloed mee afvoeren voor opwarming kerntemperatuur -
Hoe wordt bruin vetweefsel geactiveerd en waar vinden we het?
Staat onder invloed van het orthosympathsiche syteem mbv beta 3 adrenerge receptoren.
Vinden het:
- Nek
-Supraclaviculair
-Paravertebraal (sympatische gangla)
-Suprarenaal
-Mediastinum
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Thema 1A2
-
Bloed en bloedcellen
-
Anatomie borstwand en longen
-
Anatomie tractus circulatorius
-
Vaattonusregulatie
-
Embryologie: hart en vaatstelsel
-
Anatomie bovenbuik
-
Embryologie: maagdarmstelsel
-
Vertering en opname
-
Maagzuur: waarom?
-
Anatomie onderbuik
-
Darmmotoriek
-
Visceraal coördinatiesysteem
-
Anatomie urogenitaalstelsel