Samenvatting: Thema 3
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Thema 3
-
3.1.1 Visuele perceptie
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Vul de lege velden in - schematische weergave van het visuele systeem van de ogen naar de visuele cortex
- Optisch chiasma
- Oogzenuw
- LGN
- V1
- Optisch chiasma
-
Welke baan hoort bij de nummers en licht deze banen toe
- Dorsale baan
- Ventrale baan
- De dorsale baan gaat van de primaire visuele cortex (V1), de secundaire visuele gebieden (V2 en V3) via een gebied voor bewegingswaarneming (V5/MT) naar de pariëtaalkwab
- Deze baan wordt de waar/hoe-baan genoemd omdat hij betrokken is bij locatie, beweging en actie
- De ventrale baan gaat van de primaire visuele cortex (V1), naar de secundaire visuele gebieden (V2 en V3) via V4 naar de inferotemporale kwab
- Deze baan wordt de wat-baan genoemd omdat deze betrokken is bij objectrepresentatie
-
Omschrijf gestaltprincipes - visuele perceptie
- Vroege visuele verwerking betreft kenmerken als randen en contrast, in latere verwerking worden deze kenmerken gegroepeerd zodat een object als één geheel wordt waargenomen, gescheiden van de achtergrond
- Dit gebeurt voornamelijk in de ventrale baan
- Principes die gebruikt worden om kenmerken te groeperen werden voor het eerst beschreven door gestaltpsychologen
- Deze principes worden beïnvloed door top-downinformatie zoals kennis en eerdere ervaring
- Vroege visuele verwerking betreft kenmerken als randen en contrast, in latere verwerking worden deze kenmerken gegroepeerd zodat een object als één geheel wordt waargenomen, gescheiden van de achtergrond
-
Omschrijf de gestaltprincipes van de afbeelding - visuele perceptie
- Nabijheid: elementen die dichter bij elkaar zijn, worden gegroepeerd
- Gelijkenis: elementen met een overeenkomstige eigenschap worden gegroepeerd
- Gelijke richting: elementen die dezelfde kant op bewegen, worden als een groep waargenomen.
- Continuering: de groene lijnen worden als doorgaand gezien. Niet als onderbroken (a) of opeens afbuigend (b)
- Sluiting: ontbrekende onderdelen worden ingevuld
- Nabijheid: elementen die dichter bij elkaar zijn, worden gegroepeerd
-
Gezichtsscherpte en contrastgevoeligheid - basale visuele stoornissen als gevolg van hersenletsel
- Gezichtsscherpte zegt iets over wat de kleinste details zijn die iemand kan onderscheiden
- Contrastgevoeligheid duidt op het kunnen waarnemen van de verschillen in intensiteit van licht
- Beide zijn een functie van de ogen en wordt door middel van oogheelkundig onderzoek voor elk oog afzonderlijk onderzocht
- Zowel gezichtsscherpte als contrastgevoeligheid zijn randvoorwaarden voor visuele perceptie
- Gezichtsscherpte zegt iets over wat de kleinste details zijn die iemand kan onderscheiden
-
Wat zijn de cognitieve visuele stoornissen?
- Cerebrale achromatopsie
- Akinetopsie
- Visuele agnosie
- Apperceptieve agnosie
- Associatieve agnosie
- Optische ataxie
- Syndroom van Balint
- Neglect
- Cerebrale achromatopsie
-
Akinetopsie - cognitieve visuele stoornissen
- Het waarnemen van beweging is essentieel om te
navigeren door de omgeving en het uitvoeren vanacties Akinetopsie is eenzeldzame aandoening; het niet kunnen waarnemen vanvisuele beweging. Dit is een gevolg vanbilaterale schade in het gebiedV5 in dedorsale baan Cellen in dit gebied zijn gespecialiseerd inbewegingsrichting ensnelheid .Patiënten beschrijven het beeld dat ze van de buitenwereld krijgen als het kijken via eenstroboscoop
- Het waarnemen van beweging is essentieel om te
-
Verschillende vormen associatieve agnosie (visuele agnosie) - cognitieve visuele stoornissen
Associatieve agnosie kent twee varianten:Multimodale agnosie : met betrekking tot meerdere modaliteitenSemantische agnosie : waarbij er een stoornis is in de associatie tussen hetobject en desemantische kennis over hetobject - Er zijn 3 criteria voor
associatieve agnosie :
Visuele herkenningsproblematiek bij het benoemen ofcategoriseren van objecten- Herkenning in een andere modaliteit is
intact Basale visuele functies zijnadequaat
Associatieve agnosie is strikt genomen geenvisuele stoornis. Zowel debasale als de hogere ordevisuele verwerking zijnintact , de stoornis bevindt zich op het niveau vanintegratie met andere modaliteiten of hetgeheugen , het is daarmee een stoornis in devisuoperceptie
-
Syndroom van Balint - cognitieve visuele stoornissen
Zeldzame aandoening die gekarakteriseerd wordt door de combinatie vanoptische ataxie ,oculaire apraxie (een probleem met hetaansturen vanvrijwillige oogbewegingen ) ensimultaanagnosie veroorzaakt doorbilaterale laesies in deposterieure pariëtaalkwab - Dit resulteert in ernstige
visuele en ruimtelijke beperkingen bij hetinteracteren met de omgeving
-
Stelling: juist of onjuist - Kegeltjes zijn zeer gevoelig voor licht en betrokken bij het zien in het donker.
- De stelling is onjuist.
- Kegeltjes zijn verantwoordelijk voor kleurwaarneming en hebben veel licht nodig om goed te functioneren.
- Staafjes daarentegen zijn gevoeliger voor licht en spelen een cruciale rol bij het zien in het donker.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden