Hemelbestormers - Meesters van het licht. Luministische schilderkunst in Nederland en Duitsland (Tekst 13) - Het Hollands luminisme
4 belangrijke vragen over Hemelbestormers - Meesters van het licht. Luministische schilderkunst in Nederland en Duitsland (Tekst 13) - Het Hollands luminisme
Wie was de oprichter van de Moderne Nederlandse Kunstkring, en wie sloten zich daarbij aan?
Mondriaan, Sluijters en Jan Toorop sloten zich daarbij aan.
Readertekst 13 begint met de stelling dat Amsterdam het centrum van het luminisme was. Op p. 227 komt echter een tweede Nederlands centrum van moderne kunst ter sprake, Domburg in Zeeland.
Hoe verhouden Amsterdam en Domburg zich tot elkaar als ontwikkelingscentra voor de moderne kunst in Nederland?
In de kunstenaarskolonie Domburg werkten b.v. Mondriaan,Otto van Rees en Marie Alout-Drabbe. Jacoba van Heemskerk sloot zich hier ook bij aan.
Aan de hand van het schilderij Zeedijk bij Domburg van Jan Toorop (afgebeeld op p. 242 van de reader) wordt op p. 228 gewezen op de verschillen tussen het precieze neo-impressionisme van Paul Signac en de Nederlandse verwerking daarvan, die zou resulteren in het luminisme.
Wat zijn die drie belangrijkste verschillen? Kijk voor de beantwoording van deze vraag ook nog een keer naar het schilderij Portret van Félix Fénéon van Paul Signac, dat is afgebeeld bij de inleiding tot de opdrachten bij Ewers-Schultz.
- Aparte penseelstreken die variëren in lengte en breedte en zijn in verschillende hoeken tot
elkaar gerangschikt
- Niet op kleurtheoretische wetten georiënteerd.
- Sterk met wit gemengde pasteltinten
- Negeert ruimtelijk kader en verbindt kleur en penseelschrift tot een tweedimensionaal
beeldeffect (dit doet Signac in het portret van Félix Fénéon ook)
Signac
- Grotere accuratesse en regelmaat
- Kleur-theoretische wetten
- Kleuren van het prisma
- Simultane en keurcontrasten van de zuivere ongemengde kleuren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De luministen Leo Gestel en Jan Sluijters lieten zich behalve door het neo-impressionisme ook inspireren door het fauvisme en het werk van Vincent van Gogh. In het hieronder afgebeelde schilderij van Leo Gestel, Zittend naakt uit 1911, (ook afgebeeld op p. 267 van de reader) zijn beide inspiratiebronnen duidelijk zichtbaar.
Kunt u aangeven hoe?
- Snelle, directe penseelvoering (neo-imp)
- Karaktervolle lijnen (neo-imp)
- het gaat vooral om kleur en vorm (fauvisme)
- sprake van applicatie van ongemengde pigmenten (fauvisme)
- kleurpatronen, versimpelen, vlakheid, intens en niet-natuurgetrouw (fauvisme)
De felle, niet op de werkelijkheid gebaseerde kleuren van Zittend naakt zijn duidelijk geïnspireerd door het fauvisme. De expressieve penseelstreken die de contouren van de vrouw volgen, heeft Leo Gestel ontleend aan Vincent van Gogh.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden