Samenvatting: Thema 7: Cytoskelet En Extra Cellulaire Matrix
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Thema 7: cytoskelet en extra cellulaire matrix
-
1 Thema 7: cytoskelet en extra cellulaire matrix
Dit is een preview. Er zijn 52 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
beschrijf kort de functie van het cytoskelet?
geeft cel structuur en speelt een grote rol bij beweging van de cel -
welke vier verschillende intermediaire filamenten zijn er?
keratines: in epitheel
vimentine in bindweefsel
neurofilamenten in zenuwcellen
nucleaire lamines in alle cellen (zitten in de kern) -
Wat is de functie van de nucleaire lamines?
vormen aanhechtingspunten van chromatine en hangen het genoom als het ware in de celkern op
in de interfase zijn de lamines goed zichtbaar
in de profase wordt het afgebroken
in de telofase wordt het netwerk weer opgebouwd -
Wat is de structuur van de intermediaire filamenten?
monomeer die bestaat uit een lange, draadvormige helix structuur en twee niet gestructureerde eiwitten, een aan de N-terminus en een aan de C-terminus
de aminozuurstructuur van alle intermediaire filamenten is gelijk, verschillen worden bepaald door de twee niet gestructureerde eiwitten
-monomeer kan een dimeer vormen
- twee dimeren kunnen een staggered tetrameer vormen
ze binden aan tegenovergestelde kanten: c aan n en n aan c
het wordt een soort touwvormige structuur -
waar bevinden de intermediaire filmanten zich?
in cytosol, lamines in de nucleus
ze zijn kriskras door de cel
liggen ook rond de desmosomen -
beschrijf kort de functie van microtubuli
positionering organellen, met name membraangebonden organellen
belangrijk voor transport van vesicles
mitotische spoelfiguur vorming
microtubuli is een heel instabiel, dynamisch organel -
wat is de structuur van een microtubuli?
buisvormig eiwitmolecuul van alfa en beta tubuline heterodimeren, deze koppelen omstebeurt aan elkaar vast
13 protofilamenten kunnen de holle cilindrische buis vormen -
wat is het pluseinde van een microtubule?
de beta kant -
wat is het mineinde van een microtubule?
de alfa kant -
wanneer zijn de centrosomen zichtbaar?
tijdens interfase 1, bij delende cellen 2
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden