Niet-klinische safety evaluation van geneesmiddelen
22 belangrijke vragen over Niet-klinische safety evaluation van geneesmiddelen
Wat is het primaire doel van toxicteits en veiligheids testen in de farmaceutische industrie?
- patienten
- voorschijvende arten, apothekers
- medisch ethische commissies
- gezondheid autoriteiten
- bedrijfsmanagement
dat de drug kandidaat redelijke vooruitzichten van werkzaamheid en veiligheid kan bieden voor klinische studies in menselijke vrijwilligers en voordat het op de markt kan komen.
Wat zijn de hoofd doelen van niet klinische safety evaluaties?
- veiligheids dosis ranges identificeren voor klinische testen
- identificiëren en verklaren van potentiële doelorganen voor toxiciteit
- identificieren van de veiligheids parameters voor klinische controle
- specifieke kwetsbare bevolkingsgroepen identificieren
Wanneer vindt niet klinische safety evaluatie plaats?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe goed kan humane toxiciteit voorspelt worden?
Dit percentage geldt voor alle organen. Nu blijkt wel dat levertoxiciteit, huidtoxiciteit moeilijker te voorspellen zijn.
Welke verschillen zijn er tussen dieren en mensen die kritiek zijn voor het voorspellen van toxiciteit?
- grote homogene groepen
- gezonde jong volwassenen
- uniforme huisvestiging en voeding
- geen gelijktijdige behandeling
- grote dagelijkse dosis
Diagnostisch geld:
- geen verbaal contact
- beperkt lichaamsonderzoek
- gestandaardiseerde laboratoria
- voordeel: autopsie en histophatologie
voor mensen geldt:
- heterogene groep
- ziek, alle leeftijden
- variabele huisvesting en voeding
- frequentie co-therapie
- therapeutisch optimum
Diagnostisch geld:
- intensief verbaal contact
- uitgebreide, individuele onderzoek
- uitgebreide, individuele klinische laboratoria
- zelden autopsie en histophatologie
Welke twee onderzoeken vinden plaats tijdens niet-klinische safety testing?
2. safety farmacologie: meet de functionele indexen van toxiciteit in vitale organen als gevold van secundaire farmacologische activiteit.
Wat is safety farmacologie?
Wat zijn eindpunten van safety pharmacologisch onderzoek?
- CNS en PNS functie
- ademhalingsfunctie
- cardiale en hemodunamische effecten
Alleen indien zorgwekkend
- renale functie
- gastro-instestinale functie
- abuse aansprakelijkheid
Welke grote categorieën zijn er in de toxicieit?
- acute of chronische toxiciteit met een focus op vitale organen
- genotoxiciteit: detecteren van DNA mutaties en chromosomale schade
- neurotoxiciteit
- immunotoxiciteit (onderdrukking/activatie van het immuunsysteem)
- voortplantingstoxiciteit: vruchtbaarheid, embryonale of pre- en postnatale ontwikkeling
- cardiogeniteit: in het bijzonder voor verbindingen met een langere verwachte blootstelling
- dermale, oculaire of intravasculaire irritatie voor topicale en parenterale stoffen
- fototoxiciteit
Welke 4 disciplines van toxicologie zijn er?
- reproductieve toxicologie
- genetische toxicologie
- carcinogeniciteits evaluatie
Waarop vindt bij algemeen toxicologisch onderzoek plaats?
- knaagdieren
- niet knaagdieren
Naar welke parameters wordt bij algemeen toxicologisch onderzoek gekeken?
- dagelijkse klinische observaties
- lichaamsgewicht en voedselconsumptie
- hematologisch en biochemische analyse van bloed en urine
- lichamelijk onderzoek (ECG, ogen)
- beoordeling van de blootstelling (plasma toxicokinetiek)
- macroscopisch en microscopische evaluatie van organen/weefsels
Naar welke verschillende onderdelen wordt gekeken bij reporductieve toxicologie?
Dit vindt meestal plaats in 1 diersoort.
Dosering bij manen is tot mating, bij vrouwen tot dag 6 (implantatie van de zangerschap)
- embyofetale onwikkeling studies
Dit vindt meestal plaats in 2 diersoorten (meestal rat en konijn)
Dosering is bij vrouwen vindt plaats van implantatie tot einde van organogenese. Hierna vindt autopsie plaats
- Peri- en postnatale ontwikkelingsstudies
Dit vindt meestal plaats in 1 diersoort
Dosering van vrouwen van implantatie tot nursing
Complexe studie waarbij je F1 met elkaar laat kruisen en autopsie doet van F1 en F2
Naar welke 3 gebieden wordt bij genetische toxiciteit en carcinogeniciteit gekeken? En welke studies worden hierbij gebruikt?
- bacterial reverse mutation test (Ames)
- eukaryotische test: bv thymidine kinase test
Clastogeniciteit met behulp van:
- chromosoom aberratie (in vitro)
- mitronucleus test (in vivo)
Carcinogeniciteit met behulp van:
- tumor formatie in rat en muis of andere relevante soorten indien nodig.
Welke genotoxiciteits testen voor je uit voor fase 1 en welke voor fase 2?
Voor fase 2 voer je hiernaast ook nog in vivo clastogeniciteit studies uit.
Voor welke fase test je carcinogeniciteit?
Wat wordt er getest bij photosafety?
Naar welke verschillende soorten toxiciteit wordt gekeken bij photosafety?
- fototoxiciteit
- foto-genotoxiciteit
- foto-allergie
- fotocarcinogeniciteit
Wel acuut en welk chronisch huidreacties treedt op als gevolg van fototoxiciteit?
Een chronische huidreactie is hyperpigmentatie, verdikking en tumorvorming.
Voor welke drugs moet photosafety vastgesteld worden?
- drugs die licht absorberen (290-700 nm)
- drugs die in tropische klimaten toegedient wordt
- drugs die zich ophopen in het licht blootgestelde gebieden na systemische blootstelling
- foto-instabiele of foto-reactieve drugs
- drugs waarbij de structuur gerelateerd is aan bekende phototoxicants.
Wanneer wordt photosafety vastgesteld?
Wat zijn de algemene verschillen tussen NCES (new chemical entity's) en NBE (antilichamen, antilichaam fragmenten)?
- MW: <700
- soort ontafhankelijk
- niet-immunogeen
- wordt gemetaboliseerd
- korte werking
- chronische dagelijkse dosis
- on/off target toxiciteit
- lineaire dose-response curve
- directe effecten
- complexe formulering
- orale route (meestal)
- NOEL/NOEAL
Dit staat in tegenstelling met NBEs waarvoor geldt dat:
- MW: 20-150 000
- soort specifiek
- immunogeen
- wordt gedegradeerd
- over het algemeen lange werking
- discontinue dosering
- on target overdreven farmacologie
- lineaire of belvormige dose respons curve
- complexe temporele relaties
- eenvoudige formulering
- parenterale route (IV, SC)
- minimale verwachte biologische effect level (MABEL) / farmacologische werkzame dosis (PAD)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden