De geschiedenis van de jazz - Zelftoets

5 belangrijke vragen over De geschiedenis van de jazz - Zelftoets

1. Beschrijf wat swing is en hoe die in de jazz tot stand komt.

De swing in de jazz is de gevoelde spanning tussen de drie ritmische lagen: de pulslaag, de metrumlaag en de melodielaag. De ritmesectie en de melodiesectie dragen samen bij aan het swingende jazzritme. De ritmesectie draagt zorg voor de puls en het metrum (samen de groove genoemd). In de melodiesectie wordt op de groove het ritme van de melodie geëxtrapoleerd. De gevoelde spanning is per stijl anders omdat in de opeenvolgende stijlen veranderingen in de ritmische organisatie van de ritmesectie én de melodiesectie aangebracht worden. De swing geeft jazzmuziek haar soepele en ontspannen karakter.

2. Bespreek hoe improvisatie zich in de jazz manifesteert.

In jazzstukken wordt doorgaans eerst de melodie geëxposeerd, vervolgens wordt er geïmproviseerd en ten slotte wordt de melodie nogmaals gespeeld (expositie-verwerking-reëxpositie). Na het melodiechorus volgen dus de improvisatiechorussen waarbij de ritmesectie variaties van het melodiechorus speelt. De solist, degene die improviseert baseert zich in zijn improvisaties op het gegeven harmonische, melodische en ritmische materiaal. Van tevoren kiest de solist een aantal chorussen uit waarover zijn improvisaties zich zullen uitstrekken. Hij maakt vervolgens een keuze uit zijn vocabulaire van licks (loopjes, melodische fragmenten) om die in zijn improvisaties te gebruiken.

Uit welke instrumententypen zijn de melodie- en ritmesectie in de jazz over het algemeen samengesteld?

De ritmesectie bestaat uit een basinstrument (contrabas, tuba, basgitaar), het slagwerk (het drumstel: een verzameling van trommels en bekkens) en een akkoordinstrument (piano, de gitaar). De melodiesectie bestaat uit koperen blaasinstrumenten (de trompet, de trombone) en rietblaasinstrumenten (saxofoons).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

4. Welke nieuwe jazzstijlen zijn er in elk decennium van de twintigste eeuw ontstaan?

New-Orleansstijl, swing, bebop, cool jazz, hard bop, free jazz, rockjazz, neobop.

8. Wat zijn 'standards' en 'originals'?

Standards zijn verjazzde populaire songs, rags en blues. Originals zijn nieuw geschreven stukken. Veel originals zijn gemodelleerd naar standards en sommige originals worden zo populair dat vrijwel iedere jazzgroep ze op het repertoire heeft staan. Daardoor is de grens tussen 'standard' en 'original' in de praktijk moeilijk te trekken.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo