Klassieke muziek en volksmuziek in Nederland - Zelftoets
5 belangrijke vragen over Klassieke muziek en volksmuziek in Nederland - Zelftoets
1. Geef vijf visies op het begrip 'volkslied'.
- de sociologische benadering: alles wat het volk zingt, is een volkslied.
- de opvoedkundige benadering: liederen voor het volk, ter stichting.
- de nationale benadering: liederen die het volks- of natiegevoel bevorderen.
- de nationale hymne: één lied als symbool voor de natie.
2. Wat is een contrafact? Geef het belang van de contrafactuur aan.
3. Hoe herkent men mondeling overgeleverde liedteksten?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
4. Welke belangrijke vernieuwingen vonden er plaats in het lied: rond 1600, aan het einde van de achttiende eeuw en in het midden van de negentiende eeuw?
Eind achttiende eeuw; Betje Wolff en Aagje Deken schrijven opvoedkundige liederen voor het volk en zetten daarmee een trend.
Midden negentiende eeuw: Jan Pieter Heije schrijft opvoedkundige liederen voor het volk met nieuwe melodieën. (Die van Wolff en Deken waren nog contrafacten).
5. Geef voorbeelden van de beïnvloeding van de klassieke muziek door volksmuziek in Nederland, en andersom.
In de zestiende en zeventiende eeuw werden liedjes gezongen op melodieën afkomstig uit serieuzere genres, zoals het madrigaal of de air de cour (welk laatste genre weer een elite-adaptie van het volkslied was).
In de achttiende en negentiende eeuw werden veel operamelodieën gebruikt. In de negentiende eeuw onderging het 'kunstlied' invloed van het volkslied doordat componisten liederen 'in de volkstoon' schrijven.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden