De overgang van renaissance naar barok - Zelftoets
8 belangrijke vragen over De overgang van renaissance naar barok - Zelftoets
2. Maak een driedeling in de instrumentale muziek en geef daarbij enkele voorbeelden van genres of vormen.
b. Nieuwgecomponeerde muziek (1. Vrije vormen: bijvoorbeeld voorspel, toccata, ricercare, canzona en sonata; 2. Vormen die gebaseerd zijn op een cantus prius factus, zoals: In-Nominezettingen en variatiewerken; 3. Dansen, zoals basse dance, de dansparen pasamezzo-saltarello, pavane-gagliarde en Tanz-Nachtanz de branle en de allemande.)
c. Geïmproviseerde muziek (vrije ensemblemuziek - bijv.. ter begeleiding van de dans - de solomuziek maar ook vormen uit de andere twee groepen waren soms zeer geschikt voor de praktijk van het improviseren (vocale genres, voorspelen, variatievormen).
4. Hoe valt de ontwikkeling van de muziek aan het begin van de zeventiende eeuw te kenschetsen en welk genre is daarvan de meest typische representant?
5. Hoe onderscheiden zich prima en seconda prattica van elkaar en van wie is de term afkomstig?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
6. Welke tendensen zijn voor de stijlverandering aan het begin van de zeventiende eeuw van belang?
8. Wat is basso continuo en wat is de functie ervan?
9. Wat zijn de belangrijkste stijlen die men in de zeventiende eeuw onderscheidde en wat typeert deze stijlen?
10. Wat is het meest typerende nieuwe genre in de muziek van de zeventiende eeuw en wat is daarbinnen de meest karakteristieke nieuwe schrijfwijze?
11. Welke verschillen zijn er o.a. tussen de hof- en de publieksopera?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden