De nationale stijlen in de periode rond 1700 - Zelftoets

8 belangrijke vragen over De nationale stijlen in de periode rond 1700 - Zelftoets

1. Hoeveel uitvoerende zijn er minimaal nodig voor een triosonate en hoeveel kunnen er maximaal een plaats krijgen?

Het normale minimum is drie: twee violen en voor de baspartij óf een cello óf een akkoordinstrument. Indien beide basopties worden benut (wat gewoonlijk gebeurt), zijn er vier spelers. Soms is er naast een klavierinstrument nog een tokkelinstrument (luit, theorbe, gitaar) en dan zijn er vijf spelers. Als er een zelfstandige (zogenaamde concerterende) bas is die (geheel of gedeeltelijk) afwijkt van de continuobas, kan er een tweede basstrijker zijn en zijn er in totaal zes spelers, maar dat laatste is wel wat veel van het goede.

2.  Is de Italiaanse stijl eerder in Duitsland of eerder in Frankrijk doorgedrongen?

Het werk van Vivaldi wordt al in de jaren 1710-1720 bekend in Duitsland: men zie de Vivaldibewerking van Bach uit 1713-1714. In Frankrijk wordt de compositie naar Italiaans model dan alleen nog maar bedreven door aldaar verblijvende Italianen. Franse componisten adopteren de Italiaanse stijl pas vanaf de jaren 1720-1730: Couperins Corelli-apotheose uit 1724 is in dit opzicht een mijlpaal.

3. Is de Italiaanse stijl die in Frankrijk navolging vond, eigenlijk wel dezelfde als die in Duitsland werd overgenomen?

Eigenlijk niet: in Frankrijk is het vooral de stijl van Corelli die de composities van Francois Couperin (en later van bij. Jean-Marie Leclair) beïnvloedt. In Duitsland is het de stijl van Vivaldi die we terugvinden in de concerten van Bach (en Telemann).  (Engeland staat met Händel en Geminiani weer sterk onder de invloed van Corelli.)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

6. Waarom zouden Bachs Brandenburgse concerten met meerdere solo-instrumenten tegelijk (zoals in de nummers 1,2,4 en 5) toch geen concerti grossi zijn (al worden ze vaak wel zo genoemd)?

Omdat de instrumenten duidelijk in afzonderlijke solistische rollen worden ingezet, in een ritornello structuur zoals die bij Vivaldi voorkomt. In een echt concerto grosso werken de solisten samen en geven ze samen tegenspel aan het tutti.

7. De vier jaargetijden van Vivaldi zijn in Italië gecomponeerd en in Nederland uitgegeven, maar hun grootste populariteit bereikten ze in een ander Europees land. Welk en waarom?

In Frankrijk. In dat land bestond immers de grootste traditie op het gebied van uitbeeldende en programmatische muziek. Bovendien kon daar het oncontrapuntische, harmonische aspect van De vier jaargetijden het gemakkelijkst worden geabsorbeerd. de eigen, Franse stijl is al minder contrapuntisch dan de Italiaanse.

8. Tot welke interpretatie geven de programmatische concerten aanleiding, als we de titel van Vivaldi's opus Il cimento dell' armonia e dell'inventione in aanmerking nemen?

De titel betekent letterlijk 'De beproeving van de harmonie en van de inventie'.  Het componeren van de De vier jaargetijden wordt dus beschouwd als een soort toets of het vigerende compositiesysteem met zijn specifieke contrapuntische en harmonische regels in staat is om de natuur en het menselijk handelen uit te beelden.

9. Is Unico Wilhelm van Wassenaer met zijn Concerti armonici, die in 1740 Corelli en Vivaldi navolgen, een moderne of een ouderwetse componist?

Wel een beetje ouderwets. Corelli is in 1740 al bijna dertig jaar dood, maar de Corelli-navolging vindt min of meer via Händel en Geminiani plaats. Ook de Vivaldi-navolging is anno 1740 niet meer up to date. Op dat moment zijn er in Zuid- en Midden-Europa al tal van componisten die in een soort van galante stijl werken.

10. Probeer Quantz' en Lustigs opmerkingen over de Duitse stijl te duiden in het licht van hun nationaliteit.

Beiden proberen in de buitenlandse nationale stijlen extreme standpunten te benadrukken die op zichzelf genomen te veel van het goede zijn. De stijl van het eigen land is dan de ideale middenweg tussen deze uitersten. Vandaar dat Quants de Italiaanse en de Franse stijl apart karakteriseert en de Duitse als combinatie voorstelt. Lustig, wel Duitser van geboorte maar in Nederland werkzaam, heeft in feite een nieuwe beeld van de Italiaanse stijl in gedachten, maar kan ook de Duitse stijl als buitenlandse stijl omschrijven.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo