De kernbegrippen - Strafrecht: de opsporing

1. seponeren: bij te weinig bewijs vervalt de zaak
2. schikken: dit is ene tussenoplossing wanneer er wel bewijs is maar niet zoveel, of wanneer een zaak bijvoorbeeld veel tijd gat kosten om uit te zoeken. Meestal wordt dan een geldbedrag afgesproken, en na betaling wordt van verdere rechtsvervolging afgezien (dan beken je dus eigenlijk wel schuld).
3. vervolgen: de rechter gaat onderzoeken of iemand schuldig is en welke straf hij evt. krijgt.

1. de politie verzamelt informatie over het strafbare feit. De officier van justitie volgt en controleert het werk van de politie.
2. De officier van justitie beslist of er wel of geen strafzaak komt, dus of het misdrijf voor de rechter moet komen.
3. De rechter stelt valst of de verdachte schuldig is en of hij straf krijgt.

1. een woning doorzoeken
2. opvragen van speciale persoonsgegevens, zoals bankgegevens
3. preventief fouilleren (bijvoorbeeld in voetbalstadions als er rellen verwacht worden)
4. een verdachte 6 uur vasthouden op het bureau, tot maximaal 3 dagen
5. infilteren in misdaadorganisaties

1. De politie verzamelt gegevens. Verhoort de verdachte en getuigen. Schrijft het op in een proces-verbaal.
   
2. Officier van Justitie onderzoekt de zaak in het opsporingsonderzoek.
   
3. Dossier van de officier van justitie wordt doorgestuurd naar de rechter. Legt de verdachte een straf op.
   

• bij een huiszoekingsbevel van de rechter, alleen een huis binnentreden
• opvragen van speciale persoonsgegevens
• preventief fouilleren in bepaalde, door de burgemeester aangewezen gebieden
• verlenging arrestatie op bureau
• infiltreren (= binnendringen) in misdaadorganisaties en terroristische groeperingen

1. een verdachte staande houden (om legitimatie vragen, een rijbewijs checken, blaastest laten doen)
2. een verdachte arresteren; die moet dan mee, mag zich niet verzetten
3. een verdachte fouilleren = kleding en lichaam onderzoeken
4. een verdachte 6 uur vasthouden op het bureau (en evt. de nacht), mag verlengd worden tot max 3 dagen met toestemming van de officier van justitie
5. bewijsmateriaal in beslag nemen, zoals gestolen spullen.

1. De politie verzamelt informatie over het strafbare feit (sporen, getuigen horen, verdachten aanhouden en daarvan proces verbaal opmaken). De officier van justitie heeft de leiding over het opsporingsonderzoek en controleert de gang van zaken.
   
2. De officier van justitie bepaalt vervolgens met behulp van het proces verbaal of er wel of geen rechtszaak moet komen. Bij voldoende bewijs stuurt hij het dossier naar de rechter.
   
3. De rechter stelt tijdens een rechtszaak voor of de verdachte schuldig is. Er kan eventueel een straf worden opgelegd.
   

- Overtredingen en misdrijven worden beide geregistreerd door justitie. Alleen bij misdrijven gebeurt dit al als je verdachte bent, terwijl er bij en overtreding een veroordeling moet zijn waarbij minimaal 100 euro boete of een (voorwaardelijke) vrijheidsstraf.

- De mogelijke straffen zijn bij misdrijven hoger. De maximumstraf bij een overtreding is één jaar hechtenis, bij misdrijven een levenslange straf.

- Een poging tot overtreding is niet strafbaar, een poging tot een misdrijf wel.

1. Iemands huis doorzoeken (machtiging tot binnentreding).
2. Het opvragen van speciale persoonsgegevens.
3. Preventief fouilleren (zonder sprake van verdenking).
4. Infiltratie.

1. als je verdacht wordt van een misdrijf wordt je altijd geregisteerd door justitie (en krijg je een strafblad), bij een overtreding gebeurd dit pas als je ervoor veroordeeld bent en minimaal 100 euro boete hebt gehad of een vrijheidsstraf.
2. straffen voor misdrijven zijn hoger
3. poging tot overtreding is niet strafbaar, poging tot misdrijf wel.

1. Seponeren (afzien van verdere rechtsvervolging).
2. Schikken (voortijdige afdoening, waarbij de verdachte niet meer voor de rechter hoeft te verschijnen).
3. Vervolgen.

- Seponeren

- Schikken

- Vervolgen

1. De politie verzamelt informatie over het strafbare feit.

2. De officier van justitie bepaalt vervolgens met behulp van het proces-verbaal of er wel of geen rechtszaak moet komen.

3. De rechter stelt tijdens een rechtszaak vast of de verdachte schuldig is.

- Een verdachte staande houden, dit betekent iemand laten stilstaan om hem te vragen naar zijn personalia.

- Ze mogen aanhouden of arresteren.

- Een verdachte mag worden gefouilleerd.

- Ze mogen een verdachte in het belang van het onderzoek 6 uur vasthouden op het bureau.

- Bewijsmateriaal mag in beslag worden genomen.

• De politie, die verzamelt informatie over het strafbare feit
• Bepaalt of er wel of geen proces-verbaal komt, als het wel is stuurt hij het dossier naar de rechter
• Rechter stelt in een rechtzaak vast of de verdachte schuldig is, en wat voor straf daar bij komt kijken

- Om iemand te arresteren mag de politie een woning alleen binnengaan met een machtiging tot binnentreding.

- Voor het opvragen van speciale persoonlijke gegevens, zoals bankrekeningnummers, telefoongegevens enz.

- Preventief fouilleren mag alleen op bepaalde door de burgemeester aangewezen plaatsen. Je wordt dan gefouilleerd zonder dat er sprake is van een verdenking.

- Voor verlenging van het vasthouden op het bureau moet de officier van justitie toestemming geven. De straf kan maar maximaal 3 dagen verlengd worden.

- Bij infiltratie moet de officier van justitie ook toestemming geven. Ook mag de infiltrant niet aanzetten tot strafbare feiten. Uitlokken mag dus niet.

• Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten en overtredingen minder strafbare feiten
  
• Maximale straf voor overtreding: 1 jaar hechtenis, Misdrijven is levenslang

• Iemand staande houden
• Iemand arresteren
• Verdachte mag worden gefouilleerd
• Mag een verdachte 6 uur lang vast houden, voor verlenging is toestemming nodig
• Bewijsmatriaal mag worden ingenomen

• Woning binnengaan met toestemming van de officier van justitie en een huiszoekingsbevel door de rechter-commissaris is gegeven