Samenvatting: Theoretische Verklaringsmodellen Van Het Speciaal Leren
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Theoretische Verklaringsmodellen van het speciaal leren
-
Theoretische Verklaringsmodellen van het Speciaal Leren
Dit is een preview. Er zijn 30 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/09/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer iemand een IQ heeft van 60, wat voor gewicht verstandelijke handicap heeft diegene dan?
Een licht verstandelijke handicap -
Noem de 4 niveaus die worden genoemd in het model van Viding & Frith.
Causaal model; dus biologisch, cognitief, gedrag en omgeving. -
Wanneer spreekt men van een Quantitative Trait Locus?
Bij een molecular genetische studie wordt geprobeerd om specifieke genen die mogelijk verantwoordelijk kunnen zijn voor de ontwikkeling van een stoornis te identificeren. Wanneer men spreekt van de onderliggende genen voor zo'n kenmerk noemt dit ook wel een Quantitative Trait Locus. -
Wat kan je met behulp van een PET en fMRI-scan?
Beide scans geven precieze informatie over de locatie in het brein, door te meten welk stuk van het brein meet bloed nodig heeft tijdens een taak. -
Wat is de functie van een EEG en MEG?
Deze geven precieze informatie over de timing van neurologische reacties op een stimuli. Ze geven GEEN informatie over de locatie van de activiteit in het brein. -
Wat houdt modulariteit (modularity) in?
Het idee dat het brein bestaat uit verschillende systemen die samenwerken. -
Wat voor invloed heeft de kritische periode van het leren op het leren van kinderen?
In de kritische periode van het leren is het leren voor kinderen veel makkelijker vanwege de neurologisce plasticiteit. Wanneer in de kritische periode het leren van kinderen uitblijft, zal het lastig worden vanwege het afnemen van de neurologische plasticiteit. Hierdoor is het leren dan veel moeilijker en zal er gemakkelijker een achterstand ontstaan. -
Wanneer is er sprake van homotypische comorbiditeit?
Wanneer er sprake is van comorbiditeit binnen een verwante probleemgroep, bijvoorbeeld dyslexie en een specifieke taalstoornis. Hierbij is de gemeenschappelijke noemer het cognitieve proces. -
Wanneer is er sprake van heterotypische comorbiditeit?
Wanneer de comorbiditeit buiten de probleemgroep valt; zoals ADHD en dyslexie. -
Wanneer kinderen met dyslexie moeite hebben met fonologische vaardigheden; is dit dan een domeinspecifiek of -generiek probleem?
Domeinspecifiek.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Theoretische Verklaringsmodellen Van Het Speciaal Leren
-
Theoretische Verklaringsmodellen van het Speciaal Leren
-
Taalontwikkeling bij leerlingen met speciale leerbehoeften
-
Begrijpend lezen bij leerlingen met speciale leerbehoeften
-
Technisch lezen bij leerlingen met speciale leerbehoeften
-
Spellingvaardigheid bij leerlingen met speciale leerbehoeften
-
Causale modellen van reken-/wiskundekennis
-
Comorbiditeit (executieve functies en sociale cognitie) bij kinderen met speciale leerbehoeften