Causale modellen van reken-/wiskundekennis
16 belangrijke vragen over Causale modellen van reken-/wiskundekennis
Noem de drie stadia van rekenontwikkeling
- voorbereidend rekenen
- aanvankelijk rekenen
- voortgezet rekenen
Wat is de eerste mijlpaal die aan bod komt tijdens het voorbereidend rekenen?
Welke stadia bevatten mijlpalen en welk stadium/welke stadia zijn voorwaardelijk voor het derde stadium?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem de drie pakketten van taalvaardigheid die we onderscheiden bij getalbegrip
- numerieke representaties: tellen op elk punt heen en elk punt terug, tellen van objecten
- schattingen: dit is een aparte vaardigheid, gerelateerd aan logische en numerieke representaties
Welke twee principes m.b.t. tellen zijn nieuw, maar niet voorwaardelijk?
- order irrelevance principle: het maakt niet uit waar je begint met tellen, als je ieder geval maar niets dubbel telt.
In welke fase komen de tweede en derde mijlpaal voor en wat houden deze mijlpalen in?
2e mijlpaal: optellen en aftrekken tot 10.
3e mijlpaal: optellen en aftrekken tot 20. (=halverwege groep 4)
Wat houdt het triple-code model in?
De hoeveelheids-, procedure- of verbale code.
Hoeveelheidscode: alle rekentekens (+-x:), betrokken bij vergelijken van hoeveelheden en schattend rekenen.
procedurele code: koppeling hoeveelheden en getallen
verbale code: gerelateerd aan linguïstische processen, belangrijke rol bij aanleren en automatiseren, memoriseren, verbaal werkgeheugen.
Welk onderdeel van rekenen heeft geen correlatie met taal?
Noem een verklaring voor een pure rekenstoornis op neurologisch, cognitief en gedragsniveau.
cognitief: tekort in alleen de cognitieve factoren
gedrag: resterend uitval in schattend rekenen
Wat gebeurt er met de rol van cognitieve factoren en de rol van de thuisomgeving wanneer het rekenen complexer wordt?
Wat houdt academische woordenschat in?
Noem vier verklaringen op biologisch niveau voor een rekenstoornis
- genetisch defect
- vroeggeboorte
- horizontale intraparietale sulcus
- frontale parietale circuits
Noem drie cognitieve verklaringen voor een rekenstoornis
- preverbal magnitude system
- verbale numerieke systemen
- executieve functies/werkgeheugen
Noem twee belangrijke problemen bij het opslaan van numerieke informatie in het lange termijn geheugen.
coderen van numerieke info naar het geheugen
Noem de drie subtypes van een rekenstoornis volgens Geary (2004)
2. Het semantisch geheugen subtype: kinderen met problemen in het ophalen van numerieke feiten vanuit het lange termijn geheugen.
3. Het visuospatiële type: kinderen die problemen laten zien met het ruimtelijk representeren van getallen.
Wat is het Gerstmann syndroom en wat zijn de kenmerken?
- een schrijfbeperking (agrafie of dysgrafie)
- een gebrek aan het begrijpen van de rekenregels (acalculie of dyscalculie)
- rechts van links niet kunnen onderscheiden
- Moeite met het benoemen van de vingers bij aanraking (vinger agnosie)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden