Samenvatting: Theorie Van Het Belastingrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Theorie van het Belastingrecht
-
1 Leesbundel: Theorie van het Belastingrecht
-
1.1 The normative background for a broad concept of tax
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke filosoof gaf een eerste aanzet tot de doctrine dat de Staat zijn uitgaven moest financieren via belastingen? In welk boek? Waarom?
Thomas Hobbes (1588-1679). Leviathan. De regering is niet in staat zijn bezit in wijsheid aan te wenden. -
Welke filosoof karakteriseert de omslag in het denken over de financiering van de Staat? Noem het boek. Wat is zijn redenering?
Adam Smith (1723-1790). Wealth of Nations. Belastingheffing dient de primaire inkomstenbron van de Staat te zijn. -
Adam Smith (Wealth of Nations), propagandist van het economische liberalisme, was van mening dat de Staat niet aan het economische verkeer moest deelnemen. Waar vreesde hij voor?
Verstoring van de vrije markt. -
Smith maakte in Wealth of Nations een onderscheid tussen vrijwillige bijdragen en belastingheffing. Hoe karakteriseert Vording dit verschil?
"Taxation is taking." -
Smith stelt dat belastingheffing dient te geschieden op een rechtvaardige manier. Hiervoor stelde hij vier maxims. Benoem in eigen woorden de eerste maxim.
Belastingheffing dient proportioneel te zijn. -
Benoem in eigen woorden het tweede maxim van Smith. Wat wil Smith hiermee beschermen?
Het belastingbedrag dient vast te staan en niet arbitrair te zijn. Rechtszekerheid. -
(Buiten de stof) Benoem in eigen woorden het derde maxim van Smith (Wealth of Nations) met betrekking tot belastingheffing.
Belasting dient te worden geheven op een manier die het minst schadelijk is voor de belastingplichtige. -
Smith's vier maxims of taxation. Benoem de vierde. Wat impliceert dit?
Belastingheffing mag zo min mogelijk invloed hebben op het economische verkeer. Fiscale neutraliteit. -
Vording stelt dat billijkheid en neutraliteit in feite kanten zijn van dezelfde medaille. Naar welk ideaal wordt hier gerefereerd?
Het principe dat de Staat geen invloed mag hebben op de marktwerking. -
Hoe ontstaat in de libertaristische visie van Locke eigendom? Welke proviso (ervan uitgaand dat...) bestaat hierop?
Toevoegen van arbeid aan gemeenschappelijk eigendom. De originele verkrijging mag geen inbreuk maken op de rechten van anderen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden