Samenvatting: Theorie Voeding

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Theorie Voeding

• 1 Algemeenheden

• 1.1 Biologische determinanten - waarom eten wij?

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe bepalen de biologische determinanten ons eetgedrag?

  Zie schema notities p1

• Wat versta je onder externaliteit en geef een aantal voorbeelden?

  Externaliteit = voedingsgedrag bepaald door externe factoren.
  - ruiken van eten
  - zien eten of het zien van voeding
  - klokgericht eten
  - "Etenstijd!"

• Welke hormonen spelen een belangrijke rol bij de regeling van het honger-verzadigingsgevoel, waar worden ze geproduceerd en wat is hun werking?

  • Ghreline of hongerhormoon
    
  • geproduceerd in de maag
  • stijgt bij niet eten / vasten
  • daalt bij voedingsinname
  • Leptine  of verzadigingshormoon
  • geproduceerd door het vetweefsel
  • tegenhanger van ghreline
  • Cholecystokinine (CCK)
  • geproduceerd in het duodenum
  • remt de maaglediging en de eetlust
  • vet stimuleert de afgifte van CCK
  • Incretinehormoon GLP-1 (glucagon-like peptide-1):
  • stimuleert de pancreas tot afgifte van insuline, waardoor daling van de bloedglucosespiegel.
  • remt de eetlust
  • remt de afgifte van glucagon
  • vertraagt de maaglediging
  • Hormoon peptide YY (PYY):
  • daling van de eetlust

• 1.2 Bijkomende determinanten - hedonistisch eetgedrag

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is hedonistisch eetgedrag?

  Wanneer er voldaan is aan de nood aan voedsel en men blijft toch eten.

• Welke bijkomende determinanten die het eetgedrag bepalen ken je, en geef voorbeelden

  • Economische determinanten
    
  • kostprijs
  • inkomen
  • beschikbaarheid
  • Fysische determinanten
  • bereikbaarheid
  • opvoeding
  • Sociale determinanten
  • cultuur
  • familie
  • eetpatroon
  • omgeving
  • Psychologische factoren
  • stemming
  • stress
  • schuldgevoelens
  • Attitude factoren
  • geloof in eigen vaardigheden en kennis van voeding

• 1.3 Het gedragswiel

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het Gedragswiel, wanneer werd het gelanceerd, en wat is de opbouw?

  • Model dat illustreert welke gedragsdeterminanten iemands gedrag kunnen beïnvloeden.
  • Gelanceerd in 2018
  • Opgebouwd uit twee tandwielen:
  • Gedragswiel met de gedragsdeterminanten (die zijn universeel)
  • Tandwiel met het doel van de gedragsdeterminanten (vb gezondheid)

• Welke grote onderdelen zijn er in het gedragsrtandwiel? Waaruit bestaan deze determinanten?

  Twee individuele determinanten en één determinant met externe factoren.
  
  De individuele determinanten zijn:
  - drijfveren: de motor achter de gedrachsverandering, de motivatie.
     - reflectief
     - automatisch
  
  - competenties: kennis en vaardigheden die iemand nodig heeft om een gedrag te stellen.
     - lichamelijk
     - psycho-sociaal
  
  De externe determinant is:
  - context: waarin iemand keuzes maakt, de invloeden vanuit de omgeving van het individu.
     - fysiek
     - sociaal-cultureel
     - economisch
     - politiek

• Wat zijn gezondheidsdeterminanten, welke zijn er en in welk model zijn ze samengevat?

  Gezondheidsdeterminanten = factoren die de gezondheid beïnvloeden.
  
  4 determinanten:
  - biologische factoren
  - voorzieningen van de gezondheidszorg
  - leefstijl
  - omgeving
  
  Samengevat in het model van Lalonde (1974)

• Op welk van de vier gezondheidsdeterminanten binnen het model van Lalonde speelt het Gedragswiel op in?

  Leefstijjl

• 1.4 Functies van voeding

• Welke functies van voeding ken je en geef voorbeelden?

  • Biologische / fysiologische functie: eten om het lichaam in leven te houden.
    
  • energieleverende VS: KH, E, V
    
  • bouwstoffen: E, Ca
    
  • regulerende stoffen: vb vitamines
    

  
  
  

  • Psychologische functie: emotioneel eten

  
  
  

  • Sociale / culturele functie:
  • genot- of gastronomische functie
  • benadrukken eigen identiteit

  
  
  

  • Religieuze / magische functie
  • Communicatiemiddel
  • Uitdrukken van economische status en weelde
  • Uitdrukken van macht en invloed over anderen
  • Houding en geloof rond voedsel
  • Medische functie