A Comparison of Theories of the Policy Process

Question

Waarom is het lastig om deze theorieÃ«n met elkaar te vergelijken op basis van de genoemde elementen?

Answer 1

Deze concepten worden niet allemaal op dezelfde manier behandeld, geÃ¯nterpreteerd.
1. de termen zijn ambigu
2. de grenzen tussen de termen zijn vaag
3. theorieÃ«n verkennen beleidsvormingsprocessen op verschillende schaalniveaus

Answer 2

1. een gedefinieerd analyse domein

2. gedeeld vocabulaire en concepten

3. gedefinieerde assumpties

4. geÃ¯dentificeerde relaties tussen kernconcepten

5. het individuele model

Answer 3

Er is een focus op 2 ideeÃ«n namelijk het type beleidsoplossing dat aandacht kan genereren en de gevestigde orde van overtuigingen in een beleidssamenleving dat het proces kan doen stagneren. Beleidsmakers en beleidsondernemers maken de politieke keuzes (1ste stroom), maar bevinden zich in een groot netwerk van een beleidsgemeenschap. De voortgang van een beleidsproces hangt erg af van de nationale gemoedstoestand, beleidscondities en -oplossingen (2de stroom) en de aanwezigheid van belangengroepen. Problemen (3de stroom) komen aan de oppervlakte door 'changing events'

Answer 4

Deze benadrukt de interactie tussen het monopolie van inzichten en kennis, die relaties in het subsysteem ondersteunen en nieuwe oplossingen die de aandacht krijgen na framing. Een breed scala aan actoren maken de keuzes binnen groepen en op verschillende locaties. Subsystemen zijn bronnen van stabiliteit en macht. Grote gebeurtenissen kunnen subsystemen destabiliseren en kunnen de macro politieke agenda doen veranderen. De context is belangrijk maar deze theorie gaat uit van een endogene verandering in subsystemen, waarbij er veel institutionele frictie is (de al gevestigde regels zijn lastig aan te passen).

Answer 5

De theorie heeft een zeer politiek, culturele benadering. De focus ligt namelijk op agendavorming, framing en het toedelen van waarden. Beleidsontwerp is erg afhankelijk van voorafgaand beleid (padafhankelijkheid) en vormen de regels van het spel. Doelgroepen worden door beleidsmakers geframed. Sociale constructies kunnen drastisch veranderen door grote gebeurtenissen zoals crises en verkiezingen.

Answer 6

De achterliggende gedachte achter PFT is dat sterk gevestigd beleid in het verleden rentrees produceert en het duur maakt om van dit beleid af te wijken. Beleid is geÃ¯nstitutionaliseerd in regels en programma's en groepen worden gemobiliseerd om deze te beschermen. Actoren die geraakt worden door beleid worden beleidsactoren.

Answer 7

Deze theorie legt de focus sterk op de politieke benadering. Groepen met dezelfde belangen vormen coalities en strijden voor invloed in bepaalde beleidarena's tegen andere coalities. Institutioneel gezien wordt er weinig besproken behalve de regels die worden gesteld aan de onderlinge interacties. In deze theorie gaat men bovendien uit van het 'spillover effect', ofwel dat bepaalde beleidsterreinen elkaar overlappen in de subsystemen.

Answer 8

Eigenlijk legt deze theorie de nadruk op framing, de culturele benadering. Narrative is een verhaallijn dat bestaat uit de herkomst, doel en de gevolgen van beleid. Ze worden gebruikt om bepaalde beleidsmaatregelen te versterken. Beleidsmedewerkers en groeperingen gebruiken verhalen als strategie om de publieke opinie en de besluiten de beÃ¯nvloeden. Relevante gebeurtenissen worden hierbij gebruikt als hulpbron om het verhaal te ondersteunen. Instituties behoren hier in de context.

Answer 9

Deze theorie legt de nadruk op de institutionele benadering. De werkelijkheid bestaat uit normen en waarden waar gedrag van actoren uit voortvloeit. De context bestaat tevens ook uit al bestaande regels en fysieke en materiÃ«le voorwaarden en karakteristieken van gemeenschappen. Men handelt naar de regels.

Answer 10

Deze theorie legt de nadruk op informatie en de allocatie daarvan. Beleidsmakers, experts en ondernemers zijn belangrijke actoren die keuzes maken en zich in informatie netwerken verbinden die door verschillende 'lagen' communiceren. Informatie is erg afhankelijk van de context en de huidige staat van bijvoorbeeld op sociaal-economisch gebied, onderwijs, ideologie etc. Beleidsoplossingen evenaren de waargenomen normen van beleidsimplementatie.