Samenvatting: Therapie Met Geneesmiddelen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van therapie met geneesmiddelen
-
1 Zenuwstelsel
Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Bij welke waardes is er sprake van een verhoogde bloeddruk?
Systolische druk > 140 mmHg en een diastolische druk >90mmHg -
Wat zijn de pathofysiologische gevolgen van een verhoogde bloeddruk?
Herseninfarct of -bloeding, hartinfarct, hartfalen en perifeerarterieel vaatlijden (atherosclerose ) -
Wat zijn risicofactoren voor hart- en vaatziekten?
Roken, geslacht, leeftijd, erfelijk, te weinig beweging, te dik/BMI, lipidenspectrum/te hoog cholesterol, glucosegehalten/diabetes, achteruitgaande nier/GFR en geneesmiddelen -
Uit welke twee delen bestaat het para- en sympathische zenuwstelsel?
1. Preganglionair
2. Postganglionair -
Wat zijn bij het sympathische preganglionair de twee uitzonderingen?
1. De bronchiën, deze worden niet sympathischgeïnnoveerd 2. De bijnieren, deze hebben geen ganglion er is dus enkel een directe zenuw -
Wat is de neurotransmitter, de receptor en het effect van het hart voor sympathische postganglionair?
Neurotransmitter: noradrenaline
receptor: beta1
effect: hartslag en de slagkracht van de boezems omhoog -
Wat is de neurotransmitter, de receptor en het effect van de arteriolen voor sympathische postganglionair?
Neurotransmitter: noradrenaline
receptor: alfa1
effect: contractie/vernauwen van de bloedvaten -
Wat zijn de drie uitzonderingen bij sympathisch postganglionair?
1. De bronchiën worden niet sympathisch geïnnoveerd
2. De zweetklieren hebben als neurotransmitter; acetylcholine, als receptor; de M3 receptor en als effect; zweet productie omhoog.
3. De bijnieren hebben een directe zenuw met als neurotransmitter; acetylcholine en als receptor; de nicotine receptor -
Welk orgaan wordt niet direct parasympathisch geïnnoveerd, maar kan via neurotransmitters in de bloedbaan toch geactiveerd worden? Welke neurotransmitter, receptor en effect?
Dearteriolen : neurotransmitter; acetylcholine, receptor;M3 receptor en effect; dilatatie/verwijden van de bloedvaten -
Welke twee organen worden parasympatisch postganglionair geïnnoveerd? En wat is de neurotransmitter, receptor en het effect?
1. De bronchiën: neurotransmitter; acetylcholine, receptor; M3 receptor en effect; contractie/aanspannen van de bronchiën
2. Het hart: neurotransmitter; acetylcholine, receptor; M2 receptor en het effect; hartslag gaat omlaag
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden