Samenvatting: Therapie Met Geneesmiddelen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 98 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van therapie met geneesmiddelen

  • 1 Zenuwstelsel

    Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Bij welke waardes is er sprake van een verhoogde bloeddruk?

    Systolische druk > 140 mmHg en een diastolische druk > 90mmHg
  • Wat zijn de pathofysiologische gevolgen van een verhoogde bloeddruk?

    Herseninfarct of -bloeding, hartinfarct, hartfalen en perifeer arterieel vaatlijden (atherosclerose)
  • Wat zijn risicofactoren voor hart- en vaatziekten?

    Roken, geslacht, leeftijd, erfelijk, te weinig beweging, te dik/BMI, lipidenspectrum/te hoog cholesterol, glucosegehalten/diabetes, achteruitgaande nier/GFR en geneesmiddelen
  • Uit welke twee delen bestaat het para- en sympathische zenuwstelsel?

    1. Preganglionair
    2. Postganglionair
  • Wat zijn bij het sympathische preganglionair de twee uitzonderingen?

    1. De bronchiën, deze worden niet sympathisch geïnnoveerd
    2. De bijnieren, deze hebben geen ganglion er is dus enkel een directe zenuw
  • Wat is de neurotransmitter, de receptor en het effect van het hart voor sympathische postganglionair?

    Neurotransmitter: noradrenaline
    receptor: beta1
    effect: hartslag en de slagkracht van de boezems omhoog
  • Wat is de neurotransmitter, de receptor en het effect van de arteriolen voor sympathische postganglionair?

    Neurotransmitter: noradrenaline
    receptor: alfa1
    effect: contractie/vernauwen van de bloedvaten
  • Wat zijn de drie uitzonderingen bij sympathisch postganglionair?

    1. De bronchiën worden niet sympathisch geïnnoveerd
    2. De zweetklieren hebben als neurotransmitter; acetylcholine, als receptor; de M3 receptor en als effect; zweet productie omhoog.
    3. De bijnieren hebben een directe zenuw met als neurotransmitter; acetylcholine en als receptor; de nicotine receptor
  • Welk orgaan wordt niet direct parasympathisch geïnnoveerd, maar kan via neurotransmitters in de bloedbaan toch geactiveerd worden? Welke neurotransmitter, receptor en effect?

    De arteriolen: neurotransmitter; acetylcholine, receptor; M3 receptor en effect; dilatatie/verwijden van de bloedvaten
  • Welke twee organen worden parasympatisch postganglionair geïnnoveerd? En wat is de neurotransmitter, receptor en het effect?

    1. De bronchiën: neurotransmitter; acetylcholine, receptor; M3 receptor en effect; contractie/aanspannen van de bronchiën
    2. Het hart: neurotransmitter; acetylcholine, receptor; M2 receptor en het effect; hartslag gaat omlaag
LET OP!!! Er zijn slechts 98 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart