Samenvatting: Thermodynamica

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Thermodynamica

• 1 Opbouw vaan de materie

• 1.1 Algemene eigenschappen van de materie

• Wat is de eigenschap 'ondoordringbaarheid van de materie'?

  Elke hoeveelheid materie neemt een plaats in, waar er tezelfdertijd geen andere materie kan zitten.
  
  bv. Spijker in een stuk hout

• De materie is toch poreus. Wat verstaan we hieronder?

  Tussen de kleine deeltjes van een stof bevinden zich nog openingen, die de aanwezigheid van deeltjes van een andere stof toelaten.
  
  bv. Inkt wordt opgenomen door papier

• De materie is in zekere mate samendrukbaar en vervormbaar, maar ook elastisch of veerkrachtig. Wat verstaan we hieronder?

  Doordat er tussen de deeltjes van de materie ruimte is, kan haar volume en vorm gewijzigd worden. 
  Verdwijnt echter de oorzaak van de vervorming, dan streeft het lichaam ernaar om zijn oorspronkelijke vorm en volume weer in te nemen. 
  
  bv. Een plastieken of metalen lat kan je lichtjes plooien. Laat je de kracht op de lat terugkeren naar 0, dan neemt de lat weer haar oorspronkelijke vorm aan.

• 1.2.3 Beweging van moleculen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe nam de Engelse botanicus Robert Brown het verschijnsel 'moleculen zijn aanhoudend in beweging' waar?

  Brown bestudeerde met een microscoop de beweging van stuifmeelkorrels in water. De zeer kleine stuifmeelkorrels (diameter 10^-3 tot 10^-6m) zweefden daar niet gewoon in rond, maar beschreven hoekige, zigzagvormige bewegingen.

• Hoe vond de Franse natuurkundige Jean Perrin op het einde van de 19de eeuw een verklaring voor de 'Brownse beweging'?

  Hij ging met een sterke lichtmicroscoop de verplaatsing van zeer kleine deeltjes in water na. Om de 30 seconden bracht hij de stand van bepaalde deeltjes in grafiek en verbond dan de opeenvolgende standen door rechte lijnstukken. Het resultaat hiervan is te zien in de figuur. Deze figuur geeft de baan weer van een deeltje van 0,53µm voorgesteld op geruit papier; de zijde van een vierkantje bedraagt hierbij 3,0µm.

• 1.2.4 Scheikundige opbouw van moleculen

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat bevindt zich rond de kern van een atoom?

  Rond die kern bevindt zich de elektronenwolk/-mantel. Daarin wentelen op vaste banen zeer kleine negatief geladen deeltjes, de elektronen. Elk elektron wordt gekenmerkt door zijn eigen stel quantumgetallen.

• 1.3 Intermoleculaire krachten

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat wil 'voldoende dicht' zeggen in de context van aantrekkingskrachten?

  De onderlinge afstand tussen 2 moleculen moet kleiner zijn dan een bepaalde grensafstand d_g die ruwweg gelijk is aan 1 nm.

• 1.5.1 In vaste toestand

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Bespreek de potentiële energie in vaste toestand.

  Doordat de moleculen in een vaste stof binnen elkaars actiesfeer zitten en elkaar daarbij sterk aantrekken bezitten ze potentiële energie. 
  De potentiële energie is vrij klein omdat de moleculen zich echter maar over kleine afstanden kunnen verplaatsen. 
  Temperatuursverhoging -> intermoleculaire afstanden groter -> potentiële energie groter

• 1.5.2 In vloeibare toestand

• Bespreek de kinetische energie in vloeibare toestand.

  In vloeibare toestand bezit een stof kinetische energie, omdat de moleculen niet meer aan vaste plaatsen gebonden zijn en ze bewegen wanordelijk door elkaar. 
  Dit is hoofdzakelijk translatie-energie. 
  Temperatuur constant -> gemiddelde snelheid constant

• Bespreek de potentiële energie in vloeibare toestand.

  In vloeibare toestand bezit een stof potentiële energie, omdat de moleculen nog steeds onderhevig zijn aan onderlinge cohesiekrachten. 
  Potentiële energie in vloeibare toestand is groter dan in vaste toestand, omdat de gemiddelde intermoleculaire afstand groter is.