Samenvatting: Thorax P2

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Thorax p2

• 1 Anatomie thoraxwand

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de lagen (weefseltypen op volgorde van buiten naar binnen)?

  1. Huid met haarzakjes 
  2. Bindweefsel en vet 
  3. Klierweefsel 
  4. Spieren

• Hoe is de bloedvoorziening geregeld in/naar de borst?

  Via de arterie thoratica interna (die loopt richting de arm)

• Hoe is de lymfedrainage geregeld in de borst?

  Op drie niveaus
  1.nodi lymphoidei axillares
  2.nodi lymphoidei parasternales

• Hoeveel gewrichten zitten er aan het sternum en hoe heten deze? En waarom zijn deze gewrichten zo belangrijk in combinatie met de andere gewrichten?

  7.
  articulatio sternocostaqlis. 
  Deze gewrichten zijn belangrijk om te kunnen ademhalen. 

• Hoe zijn de ribben verdeeld en hoe heten de twee soorten? En hoe heten de wervels die met deze ribben verbonden zijn en hoe heten de gewrichten daarbij?

  • Costa verae: I-VII waar
    
  • costa spuriae: VIII - X vals
  • Costa fluctuantes: X-XII zwevend

  
  
  thoracale wervels 
  articulatio costavertebralis

• Beschrijf hoe de spieren (4) rondom de ribben zijn gestructureerd.

  Bovenop: m. Intercostalis externus (trekt de boel omhoog dus loopt van onder naar boven)
  Onderop: m. Intercostalis internus (trekt de boel naar beneden dus loopt van boven naar beneden)
  
  Van binnen: m. Intercostalis transversus komen uit het sternum en lopen tot ongeveer halverwege de ribben 2-6. Aan de binnenkant van de ribben. (trekt het sternum naar beneden)
  Van binnen: m. Intercostalis intimus. Zelfde plek en functie als transversus alleen wat dikker.
  
  

• Welke zenuw innerveert de ribben?

  N. Intercostalis: onspringt uit ruggenmerg.

• 2 Fysiologie van de vaten

  Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem de overeenkomsten en verschillen tussen aterieen en venen (5).

  Zie afbeelding

• Uit watvoor type cellen bestaan de venen en de arterieen?

  Tunica externa
  

  • bloed en zenuwen (bij beide)

  
  Tunica media
  

  • gladspierweefsel (bij beide)
  • elastische vezels bij de arterie

  
  Tunica intima
  

  • elastische vezel bij arterie
  • endotheelcellen (bij allebei maar wel verschillende)

• Welke twee soorten circulaties zijn er? En wat is HET verschil tussen de twee?

  Macrocirculatie: 
  

  1. grote vaten (>400 um) 
  2. weinig weerstand
  3. voor transport
     

  
  
  Microcirculatie: 
  

  1. kleine vaten (kleine arterie + arteriolen + capillairen < 10um) 
  2. veel weerstand 
  3. voor regulatie van de bloeddruk en uitwisseling van deeltjes.