Tijd van burgers en stoommachines - Democratisering in Nederland
4 belangrijke vragen over Tijd van burgers en stoommachines - Democratisering in Nederland
Je kunt uitleggen waarom burgers in 1848 in opstand kwamen en welke politieke gevolgen dit in Nederland kreeg.
- Koning Willem I had veel macht en deed wat hij zelf wilde.
- De liberalen waren voor burgerlijke vrijheden en politieke invloed voor het volk.
- Toen de prijzen in 1848 stegen door mislukte oogsten, kwamen ze in opstand. De machtsverdeling moest herzien worden.
- Willem II, die sinds 1840 aan de macht was, wilde voorkomen dat hij verjaagd werd. Hij liet de liberale Johan Thorbecke de grondwet herzien.
- Hierin werd vastgesteld dat de koning staatshoofd bleef, maar de ministers waren voortaan geen verantwoording schuldig aan hem, maar aan het parlement. De parlementsleden werden gekozen aan de hand van het censuskiesrecht.
Je kunt de opkomst van het feminisme als emancipatiebeweging verklaren en beschrijven.
- Het kiesrecht werd steeds verder uitgebreid, doordat er geen duidelijke regels waren rondom 'kentekenen van geschiktheid'.
- Het percentage mensen met kiesrecht werd steeds groter, maar arbeiders en vrouwen bleven achter.
- Feministen benadrukten via de Vereniging van Vrouwenkiesrecht dat vrouwen ook kiesrecht moesten krijgen.
Je kunt de standpunten van de zuilen over de schoolstrijd en het algemeen kiesrecht benoemen en verklaren.
- Algemeen kiesrecht:
- Socialisten: algemeen kiesrecht
- Liberalen: algemeen kiesrecht
- Confessionelen: geen algemeen kiesrecht
- Schoolstrijd:
- Socialisten: tegen gesubsidieerd bijzonder onderwijs.
- Liberalen: -
- Confessionelen: voor gesubsidieerd bijzonder onderwijs.
- Uiteindelijk werd er een compromis gesloten door de invoering van algemeen mannenkiesrecht en de subsidies voor bijzonder onderwijs.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Je kunt beschrijven hoe de democratisering in Nederland verliep.
- 1848: Thorbecke schreef een grondwet, waarin het censuskiesrecht werd vastgelegd. Mensen die vermogend genoeg waren, mochten stemmen. "No taxation, without representation"
- 1887: Kiesrecht op basis van "kentekenen van geschiktheid". Er waren geen duidelijke regels, dus steeds meer mensen mochten stemmen. Tot bijna iedereen behalve vrouwen en arbeiders stemrecht hadden.
- 1917: Algemeen mannenkiesrecht werd toch ingevoerd.
- 1919: Algemeen vrouwenkiesrecht werd ingevoerd.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden