Kenmerkende aspecten - Tijdvak 8 - Tijd van burgers en stoommachines

7 belangrijke vragen over Kenmerkende aspecten - Tijdvak 8 - Tijd van burgers en stoommachines

Omstreeks 1750 begin in Groot-Brittannië de industriële revolutie, een ingrijpende maar geleidelijke verandering van de nijverheid die sneller, grootschaliger en goedkoper ging produceren. Er ontstond een industriële samenleving, waarin meer dan de helft van de bevolking in de steden woonde en waarin industrie en diensten de belangrijkste beroepssectoren werden. De industrialisatie verspreidde zich in de tweede helft van de 19e eeuw naar andere Europese landen, de VS en Japan en in de 20e eeuw naar de rest van de wereld.

De industriele revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriele samenleving

De industrialisatie leidde tot het ontstaan van de sociale kwestie: de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. In het maatschappelijk debat hierover kwamen verschillende opvattingen over oorzaken en mogelijke oplossingen naar voren, variërend van niets doen tot ingrijpen door de overheid. Arbeiders richtten vakbonden op om gezamenlijk met werkgevers te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden.

Discussies over de 'sociale kwestie'

Door de industriële revolutie hadden de Europese landen grote behoefte aan grondstoffen en afzetmarkten en waren ze militair superieur. In de 19e eeuw veroverden ze grote gebieden in Afrika en Azië waar ze kolonies stichtten. Ook het Chinese keizerrijk verloor een deel van zijn onafhankelijkheid aan koloniale mogendheden.

De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industralisatie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In de 19e eeuw nam bijna overal in Europa de volksinvloed toe. Groot-Brittannië en Nederland bijvoorbeeld werden parlementaire democratieën; in Duitsland lukte dat niet.
​Het kiesrecht werd geleidelijk uitgebreid: eerst stemden alleen de belastingbetalende, rijke mannen (censuskiesrecht), later ook de gewone man en vrouw.

Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces

Vanaf 1815 ontstonden politieke stromingen als het liberalisme, nationalisme en socialisme, die zich verzetten tegen de conservatieve monarchieën. Door de opkomst van de burgerij en de arbeidersklasse groeide hun invloed.

De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Wanneer verspreide de industrialisatie naar Europa, US en japan?

in de 2e helft van de 19e eeuw

Wanneer verspreide de industrialisatie naar de rest van de wereld?

In de 20e eeuw

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo