Samenvatting: Toedienen Van Medicatie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 75 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Toedienen van medicatie

  • 1 Essentiële informatie alvorens het toedienen van medicatie.

  • Hoe verzamel in de juiste gegevens alvorens het toedienen van medicatie?

    Door de vragen te stellen:

    Wie? 
    Naam zorgvrager:
    - aanspreken met naam
    - armband nakijken
    - kamernummer
    - nazicht verpleegdossier

    Waar?
    Plaats per toedieningsweg:
    - oraal, rectaal, parenteraal, nasaal,.....

    Hoeveel?
    Dosering:
    - Mg, gr, druppels, I.E.
    - Aantal keren per dag, week....

    Wat?
    Informatie omtrent geneesmiddel:
    - Welke medicatie
    - Etiket vergelijken met voorschrift arts (of verpleegdossier)
    - Naam
    - Concentratie (mg/ml)
    - Manier van toedienen
    - Vervaldatum nakijken

    Hoe?
    Volgens de verpleegkundige richtlijnen!
    - Stappenplan

    Waarom?
    Op voorschrift van de behandelende arts.
    - preventief
    - curatief
    - symptomatisch
  • 2 Injecties of inspuitingen

  • 2.1 Definitie

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is parenterale toediening van medicatie?

    Als je medicatie niet gaat toedienen via  de maag en de darmen.
    Een injectie is een parenterale toediening van medicatie.
  • 2.3 Wanneer dien je medicatie toe via injectie?

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer dien je medicatie toe via injectie?

    Voor snelle opname van de medicatie.
    Voor snelle werking van de medicatie.
    Zv mag medicatie niet per os innemen.
    De medicatie prikkelt het maagslijmvlies te veel.
  • 3 soorten spuiten

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • 3.1 De injectie naald

  • Wat zijn de kenmerken van injectienaalden?

    Meestal wegwerpnaalden. De naald is gemaakt van roest vrij staal.
    Aanzetstuk is in kunststof.
    Het heeft een Gaugenummer (dikte van de naald)
    Naaldkap beschermt de naald.
    Niet recappen: gooi gebruikte naalden in naald container.
    Sommige kant-en-klare spuiten hebben een veilig systeem.
  • 5 De subcutane injectie (SC) en toedienen van anticoagulans

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het toedienen van medicatie via een subcutane injectie?

    Bij een subcutane injectie spuit je de medicatie in de onderhuid met een steriele spuit en naald.

    Medicatie met een trage resorptie en een langdurige werking injecteer je subcutaan.
  • Welke medicatie injecteer je subcutaan (SC) of onderhuids?

    Hormonen
    - insuline
    - glucagon (suikers toedienen)
    - vrouwelijke hormonen, bij infertiliteit

    Anticoagulantie
    - dit zijn bloedverdunnende middelen met een trage resorptie en een trage werking. Vb: Clexane, Fraxiparine, Innohep,.......

    Pijnstillers
    - deze hebben een trage en langdurige werking. Vb: Morfine
  • Wat zijn de voordelen van een subcutane toediening?

    VOORDELEN

    - een injectie in het vetrijke onderhuidse bindweefsel zorgt voor een snelle en bijna volledige resorptie van de medicatie in de bloedbaan.   

    - je kan langer subcutane injecties geven dan intramusculaire injecties.
    WAAROM?
    - subcutane injectie beschadigen het weefsel weinig. Je hebt weinig kans om grote bloedvaten en zenuwen te raken.
  • 5.1 De plaatsbepaling

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waar dien je een subcutan injectie toe?

    - lateraal: aan de buitenkant van de opperarm
    - lateraal: aan de buitenkant van de dij
    - ventraal: aan de bovenkant van de dij
    - in de buikwand, op 3 cm van de navel (onderkant of lateraal van navel)

    Waar je een huidplooi kan maken. Meest gebruikte plaatsen zijn:
    - de vetkussentjes op de buitenkant van de bovenarm
    - de vetkussentjes op de buitenkant van dijbeen
    - het losse weefsel van de buikwand

    De injectieplaats bepaalt ook de resorptie en de pijn:
    WAAROM
    - er is een snellere resorptie via de buik
    - er is een trager resorptie via de bovenarm
    - de injectie is pijnlijker via de buik
  • Hoeveel vloeistof mag je subcutaan injecteren?

    Je mag tussen de 0,2 ml en de 2 ml vloeistof sucutaan injecteren.
    Meer dan 1,5 ml is pijnlijk.
  • Wat moet je doen als je regelmatig een subcutane injectie moet toedienen?

    Zorg dan voor een rotatieschema. Je wisselt dan de plaats van injectie af.
LET OP!!! Er zijn slechts 75 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart