Samenvatting: Toegepaste Geneesmiddelenkennis | 9789036809399 | I J D Jungen, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Toegepaste Geneesmiddelenkennis | 9789036809399 | I. J. D. Jungen; M. J. Tervoort
-
1 Inleiding
-
1.2 Wettelijke bepalinge
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke indeling van geneesmiddelen word binnen de wetgeving gehanteerd? 4
UR geneesmiddel . Uitsluitend op receptverkrijgbaar UA geneesmiddel . Zonder recept en uitsluitend door een apotheker geleverd mag wordenUAD geneesmiddel . Zonder recept uitsluitend door apotheek ofverkooppunt onder toezicht drogist mag leveren- AV-
geneesmiddel . Algemeenverkrijgbaar middel.
-
2 Het geneesmiddel
-
2.1 indeling
-
Geneesmiddelen worden op verschillende manieren ingedeeld, bijvoorbeeld naar toepassingsgebied, chemische verwantschap en werking. In welk soort werkingen wordt onderscheid gemaakt?
Causale werking (curatief)Profylactisch (preventief)Symptomatisch Substitutiewerking (het vult een tekort aan)Placebo
-
2.3 toedieningsvormen
-
Welke verschillende droge toedieningsvormen ken je?
- Poeder
- pillen
- tabletten
- capsulers
- Transdermaal toedieningssysteem
- Poeder
-
Welke verschillende natte toedieningsvormen ken je?
- Oplossing (gehele oplossing in de vloeistof)
- Suspensie (vermengd, viskeuze vloeistof)
- Emulsie (samenvoeging van twee niet met elkaar mengbare vloeistoffen)
- Injecties en infusen (ampul, flacon, injectiespuit)
- Oplossing (gehele oplossing in de vloeistof)
-
Welke vormen vette toedieningsvormen ken je?
- Zalf
- Creme (mengsel van water en vet)
- Pasta ( 50% poeder, sterk indrogend)
- Zalf
-
2.7 farmacodynamiek
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.7
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer wordt er gesproken over interactie?
Wanneer verschillende stoffen (geneesmiddelen ,voedingsmiddelen ,genotsmiddelen ) elkaars (bij)werkingbeïnvloeden .
Interactie kan de gehele weg van resoportie, distributie, biotransformatie en de excretie. -
Wat is additie met medicatie?
Additie met medicatie verwijst naar het combineren van verschillendegeneesmiddelen .
Twee gm zijn onderlinguitwisselbaar voor het verkrijgen van een effect. (1+1=2).
Voorbeeld: Alcohol en benzodiazepines. -
Wat betekent interactie in de resorptiefase?
Interacties in de resorptiefase verwijzen naar de onderlinge beïnvloeding van elementen tijdens dit proces.- Betrokkenheid tussen cellen en stoffen
- Regulatie van weefselafbraak
- Communicatie tussen immuuncellen en osteoclasten
- Invloed van hormonen op botresorptie
- Effect van externe factoren zoals voeding en activiteit
Deze interacties zijn cruciaal voor een gezond resorptieproces. -
Wat betekent de interactie tijdens de fase van biotransformatie?
De fase van biotransformatie houdt verband met verschillende belangrijke aspecten:- Veranderingen in stoffen: Chemische verbindingen worden gemodificeerd.
- Metabolieten: Er ontstaan nieuwe, vaak actieve of inactieve, verbindingen.
- Enzymactiviteit: Specifieke enzymen spelen een cruciale rol in het proces.
- Ligand-binding: Interactie met receptoren of andere biomoleculen kan optreden.
- Afbraak van toxines: Helpt bij detoxificatie en uitscheiding van schadelijke stoffen.
-
Wat betekent de interactie in de excretiefase?
In de excretiefase verwijst interactie naar de verschillende medicatie.
VB: Diuretica verhogen de plasmaspiegel van lithium of kunnen een alkalose (zuurgraad te laag in bloed) veroorzaken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden