Samenvatting: Toets Kunsten
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Toets kunsten
-
Toets kunsten
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 08/04/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Een schilderij met dansende mensen, maar als je beter kijkt zijn de mensen aan het dansen. Manier van kijken?
voorstelling -
In de vraag staat een stukje: heb jij ook zo'n lief konijntje?
associatie wijze -
Een les over beroeping ging fout. Hoe kwam dat?
Een goede instructie en inspiratie mist. -
Griezel tekenen met houtskool
Lijnen tekenen
Licht inkleuren
Monster donker
Uitvegen -
Kinderen die niet tegelijkertijd klappen, zingen en stampen:
zijn gecentreerd, kunnen geen twee dingen tegelijk -
Vraag over juf Inge en haar beroepenles tijdens Drama. makkelijk, moeilijk, moeilijkst:
makkelijk > beroep voordoen
moeilijk > een kind doet beroep voor, ander kind laat zien dat hij weet welk beroep het is door mee te spelen.
moeilijkst > een kind doet een beroep voor en ander kind brengt nieuw probleem in. -
Concreet naar grafische notatie > olifant (op volgorde zetten)
Stampen met hele lichaam
Stampen met handen en vingertoppen
Vingerafdrukken muizenpoten en olifantenpoten
Stampen met instrumenten nadoen -
Fasen muziek in volgorde zetten
hard en zacht
snel en langzaam
hoog en laag
zuiver en vals -
Wat is het verschil tussen informeren, introduceren, instrueren?
Introduceren: leerlingen in sfeer brengen, introductie is kort, krachtig en verrassend. Leerlingen enthousiast maken.
Informeren: leerlingen horen met welke beeldaspecten ze aan het werk gaan. Leerkracht vertelt wat de bedoeling is. bekijkt en bespreekt de aspecten van de les. Leerlingen gaan aan het werk
Instrueren: kort en duidelijk vertellen wat er van de leerlingen verwacht wordt.
selectief, aanschouwelijk en interactief. (probleemoplossendproces)
Leerlingen weten wat ze moeten doen, maar niet hoe. -
Bij Dans moet je 3 woorden uit een woordweb geven waar je een dans mee kunt maken:
spetteren, blazen en waaien
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden