Samenvatting: Toets Periode 1

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 43 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Toets periode 1

  • 1 Toets periode 1

    Dit is een preview. Er zijn 33 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Noem 4 functies van het recht en leg uit wat daaronder wordt verstaan

    Normatieve functie (rechtsnormen)
    Geschiloplossende functie (geschillen worden beslecht door rechter, niet door eigenrichting)
    Additionele functie ( als gemaakte afspraken niet volledig zijn, kan recht hierbij helpen)
    instrumentele functie (om alles in goede banen te leiden, denk aan verkeer)
  • Geef twee andere termen voor burgerlijk recht

    Civiel recht of privaatrecht
  • Noem 4 organen in Nederland die de wetgevende macht bezitten

    Nationale wetgever (staten-generaal + regering)
    decentrale wetgevers (zoals provincie, gemeente)
    Ander instanties (Zoals SER)
  • Wat is het verschil tussen een wet in formele zin en een wet in materiele zin?

    Wet in formele zin is gevormd door Staten-Generaal + regering
    Wet in materiële zin is voor een onbepaald aantal
    Wet in formele zin kan dus ook wet in materiele zin zijn.
    Een besluit hoeft geen wet in formele of materiële zin te zijn (bijv. bouwverordening)
  • Waarom wordt jurisprudentie tot de rechtsbronnen gerekend?

    Omdat er uitleg van een rechtsregel wordt gegeven
  • Bevat een wet in formele zin altijd formeel recht?

    Nee, een wet in formele zin is gemaakt door staten generaal + regering maar hoeft niet over geboden en verboden te gaan.
  • Welke 3 machten onderscheide montesqieu in de trias politica en wie voert deze macht in Nederland uit??

    - wetgevende macht = staten generaal+ regering
    -Rechtsprekende macht = rechtsprekende rechters
    -Uitvoerende macht = openbaar bestuur
  • Welke 2 vormen van decentralisatie kennen wij in NL

    Territoriale spreiding (zoals provincies en gemeenten alleen in eigen gebied mogen werken)
    Functionele spreiding (bedrijfslichamen die een beroepsgroep vertegenwoordigen)
  • Welke organen op centraal niveau oefenen de bestuurlijke macht uit?

    De regering en de individuele ministers
  • Wat is een klassiek grondrecht? waar vind je een opsomming?

    Een klassiek grondrecht is een gebied wat de overheid niet mag betreden. Je vindt dit in hoofdstuk 1 van de grondwet
LET OP!!! Er zijn slechts 43 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart