Samenvatting: Toetstermen 7

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Toetstermen 7

• 1 TT7

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat beoordeelt de bestuursrechter in de procedure?

  Of het bestreden besluit rechtmatig of onrechtmatig moet worden gevonden.

• Welke vraag komt na de gegrondverklaring van het beroep aan de orde?

  Wat een adequate rechterlijke reactie is op het onrechtmatigheidsoordeel of welk dictum passend is.

• Hoe wordt de omvang van het geschil bepaald?

  Door het aanvoeren van beroepsgronden en het aanvoeren van de gronden van verweer door partijen.

• Wat blijft in ieder geval buiten het toetsingsbereik van de rechter?

  Niet aangevochten aspecten van het bestreden besluit of onderdelen daarvan.

• Om welke aspecten kan het bij de rechtsvinding van de bestuursrechter gaan?(3)

  1. de bevoegdheid van het bestuursorgaan;
  2. De procedure van voorbereiding die tot het besluit heeft geleid;
  3. de inhoud van het besluit, dat wil zeggen de erdoor vastgestelde of geconstitueerde rechtspositie(s).

• Wanneer vindt onbevoegdverklaring van de bestuursrechter plaats?

  Als geen enkele bestuursrechter bevoegd is van het aangebrachte geding kennis te nemen.

• Wat houdt de verwijzingsregeling van de bestuursrechter naar de burgerlijke rechter en omgekeerd in?

  Deze behelst een wederzijdse verwijzingsverplichting voor de bestuursrechter en de burgerlijke rechter door voor te schrijven dat in het vonnis of de uitspraak wordt bepaald welke rechter bevoegd is van het geschil kennis te nemen.

• In welke gevallen heeft het dictum onbevoegdverklaring alleen betekenis?

  1. als rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter is ingesteld tegen een van het recht van beroep uitgezonderd besluit;
  2. als hoger beroep is ingesteld tegen een uitspraak waarvan geen enkele hoger-beroepsrechter bevoegd is kennis te nemen.

• wanneer wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard?

  Als het beroep is ingesteld bij de verkeerde bestuursrechter.
  appellant is geen belanghebbende meer
  appellant heeft geen procesbelang meer
  beroep is te laat ingesteld
  griffierecht is niet of niet tijdig betaald
  beroepschrift voldoet niet aan de eisen en appellant is in gebreke gebleven het verzuim te herstellen.

• Wanneer wordt het beroep gegrond verklaard?

  Als een of meer van de aangevoerde beroepsgronden doel treffen of als de rechter het bestreden besluit ambtshalve onrechtmatig acht.