Totale Samenvatting

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Totale samenvatting

• 1 Algemene goederenrechtelijke leerstukken

• 1.1 Literatuur

  Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat verstaan we onder Numerus Clausus?

  Numerus clausus betekent dat de wet bepaalt wat las goederenrechtelijk figuur erkend wordt en wat niet. 
  
  Het is een gesloten stelsel.

• Wat verstaan we onder een beperkt recht?

  Ex art. 3:8 BW is een beperkt recht (dochterrecht) afgeleid uit een meer omvattend recht (moederrecht) dat met het beperkte recht is bezwaard. Dus geen afgesplitst deel maar een afgeleid deel van het moederrecht.

• Wat gebeurd er met een beperkt recht als het moederrecht (bloot eigendom) wordt overgedragen?

  Op grond van het droit de suite en zaaksgevolg beginsel blijft het beperkt recht rusten op de zaak.

• Zijn aandelen en of beperkte rechten in een registergoed ook een registergoed?

  Ex art. 3:98 jo. 3:96 (schakelbepaling) zijn aandelen en beperkte rechten in een registergoed ook aan te merken als een registergoed.

• Bij een registergoed is de inschrijving en of vestiging van in de openbare registers constitutief.Wat betekent dit precies?

  Zonder inschrijving in de openbare registers, heeft er juridisch geen eigendomsoverdracht plaatsgevonden.

• Wat zijn de vereisten van art. 3:4 bestanddelen?

  1. Verkeersopvatting.
  Hierbij gebruik je het arrest: Depex/Curatoren Bergel:
  - Zijn de zaken constructief op elkaar afgestemd.
  - Compleetheidscriterium ofwel moet de zaak onvoltooid beschouwd worden zonder de andere zaak.
  - Dat iets tijdelijk verbonden is, duidt op losse zaken.
  2. Beschadegingscriterium.
  Er is sprake van bestanddeel als er niet zonder schade van enig betekenis aan 1 van der zaken, niet kan worden verwijderd/losgekoppeld.

• Hoe kun je de hoedanigheid van bestanddeel doorbreken?

  Afscheiden zaak of door het vestigen van een opstalrecht/mandeligheid ex artt. 5:101 en 5:60 BW.

• Leg uit watvoor effect bezit kan hebben op eigendom?

  - art. 3:109 BW wie een goed houdt wordt vermoed bezitter te zijn.
  - art. 3:119 BW een bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn. (Dit is natuurlijk niet het geval bij registergoederen vanwege de openbare registers)
  - art. 3:118 BW een bezitter wordt vermoed goeder trouw te zijn.
  - art. 120 BW een bezitter te goeder trouw heeft recht op de vruchten van het bezit.

• Wat voor registersysteem hanteert Nederland ten behoeve van openbare registers?

  Een gematigd negatief stelsel.

• Wat betekent de leer van directe verkrijging?

  Hierbij wordt de achterman direct eigenaar omdat de tussenpersoon enkel voor hemt houdt. 
  Bezitsverschaffing ex art. 3:84 jo 3:90 jo 3:110 BW.