Samenvatting: Tractus Digestivus En Tractus Respiratorius
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van tractus digestivus en tractus respiratorius
-
1 dag 1 pathofysiologie asthma (epitheel e.d.)
Dit is een preview. Er zijn 35 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen de interne en de externe respiratie?
De externe respiratie is de respiratie waarbij er gasuitwisseling plaatsvind met de buitenlucht en de interne respiratie is dat deel waarin het bloed het zuurstof en het CO2 vervoert en het uitwisseld met de organen. -
Waaruit bestaan de bovenste en de onderste luchtwegen?
Bovenste luchtwegen: Alles wat zich in het hoofd bevind aan luchtwegen; neus, larynx, farynx (gebied tussen mond en slokdarm wat zorgt voor slikreflex), larynx (strottenhoofd)
onderste luchtwegen: trachea, bronchien, bronchiolen, alveoli. De trachea en de bronchien zijn de grotere luchtwegen. en de rest zijn de kleinere luchtwegen. -
Hoe ziet een doorsnede van de luchtwegen eruit?
De bovenste luchtwegen hebben vrijwel geen glad spierweefsel. De lagere luchtwegen wel op de alveoli na. Die hebben alleen epitheel. -
Wat is het verschil in luchtwegconstrictie bij de trachea en de bronchi en de kleinere luchtwegen?
De trachea en de bronchi bestaan uit een kraakbeenhoefijzer met daartussen 1 stukje glad spierweefsel. Bij contractie is het effect daarom niet zo heel groot. De kleinere luchtwegen hebben echter veel meer glad spierweefsel wat het effect bij contractie dan ook veel groter maakt. -
Hoe ziet een luchtwegdoorsnede van de kleinere luchtwegen eruit?
Deze heeft een kleine spierlaag. De alveoli eromheen zorgen ervoor dat deze open blijft. Het heeft ook geen trilhaarepitheel meer want dit gaat maar tot aan de lagere bronchien. Bij COPD is de functie van de alveoli om de kleinere luchtwegen open te laten verstoord. -
Hoe vindt de mucusuitscheiding plaats?
NaCl wordt opgenomen in de cel, waarna Na weer vrij snel wordt terug getransporteerd, maar Cl wordt in het lumen uitgescheiden. Door osmos volgt water vervolgens waardoor slijm ontstaat. Het chloridekanaal waarmee Chloride wordt uitgescheiden in het lumen is bij cystische fibrose patienten verstoord. -
Wat is het verschil tussen type 1 en type 2 cellen in de alveoli?
Type 1: Zijn betrokken bij de gaswisseling en zijn extreem dun. Bij beschadiging kunnen ze zichzelf niet repliceren waardoor er dus verlies ontstaat. Gelukkig kunnen type 2 cellen zich differentieren in type 1 cellen als dat nodig is.
Type 2 cellen maken surfactant aan en nemen minder ruimte in beslag dan de type 1 cellen want ze zijn wat ronder en minder langgerekt dan type 1 -
Wat zorgt in (allergische) astma nu voor een bronchiale obstructie?
Een allergeen plus IgE zorgt voor een allergische reactie. Dit zorgt voor een bronchiale hyperrespons wat zorgt voor een bronhiale obstructue.
Bij niet allergische stimuli ontstaat er al meteen een bronchiale hyperrespons wat meteen een bronchiale obstructie kan veroorzaken. -
Wat voor exogene factoren zijn er zoal die bronchoobstructie kunnen veroorzaken bij bronchiale hyperreactiviteit?
1) allergeeninhalatie
2) virusinfecties
3) fysische prikkels
4) geforceerde ademhalingsbeweging
5) chemische prikkels
6) farmacologische inhalatie -
Wat voor geforceerde ademhalingsbewegingen zijn er zoal?
inspanning, hyperventilatie, lachen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden