Rhinitis

8 belangrijke vragen over Rhinitis

Wat zijn symptomen van Rhinitis?

- zwelling van de bloedvaten
- oedeem
- hypersecretie
- niesbuien

Wat zijn prikkels voor rhinitis?

- allergeen
- infectie
- stof, irritantia, temperatuurwisseling

Wat is het verschil tussen een normale verkoudheid en rhinitis?

Bij de normale situatie gebeurt het bij een overmatige prikkeling
Bij rhinitis is er sprake van hyperreactiviteit.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het verschil tussen non-allergische en allergische Rhinitis?

non-allergische: kan zowel infectieus als niet infectieus zijn. NIet infectieus kan zowel mechanis als non-mechanisch zijn.
allergische: kan bijv seizoensgebonden of periodiek zijn.

Hoe is de pathofysiologie van rhinitis?

In de neus zitten geen spiercellen i.t.t. de andere luchtwegen. Symptomen ontstaan dmv vasodilatatie  en dus een opzetting van het neusslijmvlies. Een overeenkomst met astma is dat dezelfde ontstekingscellen erbij zijn betrokken.
De bloedvaten in de neus bevatten beta 2 receptoren die zorgen voor relaxatie en alfa 2 receptoren die zorgen voor constrictie. Deze alfa 2 receptoren zitten hier postsynaptisch.
Zenuwuiteinden op de mucuscellen zorgen via de parasympathicus voor een verhoogde mucusuitscheiding.
VIP en NO zijn ook van belang.

Wat is de rol van histamine bij allergische rhinitis?

Histamine komt vrij uit de mestcellen via de Beta 2 agonisten maar het kan ook door cholinerge activatie.
Hierbij is de behandeling met cromonen omdat het bij rhinitis wel duidelijk is dat cromonen de mestcellen stabiliseren.

Hoe is de behandeling bij rhinitis?

Het beste is natuurlijk gewoon om het allergeen te vermijden.
Naast cromonen werken de corticosteroiden ook. Eigenlijk zelfs beter dan de cromonen.
Antihistaminica worden ook ingezet of immunotherapie.
Decongestiva kunnen ook werken. Maar bij langer gebruik zorgen ze juist voor een verstopte neus.

Wat is de therapie bij allergische rhinitis?

1) antihistaminica (niet de klassieke anti-histaminica meestal!)
klassiek (sederend en oraal): Chloorfeniramine en clemastine
2e generatie (niet-sederend en oraal): (levo)cetirizine, (des)loratidine, levocabastine (lokaal), azelastine (lokaal)
2) cromonen: cromoglycaat (lokaal)
3) glucocorticosteroiden (lokaal): beclomethason, budesonide en fluticason.
4) immunotherapie (desensibilisatie): bijen- en wespengif, huisstofmijtextract, graspollenextract.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo