Indeling luchtwegen
12 belangrijke vragen over Indeling luchtwegen
Wat zijn constrictor pharyngeus?
de tong/solea> m. Constrictor pharyngeus superior
het tongbeen/os hyoideum> m.Constrictor pharyngeus medialis
de larynx/strottenhoofd > m. Constrictor faryngeus inferior
Wat is de functie van de farynx/slokdarmhoofd?
slik kanaal, dit deel heeft een verbinding met het middenoor vanuit de pars nasalis met de tuba auditivae(buis van eustachius)
De trachea bestaat uit drie lagen benoem deze;
- tunica adventitia/kraakbeenring, : is los bindweefsel, het maakt verschuiving met de omgeving mogelijk
- tunica fibrocartilaginea/bindweefsellaag
lig, anularia
bindweefsel → bevat collageen en elastische vezel
3. tunica mucosa/slijmvlies ,is slijmvlies in het dorsale deel verschuifbaar. Door contracties van de m. trachealis ontstaan hier lengte plooien. Het is bekleed met cilien (= trilharen). Deze trilharen zorgen ervoor dat de stofdeeltjes en slijm naar de mond worden vervoerd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Benoem de drie onderdelen van de eindvertakking vd bronchus
5.Glad spierweefsel in de wand van de bronchiolus
6. Longtrechtertje met daarin de alveol
Vanaf de trachea, hebben we gezien dat we een splitsing krijgen de bifurcatio trachealis, hierna hebben we
- .Hoofdbronchiën
- Bronchiën
- Bronchioli → hier speelt zich astma bronchialis af, door een contractie van deze bronchioli.
-bezit geen kraakbeen
-bezit wel elastische vezels
Benoem de drie onderdelen van de longtrechter
7.Bronchiolus
8.Alveolus
9. Capillairnet om de alveol
Hoe heet het gaas om de longblaasjes/alveolair?
Beschrijf de capilair wand welke om de longblaasjes/alveolair zit;
- Capilair wand → bevat endotheel = binnen bekleding → zit vast op basaal membraan
- vanuit capillair naar alveolair<--CO²
- vanuit alveoli naar capillair → O²
Hoe verloopt de passage bij gastransport bij O² en CO²
waterlaag •
alveolair epitheel •
basale membraan van alveolair → alveolaire membraan •
losmazig bindweefsel •
basale membraan van capillair •
capillair wand
CO²
andersom
Wat is pleura visceralis?
- Dit omgeeft de long •
- Het zit "los" op het long oppervlak = verkleefd met de long •
- Volgt long in alle fissuren en holten.
- Zo ontstaan lobben/segmenten. •
- Afwezig t.h.v. longhilus (= intrede plaats van de hoofd-bronchiën) •
- Het bezit éénlagig epitheel (met collageen + elastische vezels)
- Het is niet gevoelig voor pijn
Wat is pleura parietalis?
- Zit vast op de onderlaag •
- Zit niet aangehecht aan de long •
- Zit vast op de borstwand (ribben/diafragma). Dus het volgt de thorax in zijn beweging •
- Ter hoogte van de ribben en hartzakje → v.n.l. collagenevezels.
- Ter hoogte van de middenrif en hartzakje → v.n.l. elastische vezels.
- Middels bindweefsel verbonden aan halsfacia. •
- Wel gevoelig voor pijn → via afferenten van de intercostale zenuw via n.phrenicus •
- Draagt bij in het ontstaan van excavatio's •
Onderverdeeld in regio's: o
- mediastinaal
- cervicaal
- diafragmaal
- costovertebraal
Wat is de Pleurale ruimte/pleura spleet?
- Dit is de ruimte tussen beide pleura's. •
- Bevat vloeistof → bij ontsteking → vloeistof → verkleving •
- In de ruimte heerst onderdruk t.o.v. de barometer druk → dit veroorzaakt vloeistof verschuiving.
- De long wordt tegen de borstkas aangedrukt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden