Samenvatting: Trainingshandleiding Staatsrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Trainingshandleiding staatsrecht
-
1 Kenmerken van het staatsrecht
-
1.1 kenmerken van het staatsrecht
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het grote verschil tussen een gecentraliseerde eenheid en een gedecentraliseerde?
De gecentraliseerde heeft maar 1 overheidsverband met alle bevoegdheden, geen provincies en gemeentes. De gedecentraliseerde heeft 1 Grondwet en meerdere territoriale overheidsverbanden met zelfstandige bevoegdheden -
Wat is een overheidsverband en bij welke staatsrecht functie sluit het aan?
De structuur waarin overheidsambten in relatie tot elkaar staan. Sluit aan bij regulerende functie. -
Wat is de regeringsvorm van Nederland?
- constitutionele monarchie
- parlementair stelsel
- machtenscheiding -
Wat zijn de kenmerken van een constitutionele monarchie?
- de bevoegdheden van de monarch staan in de Grondwet
- er is geen hoogste ambt
- andere ambten hebben ook bevoegdheden door de Grondwet -
Het legaliteitsbeginsel is gedeeltelijk gecodificeerd in de grondwet, waaruit blijkt dit?
Art. 16 en 89 Gw -
Wat is de heersende opvatting wat betreft de doorwerking van EU recht?
Het Hof van Justitie bepaald of gemeenschapsverdragen rechtstreekse werking hebben en voorrang krijgen. Het werkt niet door op basis van artt. 93 jo 94 Gw. -
Wat zijn de verschillen tussen de monistische benadering en de dualistische?
Dualistisch: verdragen worden tussen lidstaten gesloten, burger is 3e, het moet omgezet worden waardoor je geen rangverschil hebt omdat het een wifz wordt.
Monistisch: internationaal en nationaal = 1 rechtssysteem, het hoeft niet omgezet worden dus heeft een rechtstreekse toepasselijkheid. -
Wat zijn de stappen van Stakingsverbod om vast te stellen of het internationale recht een ieder verbindend is?
1. Wat zijn partijen overeengekomen?
2. De rechter bekijkt de bepaling: als er een opdracht aan de wetgever in staat is het per definitie niet een ieder verbindend
3. Is de inhoud en bewoording geschikt om in nationaal recht objectief te functioneren -
2 het kabinet en de regering
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen monisme en dualisme mbt de regering en de kamer?
Monisme : nauw verband tussen ministers en kamerleden (NL)
Dualisme: Geen nauw verband tussen ministers en kamerleden -
Welke 3 soorten kabinetten bestaan er? Geef kort het verband aan mbt tot de 2K
- Parlementair kabinet: Nauw verband tussen ministers en 2K
- Extra parlementair kabinet: geen nauw verband
- Demissionair kabinet: als kabinet haar ontslag aanbiedt, maar dit nog niet verleend is
- Parlementair kabinet: Nauw verband tussen ministers en 2K
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden