Samenvatting: Translationele Neurowetenschappen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Translationele neurowetenschappen

  • 1 HC1 Introductie neurofysiologie en anatomie (1)

  • 1.3 Vijf hersengebieden met bijbehorende ziekten en symptomen

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de functie van de vier ventrikels? (4)

    cerebrospinal fluid
    Buoyancy,supporttheweightofthebrain 
    Homeostasis(pH,ions,hormones)
    Protection,shockabsorber
    Clearingwaste
  • Welk hersendeel is voornamelijk aangetast bij Alzheimer?

    Hippocampus 2x  Voornamelijk door tau tangles. 
    Amyloide plaques zitten overal. 
  • Wat is bijvoorbeeld een belangrijk veschil als je kijkt naar symptomen en hersendelen die aangetast zijn tussen AD en FTD.

    Prefrontale bij FTD aangetast. --> attentie. Dus niet direct geheugen, dat is dan een gevolg. 

    Bij AD de hippocampus --> geheugen echt aangetast
  • Wat zijn de basale ganglia en wat is de functie?

    Plaatje
  • Wat is aangetast bij parkinson disease? En wat zijn de symptomen?

    Basalale ganglia --> substantia nigra --> verlies dopaminerge neuronen

    Symptomen:
    - motordysfunctie
    - stijfheid 
    - trillen
    - inbalans 
  • Wat is aangetast bij Huntington's disease?

    Basale ganglia (striatum) door een repeat CAG mutatie (alleen genetisch mogelijk) in Huntingtin. Zorgt voor ophopingen in de nucleus.


    Zorgt voor:
    - ongecontrolleerde bewegingen
    - moeite met praten
    - dementie
  • 2 HC2 Neurofysiologie en anatomie (2)

  • 2.1 Neurotransmitter vesicles

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke twee type blaasje zijn er waar neurotransmitters in zitten?

    1.  SV = small clear core vesicles => aminozuren en acetylcholine en catecholamines
    2.  DCV = dense core vesicles => catecholamines (dopamine, epinephrine) serotonin
     hoe groter het type stof van de neurotransmitter bepaald in welke type blaasje het gaat zitten 
  • Hoe wordt het genoemd dat vesicles zich kunnen recyclen en hoeveel tijd hebben ze hiervoor nodig?

    Synaptic vesicles cycle = binnen een minuut kun je een blaasje weer terug in de synaps brengen voor een nieuwe actiepotentiaal
    Dit gaan allemaal via endo en exocytose!
  • Hoe verloopt het proces van exocytose van een vescile. Wat is hier voor nodig?

    Axon  blaasje  plasma membraan  3 eiwitten aan het plasmamembraan  helixen die in elkaar draaien  energie die nodig is voor het versmelten van de vescile met de membraan van de cel. 


    1. Synaptobrevin 
    2. Syntaxin 
    3. SNAP-25 
  • Welk eiwit is nodig om de neurotransmitters uit het blaasje te halen?

    Synaptotagmin. Is een Calcium sensor. Doordat Calcium de synaps binnen komt en bindt aan synaptotagmin wordt het plasma membraan gebogen. 
    Hierdoor kan er fusie van de twee membranen plaats vinden. 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart