Bedenktijdstelsels en Richtlijn Consumentenrechten

18 belangrijke vragen over Bedenktijdstelsels en Richtlijn Consumentenrechten

Bij wie ligt de bewijslast als een product niet deugt? Bij de koper of de verkoper?

Hoofdregel= wie stelt moet bewijzen. Maar de richtlijngever heeft besloten dat in sommige gevallen de bewijslast omgedraaid moet worden. Dit is ook het geval gedurende de eerste zes maanden na de consumentenkoop, aldus art. 7:18 lid 2 BW
Het vermoeden kan weerlegd worden.

Hoe wordt het tegenbewijs ingevuld?

Uit de Memorie van antwoordt blijk dat voldoende is dat door de tegenbewijslevering zoveel twijfel wordt gezaaid dat het vermoeden dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft voldaan niet houdbaar is. Het hoeft dus volgens de minister geen uitdrukkelijk bewijs van het tegendeel te zijn, voldoende is dat er zoveel twijfel wordt gezaaid dat het vermoeden niet houdbaar is.

Welke overeenkomsten kennen een bedenktijd?

art. 6:230 BW: colportage (verkoop aan de deur)
art. 7:50d BW: timesharing (tijdelijk eigendom van vakantiewoningen)
art. 6:230o BW: overeenkomst op afstand
art. 6:230x BW: financiele diensten/producten
Nederland heeft hier nog de woningen en de aanbestedingen van woningen aan toegevoegd, namelijk in art. 7:2 BW voor de woningen en in art. 7:766BW voor de aanneming van woningen door particulieren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer is het bedenktijdstelsel van toepassing?

Indien er sprake is van een koopovk tussen een consument en een professional. Dit wordt ook wel B2C genoemd. De partijen zijn ongelijk aan elkaar. De bedenktijd biedt een laagdrempelig instrument voor de consument, zodat de verhouding enigzinds gelijk wordt getrokken. Er worden geen eisen gesteld aan de uitoefening van het recht om de koop af te breken, een simpele e-mail zonder opgaaf van reden is voldoende.
Bij een koop van een woning maakt het niet uit of de koop geschiedt tussen een bedrijf en particulier of particulier-particulier de bedenktijd bedraagt altijd drie dagen.

Hoe de bedenktijd ingepast in ons BW?

Europa stelt in haar richtlijnen dat de consument van de ovk af moet kunnen. Hoe de nationale wetgever dat vervolgens inkleedt of welke naam de rechtsfiguur krijgt, is een keuze waar Europa niets mee te doen heeft. Nederland heeft er voor gekozen om het via art. 6:230o BW te regelen.
We hadden een dergelijke wet als sinds 1975 in onze colportagewet staan.

Er zijn nog meer alternatieven voor de bedenktijd naast ontbinding en vernietiging..

1. optie: het bedenktijdstelsel inrichten als een kwestie van optie, maar het verschil is dat bij bedenktijd er wel een contract wordt gesloten en een optie is juist voorlopig eenzijdig.
2. herroeping: herroeping gebruikt men voor gevallen waarin eenzijdige handeling is verricht, bijv. een aanbod of een testament. Een contract herroepen is niet mogelijk, omdat dit geen eenzijdige handeling is.
3. opzegging: dit doe je alleen bij duurcontracten, contracten die zich uitstrekken in de tijd, bijv. een huurovk of een arbeidovk. Een koop is een eenmalig contract.

Verklaar de keuze van de wetgever om het bedenktijdstelsel onder te brengen onder de ontbinding? Is dit een goede keuze?

De wetgever heeft gekozen voor de ontbinding in de niet-technische zin, maar in de betekenis van een band losmaken (ont-binding). De weg van vernietiging was wellicht beter geweest.

Stel je koopt een huis en een timeshare, maar je wilt toch van de koop af en de bedenktijd van het huis is drie dagen en van het appartement 14 dagen.

De termijnen zijn in de richtlijn gelijk getrokken: de uniforme bedenktijd is op veertien dagen vastgesteld. Deze termijn is in art. 6:230o opgenomen.

Stel je koopt twee boeken, maar je wil er maar een houden. Is dit mogelijk en zo ja, hoe moet je dan je bedenktijd inroepen?

In beginsel heb je twee verschillende ovks gesloten en kan je voor een daarvan de bedenktijd inroepen. Indien er wel sprake is van een ovk dan biedt de gedeeltelijke nietigheid uitkomst (zie art. 3:41 BW). Krachtens art. 3:37 lid 1 geschiedt het inroepen van de bedenktijd vormvrij.

Gaat het bedenkstelsel uit van de ontvangstheorie of de verzendtheorie?

Het gaat uit de van de verzendtheorie omdat je bedenktijd anders wordt beperkt omdat je rekening moet houden met de verzendtijd.

Is de bedenktijdregeling van dwingend recht?

Ja, als de koper hiervan afstand doet is die handeling nietig en mag hij alsnog de bedenktijd inroepen. Uit art. 7:46j BW blijkt dat nooit in het nadeel van de consument mag worden afgeweken van de bedenktijd.

Wat vindt mevr. Breedveld-De Voogd van de grenzen die worden gesteld aan de bedenktijd?

Zij vindt dat deze grenzen nog principieler moeten zijn. Als men het product niet naar behoren terug stuurt dan heeft men geen recht meer op teruggave. Zij meent dat er sprake is van misbruik van recht, omdat het gaat om een vooropgezet plan. Hijma sluit zich niet aan bij deze denkwijze. Hij stelt dat deze visie moeilijk te verdedigen is in gevallen waarin er geen sprake is van een vooropgesteld plan. Ook zal Europa deze gang van zaken niet goedkeuren omdat de bescherming van de consument zo wordt beperkt.

Richtlijn Consumentenrechten 2011/83 Wat was de bedoeling?

vier onderwerpen:
-colportage
-algemene voorwaarden
-overeenkomsten op afstand
-consumentenkoop

Richtlijn Consumentenrechten 2011/83 wat was het doel?

-volledige harmonisatie
-lidstaten mogen dus niet afwijken
-lidstaten mogen niet meer, maar ook niet minder bescherming bieden
-algemene informatieplichten
- een uniforme bedenktijdregeling
- een zwarte en een grijze lijst van algemene voorwaarden

Hoe luidt de kritiek op de Richtlijn Consumentenrechten 2011/83?

- consumenten gaan er op achteruit
- richtlijn behandeld niet het gemengd gebruik en de dienstenovereenkomst
-bij koop is de verkoper slechts twee jaar aansprakelijk voor de gebreken van een product en was de koper verplicht om binnen twee maanden bij de verkoper te klagen als er een gebrek is.
Juist bij deze richtlijn was het van belang dat alle lidstaten tevreden waren, omdat ze in de nationale wet geen extra bescherming meer mochten bieden.

Hoe is Europa omgegaan met deze kritiek?

Deze onderwerpen zijn uit de richtlijn verwijderd met als gevolg dat het terrein van de richtlijn is verkleind. Art. 31 Richtlijn denkt nu alleen koop op afstand en colportage. Ook wat betreft het niveau van harmonisatie is een stapje terug gedaan. Art. 4 richtlijn stelt dat er sprake is van volledige harmonisatie, tenzij de richtlijn anders bepaalt.

Ondanks de kritiek is er ook een stapje vooruit gemaakt

Zo zijn de artikelen 6:230 l en m, 6:230o lid 1 en 6:230o lid 3 BW dit jaar ingetreedde.

Gerechtshof Arnhem Luchtzuigende paard

Het Hof oordeelde dat de verkoper wel echt tegenbewijs moet leveren en dat twijfel zaaien niet voldoende is. Aan de mening van de minister op het punt van tegenbewijs kan geen doorslaggevende betekenis worden gegeven. Er is tegendeelbewijs nodig.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo