Samenvatting: Trefwoorden College 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Trefwoorden College 1

• 1 Begrippen

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• In welke periodes is het recht en het staatkundig bestel op te delen gedurende het 1e leven van het Romeinse recht?

  1. Het archaïsche recht:
  - Koningstijd
  - Vroege Republiek
  
  2. Het voor-Klassieke recht:
  - Late Republiek
  
  3. Het Klassieke recht:
  - Het Principaat
  
  4. Het na-Klassieke recht:
  - Het Dominaat

• Wat zijn belangrijke kenmerken van de Archaïsche periode?

  1. Rome is een kleine stadstaat
  
  2. Rechtsbron: Gewoonterecht
  
  3. Belangrijkste figuur: Priester

• Welke 4 functies werden bekleed door de vorst in de koningstijd?

  Opperbevelhebber
  Hoge priester
  Voornaamste rechter
  Wetgever

• Wat is het Mos (mv: Mores)?

  Het Romeinse gewoonterecht. Ongeschreven rechtsregels die over gaan van generatie op generatie.

• Uit welke 2 facetten bestaat het Mos, en wat houden deze in?

  1. Het Fas
  
  Door de voorouders rechtstreeks van de goden ontvangen. Om de gedragsregels van de mensen jegens de goden en de Romeinse gemeenschap te vast te leggen. (Romeinse gemeenschap had een goddelijk Aura)
  
  
  2. Het Ius (civile)
  
  Door de voorouders is gemaakt. Als zijnde de menselijke rechtsregels. Voor burgers onderling.

• Wat was de wet der twaalf tafelen? (Lex)

  De optekening van het gewoonterecht (Mos), om dit te conserveren.
  
  Hieraan kan je het Legis Actio Proces koppelen.
  Let wel! Deze rechtsregels zijn enkel van toepassing op Romeinen. Niet op 'buitenlanders'.

• Volgens welk proces werd er rechtgesproken gedurende de Archaïsche tijd. En hoe gaat dit in z'n werk?

  Het Legis Actio Proces.
  
  2 fasen
  
  1. Je gaat naar de Priester. Hij kijkt of het geschil past onder de regels van de 12 tafelen. Zo ja? Dan mag je procederen
  
  2. Bij de rechter (die door beide partijen is gekozen (is hogerberoep niet mogelijk)).

• Wat zijn 2 belangrijke kenmerken van Legis Actio Proces en het Archaïsche recht?

  Casuïstisch (op de zaak toegespitst)
  Formalistisch (rituelen)

• Wat zijn de 3 belangrijkste kenmerken van de Late Republiek? (Klassieke Recht)

  (Start met de punische oorlogen, Rome wordt een wereldmacht)
  
  1. Rechtspraak/ jurisprudentie de belangrijkste rechtsbron
  
  2. Praetorisch recht (Zowel Legis Actio als Formula proces)
  
  3. Praetor als belangrijkste figuur (vervangt de priester)

• Wat is het Praetorische recht (Ius Praetorium) en hoe komt dit tot stand?

  Het recht dat de Praetor in zijn edict vastlegt, ter aanvulling van de rechtsregels uit de wet der 12 tafelen.
  
  Hij roept dit op 2 manieren in het leven.
  
  1. Actio Utilis (Nuttige Actie)
  
  - Regel uit twaalf tafelen nu ook van toepassing in situaties met Niet-Romeinen
  
  - Aanknopingspunt bij een bepaling uit twaalf tafelen die enigszins op de situatie lijkt.
  
  
  
  2. Actio Infactum (Feitelijke actie)
  
  - Nieuw geschil, waarin totaal geen aanknopingspunten zijn in de wet der 12 Tafelen.