Samenvatting: Tutor

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 57 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Tutor

  • cariës en fluoride 1.6

    Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/12/2014
    Laat hier meer flashcards zien

  • Benoem de risicofactoren en de risicoindicatoren van cariës.

    In de binnencirkel worden klinische risicofactoren/indicatoren genoemd.
    In de buitencirkel de sociologische risicofactoren/indicatoren.

    Risicofactoren zijn ziekteveroorzakende (pathogene) componenten zoals aantallen soorten bacteriën in tandplaque.

    Risicoindicatoren zijn verschijnselen of omstandigheden die aangeven dat er een risico bestaat, zonder dat zij zelf als oorzaak een rol spelen. 
    de tand, substraat en plaque samen zorgen voor cariës.

    De hoeveelheid plaque en samenstelling er van.
    de voeding; de frequentie samenstellen
    speeksel: vloed buffercapaciteit samenstelling
  • Beschrijf de invloed van de buffercapaciteit van het speeksel op het cariësproces.

    een geringe speekselvloed en een lage buffercapaciteit leiden tot;
    - verminderde neutralisatie van zuren
    - verhoogde retentie van voedselresten
    - ophoping van plaque
    - kwalitatieve verandering van de microflora in plaque (toename van het percentage)
  • Kenmerken  van een laesies op vrije, gladde vlakken zijn:

    Actief;
    - Witte-vleklaesie dicht langs de gingivarand, die een dof of mat oppervlak heeft en vaak bedekt is met plaque
    - een caviteit, met plaque bedekt, met of zonder blootliggend dentine; als dit dentine zacht is, is het hoge mate geïnfecteerd

    Inactief;
    - glanzende witte of bruine laesies zonder plaque
    - caviteiten, vaak donkerbruin, met hard dentine, zonder plaque en dikwijls gesitueerd op enige afstand van de gingivarand
  • Kenmerken van een occlusale laesies zijn:

    Actief;
    - witte vleklaesies met een dof of mat oppervlak, of laesies die bedekt zijn mer plaque.
    - caviteiren
    - op röntgenopnamen zichtbare dentinelaesies

    Inactief;
    witte-vleklaesies met een glimmend (hard) oppervlak
    bruine-vleklaesies met een glimmend (hard) oppervlak
  • Kenmerken van een approximale laesies zijn:

    Actief;
    - Een approximale laesie met aangrenzend een chronische gingivitis, ondanks pogingen van de patiënt om de plaque met tandzijde te verwijderen.
    - een laesie die bij een vorig onderzoek niet aanwezig was
    - een patiënt met een geschat hoog cariësrisico waarbij op de röntgenfoto approximale laesies zichtbaar zijn

    Inactief;
    - opeenvolgende röntgenopnamen waarop geen progressie van de laesie zichtbaar is
    - Een patiënt die na preventieve behandeling een geschat laag cariësrisico heeft
  • behandeling cariës 1.6

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 22/12/2014
    Laat hier meer flashcards zien

  • Beschrijf waarom de occlusie en articulatie bepaald moeten worden voor aanvang van de preparatie.

    Zodat je weet hoe de element er uit zag voordat het werd gevuld.
    Zo weet je ook dus hoe de beet is van de occlusie en hoe de kaakhelften over elkaar heen komen( articulatie). Zo kijk je dus naar de morfologie van het element. eventueel kun je nog met je telefoon een foto maken voor de behandeling.
  • Beschrijf waarom de fissuren opgeruwd moeten worden.

    dit doe je voor een betere retentie van de sealant. Dit ruw je op met een microfijne diamantboor in de airrotor. hiermee ruw je ongeveer 7 um op.
    je zou dit ook kunnen opruwen met etsgel. (37% fosforzuur)
  • Beschrijf waarom de outline van de preparatie bepaald moet worden.

    dit doe je door middel van een diamantfissuurboor in de airrotor. hiermee ga je door het glazuur heen(openen op de crista bij approximaal, dus zo dicht mogelijk tegen distaal of mesiaal aan) het glazuur schoonmaken, tot aan de glazuur-dentinegrens. Hiermee haal je dus geen overbodige gezonde tandmateriaal mee weg door de outline te bepalen. je moet de glazuur-dentinegrens kunnen zien.
  • Beschrijf waarom glazuur-dentinegrens geëxcaveerd moet worden.

    dit doe je met een ronde stalen boor in een groene hoekstuk zonder koeling. de glazuur-dentinegrens moet schoon zijn na excaveren. je haalt al het geinfecteerde dentine weg. De boortje moet net zo groot zijn als de caviteit zelf. en je stopt tot je gedemineraliseerd dentine tegenkomt. Hierdoor schraap je dus alles weg, haal je geen overbodige gezond weefsel weg en ben je voorzichtig dat je de pulpa niet raakt. (als het diep is)
  • Beschrijf waarom het pulpale vlak geëxcaveerd moet worden.

    zodat je geen overbodige tandmateriaal mee weghaalt, en zodat je voorzichtiger bezig bent door diepe cariës wat dicht tegen de pulpa aan ligt.
    en je haalt geïnfecteerde dentine weg
LET OP!!! Er zijn slechts 57 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Tutor