Samenvatting: Uitwerking Leereenheid 2 Top

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Uitwerking Leereenheid 2 TOP

  • 2 3 Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke onderwerpen worden behandeld in leereenheid 2 en leereenheid 3?

    In leereenheid 2 wordt aandacht besteed aan onrechtmatigheid. Leereenheid 3 behandelt de resterende vereisten:
    1. Toerekenbaarheid
    2. Schade
    3. Causaal verband
    4. Relativiteit
  • 3 Hoofdstuk 2

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat houdt aansprakelijkheid voor eigen gedrag in op grond van art. 6:162?

    Aansprakelijkheid voor eigen gedrag omvat:
    1. Onrechtmatige daad: handelen in strijd met wettelijke plichten.
    2. Toerekenbaarheid: gedrag moet aan de personen te verwijten zijn.
    3. Schade: er moet schade zijn veroorzaakt.
    4. Causaal verband: relatie tussen daad en schade moet aanwezig zijn.
  • 5 13 Overzicht van de stof

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de voorwaarden om een gedraging als onrechtmatig te kunnen aanmerken?

    Om een gedraging als onrechtmatig te kwalificeren, dienen de volgende aspecten besproken te worden:
    1. Het wettelijk systeem.
    2. De onrechtmatige gedraging.
    3. Toerekening: aansprakelijkheid van rechtspersonen.
    4. Onrechtmatigheid van de gedraging en betekenis van rechtvaardigingsgrond.
    5. Relativiteit van de normschending.
    6. Verband van verschillende onrechtmatigheidscriteria.
    7. Strijd met de wet en vroegere criteria.
    8. Belang van arrest Lindenbaum/Cohen.
  • 7 15 De onrechtmatige gedraging

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
    Laat hier meer flashcards zien

  • Onder welke voorwaarden kan schadevergoeding worden geëist?

    Schadevergoeding kan geëist worden wanneer:
    1. gedraag als onrechtmatig kan worden aangemerkt,
    2. het gedrag aan de dader kan worden toegerekend,
    3. er geen schending van de wet hoeft te zijn,
    4. onduidelijkheid over inbreuk op een recht niet relevant is.
  • Wat speelt een rol bij de toerekening van onrechtmatig gedrag?

    De factor die meespeelt bij toerekening is:
    1. het handelen of nalaten van de dader,
    2. de mogelijkheid om dit gedrag toerekenen,
    3. algemeen gedeeld inzicht in wat onbehoorlijk is,
    4. de omstandigheden rondom de gebeurtenis.
  • 8 16 De toerekening

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 8
    Laat hier meer flashcards zien

  • Aan wie wordt een onrechtmatige gedraging in de eerste plaats toegerekend?

    Een onrechtmatige gedraging wordt in de eerste plaats toegerekend aan de dader als hij schuld heeft.
    • Schuld betekent hier 'verwijtbaar'.
    • De lichtste graad van schuld volstaat.
  • 9 17 Aansprakelijkheid van rechtspersonen

    Dit is een preview. Er zijn 33 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de twee gronden voor aansprakelijkheid van een rechtspersoon bij onrechtmatig handelen?

    Er zijn twee gronden waarop aansprakelijkheid kan ontstaan:
    1. Handelen door een formeel bevoegd orgaan, zoals een directeur.
    2. Gedragingen van een niet-formeel bevoegde persoon kunnen aan de rechtspersoon worden toegerekend als zij maatschappelijk als gedragingen van de rechtspersoon gelden.
  • Wat concludeerde de Hoge Raad over de aansprakelijkheid van Bos Bouwstoffen BV?

    De Hoge Raad handhaafde het oordeel van de lagere rechter dat Bos Bouwstoffen BV onrechtmatig handelde tegenover de gedupeerden. Dit kwam voort uit de handelingen van Bos, die niet als bevoegd werd beschouwd.
  • Welke situatie wordt beschreven met betrekking tot de directeur van een rechtspersoon?

    In deze situatie wordt de directeur van een rechtspersoon (BV Z) opgesloten door vrienden van een huurder (BV X). De directeur ontsnapt en vordert ontbinding van de huurovereenkomst vanwege de onrechtmatige daad van de huurder.
  • Waarom werd de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst afgewezen door de rechtbank?

    De rechtbank wees de vordering af omdat de onrechtmatige daad niet door de huurder zelf is gepleegd. De Hoge Raad oordeelt echter dat dit onderzoek niet correct is uitgevoerd.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart