WANNEER IS ER SPRAKE VAN EEN MANIFESTATIE VAN GODSDIENST OF LEVENSOVERTUIGING?
3 belangrijke vragen over WANNEER IS ER SPRAKE VAN EEN MANIFESTATIE VAN GODSDIENST OF LEVENSOVERTUIGING?
Wat houdt waarachtigheid in? Wat zijn de drie criteria die het EHRM aanlegt om waarachtigheid te beoordelen?
iemand beroept zich op vrijheid van godsdienst/levensovertuiging maar heeft uitsluitend een niet levensbeschouwelijk motief.
Als zo een niet - levensbeschouwelijk motief er NIET is, dan kan oprechtheid worden aangenomen (Skugar, SAS).
Er zijn drie criteria voor onoprechtheid:
1. Liegen over een bestaan van een belief system (pastafarisme)
2. Liegen over het een aanhanger zijn van een belief system (Kosteski)
3. Liegen over het beschouwen van een handeling als manifestatie van het belief system (D v France).
Wolff onderscheidt 3 kandidaten voor de status van 'credibility-undermining circumstance'. Waar gaat zijn stuk over? Leg elke beknopt in eigen woorden uit.
Er zijn 3 manieren om te onderzoeken of iets onoprecht is:
3. Duidelijke onoprechtheid (pastafarie). Het is vaak een politiek statement;
4. Te veen onwetendheid over het geloofsysteem. Je weet dan te weinig over het geloof.
5. Persoonlijke inconsistentie in woord en daad. Je kunt dan bepaalde gedragen niet goed uitleggen in relatie tot het geloof zelf.
Wat zijn de bezwaren van Wolff tegen de motivering in S.A.S. v France?
Bijvoorbeeld:
stel, je mag geen vlees eten maar doet dit af en toe wel. Dit is morele zwakheid, maar niet onoprecht, wel inconsistent, maar het is acceptabel.
Of, je verandert van geloof. Dit betekent dat je in het verleden slecht geleefd hebt. Dat is dan inconsistent met je nieuwe geloof. Maar, het is wel acceptabel want dit kan atuurlijk gebeuren.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden