VGT Neuro, geriatrie en psych
50 belangrijke vragen over VGT Neuro, geriatrie en psych
Een 65-jarige patiënt met boezemfibrilleren maakt een transiënt ischemic attack (TIA) door. Welke van de volgende medicaties is de eerste keuze om een recidief cerebrovasculair accident (CVA) te voorkomen?
Een 63-jarige man vertelt de huisarts dat hij gisteren plotseling gedurende twintig minuten niets kon zien aan de linkerzijde. Hij heeft zijn ogen op dat moment niet afgedekt. Ook had hij tegelijkertijd last van krachtsverlies en een doof gevoel over zijn linker gelaatshelft, linkerarm en in mindere mate linkerbeen. De huisarts denkt aan een tijdelijke doorbloedingsstoornis in de hersenen. Welke arterie is de meest waarschijnlijke plaats van occlusie?
Een 57-jarige man heeft de ziekte van Parkinson. Bij lichamelijk onderzoek onderzoekt de arts de spiertonus van de armen. Welke bevinding past het beste bij de ziekte van Parkinson? Dat is:
Een normale tonus
Rigiditeit
Spasticiteit
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Ter hoogte van welke wervel liggen de motorische voorhoorncellen die zorgen voor de innervatie van de kuitspieren?
Th2.
Th7.
Th12.
L5.
Welke van onderstaande afwijkingen is de meest waarschijnlijke oorzaak bij een patiënt met bitemporale hemianopsie?
Afsluiting van de arteria basilaris.
Dubbelzijdige neuritis bulbaris bij multiple sclerose.
Een hypofysetumor.
Een tumor in een occipitaal kwab.
Een 50-jarige man heeft sinds enkele maanden last van trillen van de beide handen. Hij heeft hier vooral last van bij schrijven en bij het sleutelen aan zijn oldtimer. In rust wordt het trillen minder maar verdwijnt niet. Hij vertelt dat zijn vader dit ook heeft. Wat is nu de meest waarschijnlijke diagnose?
Benigne essentiële tremor.
Cerebellaire tremor.
Ticstoornis.
Ziekte van Parkinson.
Op basis van epidemiologische studies worden predisponerende en luxerende factoren voor het delirium onderscheiden. Welke van onderstaande alternatieven behoort tot de luxerende factoren?
A. Elektrolytenstoornissen
B. Alcoholconsumptie
C. Leeftijd boven de 70 jaar
D. Gehoorstoornissen
Een patiënt heeft een gesprek gehad op een psychiatrische polikliniek. Daar is als diagnose een angststoornis gesteld. Er is een cognitieve gedragstherapie voorgesteld als behandeling. Waar is deze behandeling vooral op gericht?
A. Het gecontroleerd blootstellen aan angstopwekkende situaties
B. Het opsporen van onbewuste motieven en daarmee samenhangende angsten
C. Het opsporen van de rol die verlies, veranderingen of conflicten bij de angsten kunnen spelen
Een 34-jarige vrouw komt bij de huisarts, omdat zij vanochtend voor het eerst een aanval met hartkloppingen en ademnood heeft gehad. Patiënte gebruikt geen alcohol en drugs. Ze vertelt dat zij zich sinds zes maanden extreem angstig voelt. Ze piekert veel over haar klachten. Ze lijdt hier erg onder en wordt sterk gehinderd in haar werk en sociale contacten. Bij lichamelijk onderzoek worden er geen afwijkingen gevonden. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Aanpassingsstoornis met een paniekaanval.
Gegeneraliseerde angststoornis met een paniekaanval.
Paniekstoornis.
Een man van 22 jaar komt met zijn moeder bij de arts omdat hij niet meer goed voor zichzelf kan zorgen. Het valt de arts op dat de jongeman voortdurend de woorden en zinnen van de arts herhaalt. Deze stoornis van zijn spontane spraak heet:
Confabulatie;
Echolalie;
Perseveratie.
Bij het psychiatrisch onderzoek worden diverse psychische functies onderzocht. Welke van de onderstaande functies wordt ingedeeld bij de conatieve functies?
Het geheugen.
De psychomotoriek.
De stemming.
Een 36-jarige man vertelt op de polikliniek Psychiatrie dat hij als militair tijdens een missie drie jonge kinderen en hun moeder per ongeluk heeft doodgeschoten. Hij zag te laat dat het ongewapende burgers in plaats van militairen waren. Tijdens het gesprek merk je dat hij onrustig om zich heen kijkt en met zijn stoel schuift, trillende handen heeft en hevig begint te transpireren. Dit wordt in de status mentalis het beste beschreven onder:
Het affect
De inhoud van het denken
De psychomotoriek
De stemming
Een man voelt zich de laatste tijd schuldig omdat hij soms onaardig is geweest tegen zijn huisgenoot. Een klein innerlijk stemmetje zegt hem dat hij altijd vriendelijk hoort te zijn en dat hij niemand verdriet mag aandoen. Van waaruit komt, volgens de freudiaanse theorie, deze innerlijke stem het meest waarschijnlijk tot hem?
Id/es;
Ego;
Superego;
Libido.
Een 59-jarige man heeft overgewicht, een te hoge bloeddruk en een verhoogd cholesterolgehalte. Hij realiseert zich dat hij wat aan zijn gewicht en eetpatroon moet doen om het risico op een hartinfarct te verkleinen, maar heeft nog niet echt plannen om ermee aan de slag te gaan. In welke fase van het transtheoretisch model bevindt hij zich?
De ''contemplation''-fase.
De ''pre-contemplation''-fase.
De ''preparation''-fase.
Een 42-jarige psychiatrische patiënt wordt acuut opgenomen met een hypertensieve crisis. Hij vertelt dat hij die avond gegeten heeft in een Frans restaurant. Daar at hij overvloedig. Op het menu stonden onder andere een paddenstoelensoep en kaasplateau. De arts bekijkt de psychofarmaca die hij gebruikt. Met welk van onderstaande geneesmiddelen hebben bestanddelen uit de maaltijd een interactie gehad?
Atypisch antipsychoticum.
Benzodiazepine.
Lithium.
Monoamineoxidaseremmer.
Een 65-jarige man is vanwege een depressie gestart met imipramine, een tricyclisch antidepressivum (TCA). In de daaropvolgende dagen kan hij moeilijk urineren. Welke werking van het TCA is verantwoordelijk voor deze bijwerking?
Anticholinerge werking.
Antihistaminerge werking.
Antinoradrenerge werking.
Serotonerge werking.
Een 71-jarige man, drie jaar terug gediagnosticeerd met de ziekte van Parkinson, ligt opgenomen in het ziekenhuis vanwege een longontsteking waarvoor hij per infuus behandeld wordt met een antibioticum. De verpleging merkt op dat de patiënt overdag veel slaapt, maar met name ’s nachts erg plukkerig is en zich agressief uit naar de verpleging toe. Wat is nu de meest aangewezen medicamenteuze behandeling?
Naarmate we verouderen ontstaat er door cumulatieve schade steeds meer onverwerkbaar afval in onze lichaamscellen. Waar hoopt dit onverwerkbare afval zich vooral op in de cel?
A. Lysosoom
B. Mitochondrien
C. Lipofuscinekorrels
Een 74-jarige man komt voor controle van zijn medicamenteus behandelde hypertensie op het spreekuur. Hij heeft sinds enkele weken toenemend last van kortademigheid, alleen bij inspanning. Hij hoest regelmatig en geeft soms wit sputum op. Zijn bloeddruk is 148/70, pols 76 reg. Er wordt bij hem een spirometrie gedaan waarbij een FEV1/FVC-ratio van 53% wordt gemeten, na verwijding stijgt deze naar 57% (FEV1/FVC-ratio < p5). Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van zijn kortademigheid?
Angina Pectoris.
Astmatische bronchitis.
COPD.
Decompensatio Cordis.
Delier komt bij oudere mensen in het ziekenhuis vaak voor. Vaak wordt dit evenwel pas laat herkend. Voor een correcte diagnose van delier moet deze voldoen aan een aantal criteria. Welk criterium is correct?
De klachten ontstaan geleidelijk en zijn constant aanwezig.
Er is sprake van polyfarmacie.
Er is sprake van bewustzijnsstoornis en verandering van cognitie.
Lichamelijke ziekten spelen geen rol.
Een 80-jarige vrouw heeft sinds enkele maanden last van moeheid, algemene malaise en gewichtsverlies. Ze heeft een macrocytaire anemie. Ondanks behandeling met vitamine-B12-injecties ontwikkelt ze een pancytopenie. Welk vervolgonderzoek is nu het meest aangewezen als besloten wordt tot aanvullende diagnostiek?
Beenmergpunctie.
CT-scan buik.
Echo hals en liezen.
Een 73-jarige vrouw komt bij de huisarts vanwege een soort bultje in het gelaat. Het zit er al een tijdje, is niet pijnlijk, maar wordt wel groter. Bij inspectie ziet de arts een papuleuze afwijking met een doorsnede van 0,5 cm. De zwelling is bleekroze van kleur en vertoont een licht parelmoerachtige glans. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? Dat is:
Basaalcelcarcinoom
Lentigo maligna
Morbus Bowen
Plaveiselcelcarcinoom
Bij een 65-jarige man is een vorm van dementie vastgesteld. Sinds 2 jaar is er veranderd gedrag waaronder ongepaste grappen en drankzucht. Hierbij is vrijwel geen sprake van geheugenklachten, waarnemingsstoornissen of neurologische uitval. Aan welke vorm van dementie lijdt deze patiënt het meest waarschijnlijk?
Frontotemporaalkwabdementie.
Lewy-Body-dementie.
Vasculaire dementie.
Ziekte van Alzheimer.
Ziekte van Korsakoff.
Een actiepotentiaal gaat gepaard met een verplaatsing van ionen over het membraan van een neuron. In de eerste fase van een actiepotentiaal gaan natriumionen:
Het neuron in;
Het neuron uit.
De neurotransmitters dopamine, noradrenaline en adrenaline zijn alle drie afgeleid van hetzelfde aminozuur. Het betreft:
Phenylalanine
Serine
Tryptofaan
Tyrosine
Wat is de eerste keuze in medicamenteuze behandeling van een vrouw van 76 jaar in de eerste episode van depressie?
Benzodiazepine.
Dopamine antagonist.
Monoamineoxidaseremmer.
Selectieve Serotonine Heropnameremmer (SSRI).
Een tekort aan vitamine B6 en B12 komt regelmatig voor bij oudere patiënten. Een van de oorzaken hiervan is dat deze vitamines minder goed worden opgenomen. De belangrijkste reden hiervoor is:
Afgenomen maagzuurproductie;
Afgenomen speekselproductie;
Vertraagde maagontlediging.
Een 82-jarige vrouw komt bij de huisarts omdat zij gisteren op straat is gevallen. Patiënt draagt een multifocale bril en gebruikt een wandelstok als zij naar buiten gaat. Vijf jaar geleden heeft zij een knievervangende operatie ondergaan. Zij gebruikt al tien jaar simvastatine 1dd 10 mg. Welke interventie is nu waarschijnlijk het meest zinvol om het valrisico buitenshuis te verminderen?
Controle van de knieprothese bij de chirurg.
De multifocale bril vervangen door een enkelvoudige bril.
Het gebruik van simvastatine stoppen.
Een 76-jarige man heeft moeheidklachten en een normocytaire anemie op basis van een ernstige nierinsufficiëntie. Welk mechanisme veroorzaakt in dit geval meest waarschijnlijk de anemie?
Erytrocyturie.
Hemolyse.
Transferrinedeficiëntie.
Verlaagde erytropoëtineproductie.
Een 81-jarige vrouw komt op het spreekuur van de huisarts omdat ze zich toenemend zorgen maakt over haar geheugen. Ze vergeet boodschappen, ze is af en toe de weg kwijt en ze is vaak dingen in huis kwijt. Ze heeft zelf al bedacht dat ze dingen op moet schrijven en daarmee gaat het wat beter, maar het voelt niet meer zoals vroeger. De huisarts besluit haar verder te gaan onderzoeken en neemt ook een MMSE (Mini-Mental State Examination) af. Wat wordt met de MMSE getest of vastgesteld?
Cognitief disfunctioneren.
Mentale belastbaarheid.
Psychopathologie.
Vorm van dementie.
Een 76-jarige vrouw heeft sinds 2 weken een ulcus cruris venosum op haar linker onderbeen. Ze heeft centrale veneuze insufficiëntie en als gevolg hiervan varices. Welke behandeling is in dit geval, naast goede wondzorg, het meest aangewezen?
Antibiotica.
Compressietherapie.
Diuretica.
Scleroseren van varices.
Een 84-jarige vrouw ondergaat een operatie wegens een maagperforatie. Na de operatie wordt zij door de fysiotherapeut al direct de volgende dag intensief gemobiliseerd. Op welk risico is dit beleid voornamelijk gericht?
Gewichtsverlies.
Pneumonie.
Trombose.
Een 82-jarige man is verwezen naar de neuroloog in verband met een atactisch looppatroon. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen een cerebellaire en een sensorische ataxie. Welk onderdeel van het neurologisch onderzoek differentieert hiertussen?
De koorddansersgang.
De proef van Romberg.
De reflexen.
Het looppatroon.
Bij bacteriële meningitis is het glucosegehalte van de liquor, ten opzichte van het normale gehalte, in de meerderheid van de gevallen:
Verhoogd
Verlaagd
Onveranderd
Een 79-jarige man komt bij de huisarts, omdat hij last heeft van pijn in de benen tijdens het lopen. De pijn straalt vanuit zijn onderrug naar beide benen. Stilstaan doet de pijn niet afnemen, maar zitten op een bankje wel. Tegenwoordig neemt hij de fiets voor het doen van boodschappen dichtbij huis, dit gaat veel beter dan lopen. Bij het lichamelijk onderzoek zijn er, behalve een weinig beweeglijke rug, geen afwijkingen. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Perifeer arterieel lijden.
Lumbale wervelkanaalstenose.
Hernia nuclei pulposi.
Bij een afasie zijn de gebieden van Wernicke en Broca, danwel de verbindingen hiertussen, vaak aangedaan. Deze gebieden liggen bij de grote meerderheid van mensen in de:
Linkerhemisfeer
Rechterhemisfeer
Na een langdurige operatie bemerkt een 60-jarige vrouw dat zij tintelingen heeft aan de pinkzijde van de linkerhand. Welke structuur zal bij de operatie meest waarschijnlijk beschadigd zijn geraakt?
De N. medianus.
De N. radialis.
De N. ulnaris.
De wortel C6.
Welke van de volgende klachten past het beste bij een carpaletunnelsyndroom?
Koude handen en vingers.
Moeilijk ontspannen van de handen.
Pijn bij bewegingen in het polsgewricht.
Voorwerpen uit de handen laten vallen.
Een 11-jarige jongen komt bij zijn psychiater omdat hij vele malen per dag last heeft van verschillende tics. Sinds 1,5 jaar heeft hij last gehad van episodes waarin hij de drang voelde om met zijn hoofd te schudden en in zijn handen te klappen en het valt zijn moeder op dat hij regelmatig achter elkaar een kuchend geluid maakt. De psychiater stelt de diagnose Gilles de la Tourette. Wat is de eerst aangewezen behandeling?
Alfa-2-adrenerge blokkers (clonidine).
Antipsychotica (risperidon).
EMDR-therapie.
Gedragstherapie.
e huisarts ziet voor de vijfde keer dit jaar een 52-jarige man met aanhoudende klachten van vermoeidheid, hoofdpijn, slaap- en concentratieproblemen. De klachten bestaan een jaar, maar beginnen nu belemmerend te werken in het functioneren op zijn werk. Hij piekert over veel dingen en zijn kinderen vinden dat hij zich tegenwoordig overmatig veel zorgen maakt. Hij gaat nog met plezier één keer in de week zaalvoetballen. Hij wil voor nu graag iets rustgevends. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
Vitale depressie met paniekaanvallen.
Gegeneraliseerde angststoornis.
Paniekstoornis.
Ziekteangststoornis.
Een 36-jarige man vertelt op de polikliniek Psychiatrie dat hij als militair tijdens een missie drie jonge kinderen en hun moeder per ongeluk heeft doodgeschoten. Hij zag te laat dat het ongewapende burgers in plaats van militairen waren. De man wordt de laatste maanden vrijwel elke nacht wakker uit een nachtmerrie en ziet dan deze moeder en kinderen "als levensecht" in zijn slaapkamer staan. Hoe dient het zien van personen, zoals hierboven beschreven, in de status mentalis het best genoteerd te worden?
Dwangvoorstelling.
Hallucinatie.
Illusoire vervalsing.
Waan.
Een 28-jarige man is verslaafd aan benzodiazepines. Hij wil hiermee gaan stoppen. Zijn arts besluit om over te gaan tot stapsgewijs verlagen van de benzodiazepines in de loop van enkele weken (''geprotocolleerde dosisreductie''). Welk type benzodiazepine schrijft de huisarts in het afbouwproces voor om ontwenningsverschijnselen te beperken?
Een benzodiazepine met een korte halfwaardetijd.
Een benzodiazepine met een lange halfwaardetijd.
Een benzodiazepine met een langzame absorptie.
Een benzodiazepine met een snelle absorptie.
Een 22-jarige man heeft in de laatste weken een gedragsverandering doorgemaakt. Hij heeft moeite met nadenken, kan zich moeilijk op een gesprek richten en raakt snel de draad kwijt. Hij voelt zich bedreigd en maakt vaak een verwarde indruk. Zijn geheugen voor recente gebeurtenissen is ongestoord. Hij heeft er moeite mee om ''s nachts te slapen en denkt soms, onterecht, dat dingen niet waar zijn. Waaraan lijdt hij het meest waarschijnlijk?
Dementie.
Dissociatieve stoornis.
Dysthymie.
Schizofrenie.
Veel patiënten krijgen tegenwoordig een voorlichtingsfolder over hun ziekte mee. Wat blijkt voor het merendeel van de patiënten een goede manier te zijn om de tekst goed te begrijpen en te onthouden?
De indeling van onderwerpen als leidraad nemen.
Het materiaal steeds weer opnieuw lezen.
Nadenken over wat je gelezen hebt.
Voor jezelf hardop zeggen wat belangrijke punten zijn.
Het is voor een arts vaak moeilijk om een betrouwbare indruk te krijgen van de mate waarin de patiënt zich aan de gegeven adviezen houdt. Welk gegeven wordt het meest gebruikt om therapietrouw te meten?
Apotheekgegevens.
Heteroanamnese.
Plasmaconcentratie.
Zelfrapportage.
Een 45-jarige vrouw, bekend met de diagnose obsessief-compulsief syndroom, beschrijft dwanggedachten. Wat is het middel van eerste keuze voor de farmacotherapeutische behandeling van dit syndroom?
Carbamazepine.
Oxazepam.
Promethazine
Sertraline.
Het huidige functioneren in de werksituatie (of werkloosheidssituatie) wordt in de sociale anamnese gerangschikt onder een bepaald milieu. Dit is het:
Eerste milieu
Tweede milieu
Derde milieu
Mensen kunnen op verschillende manieren reageren op pijnprikkels. In een onderzoek bij patiënten met fibromyalgie werd de gevoeligheid voor het ervaren van pijn onderzocht met behulp van een drukprikkel op de duim. Bij deze patiëntgroep werd ten opzichte van een gezonde controlegroep een sterk toegenomen reactie gevonden op de drukprikkel. Er is hier sprake van:
Habituatie
Sensitisatie
Een 31-jarige vrouw wordt behandeld in verband met een ernstige depressieve stoornis. Acht weken geleden is gestart met sertraline (een selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI)) in adequate dosering, plus psychotherapie. Haar depressieve klachten verbeteren niet. Besloten wordt dat verandering van medicatie nodig is. Wat is nu de beste keuze?
Antipsychoticum.
Lithium.
Monoamineoxidaseremmer.
Tricyclisch antidepressivum.
In de plexus choroideus wordt water vanuit capillairen naar de cerebrospinale vloeistof getransporteerd. Welke celtype is verantwoordelijk voor dit transport?
Astrocyt.
Ependymcellen.
Microglia.
Oligodendrocyt.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden