Knie en heup
32 belangrijke vragen over Knie en heup
McMurray mediale meniscus
Voorste / achterste schuiflade
Onverwachts, ft zit op voet, been 70°
- voorste: ft geeft rukje
- Achterste ft geeft duwtje
Tractie art. Genu
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Translatie art. Genu flexie
Translatie art. Genu specifiek
Translatie art genu extensie
Translatie art. Genu extensie specifiek
Translatie art. Patello-femorale
Rolletje onder de knie zodat er meer flexie is in art genu. - Check beweging patella naar mediaal en lateraal met de vingertoppen, dan
- craniaal met de palm op de apex (Extensie).
- Tot slot in 90° flexie met de voet op de bank: palm op basis van patella, andere hand op tuberositas tibiae en transleer naar distaal.
Mobilisatie van de extensie art. Genu door tractie in MLPP
Mobilisatie in art genu: wat is belangrijk?
1. MLPP is 30°
2. Translatie in MLPP: schakel de kruisbanden uit door het been met de voet op de bank in 70° te zetten (dus nu geen 30°)
3. Indien gevraagd wordt naar mobilisatie in x° flexie/extensie dan is dat de beperkte stand en ga je wél daar vanuit werken.
Demonstreer de mobilisatie van de extensie art. Genu door translatie + angulatie in 5 graden flexiestand
Baseline
WU
Kern
Check
Huiswerk
Been gestrekt op de bank, rolletje onder de epicondylen.Omdat bij extensie sprake is van schommel/glij (meniscus is immers concaaf) is de translatie van het onderbeen naar ventraal en relatief de tibia dus naar dorsaal hetgeen wordt bereikt door deze plaatsing van het rolletje en druk op de tuberositas tibia.
Demonstreer de mobilisatie van de flexie van art. Genu door translatie en mobilisatie in 130° flexiestand
Baseline
WU
Kern
Controle
Huiswerk
Breng been in 130° flexie, druk met de ene hand op het femur net boven de patella en met de andere hand op de tuberositas tibia
Demonstreer de mobilisatie van de extensie art. Genu door translatie en angulatie in 20 graden flexiestand
Baseline
WU
Kern tot geen verbetering
Nacontrole
Huiswerk
Leg een rolletje onder de epicondylen, meniscus is concaaf, dus tibia gaat naar voren ofwel relatief gaat het femur naar achteren ten opzichte van de tibia.
Druk net boven de epicondylen op het femur (6-30 per keer tot geen verbetering)
Demonstreer de mobilisatie van de extensie art genu in -15° extensie
Baseline
WU (6-30 sec. etc.)
Kern tot geen verbetering
Nacontrole
Huiswerk
....Instinker: maximale extensie is 5-10°, dus: mobiliseer in 5-10° flexie....
Demonstreer de mobilisatie van de flexie in art. Genu door translatie in 90 flexiestand
Mobilisatie art. Patellofemorale door translatie naar craniaal in 10° flexie
Baseline
WU
Kern
Natest
Rolletje onder de knie, patella naar craniaal, lichte trek aan enkel naar distaal.
Mobilisatie van art.patellofemorale door translatie naar caudaal in 130° flexie
Baseline
WU
Kern
Natest
Ruglig: Been pt in 130° flexie, hand op basis patella, duw naar distaal, andere hand tibia naar dorsaal.
(Niet de knie onder het been, dat was bedoeld voor uitleg beperkte stand)
Specifieke lengtetest m. Tensor fascia latae
Origo: SIAS en voorste rand crista
Insertie: via tractus iliotibialis aan de laterale condyl tibia
Pt ligt op de zijde, rug naar Ft. Ft brengt been naar retroflexie/adductie/exorotatie
Vergelijk li/re
Ook wel: test van Ober
Specifieke lengtetest m. Piriformis
Origo: Sacrum S2 - S4
Insertie: Trochanter major
Pt in ruglig,
Ft. brengt been naar flexie/adductie/endorotatie. Pt voelt rek in de bil.
Vergelijk li/re
Specifieke lengtetest m. Iliopsoas
Origo: o.a. Processii transversii lumbale wervels en fossa iliaca
Insertie: Trochanter minor v/h femur
Pt staat voor de bank, rand tegen onderkant billen, Ft helpt pt naar lig (bil blijft deels over de rand).
Pt brengt één been naar de borst, houdt vast en laat voet steunen tegen zijde Ft.
Ft brengt andere been rustig naar retroflexie, fixeert op de cristarand en duwt rustig met andere hand boven op de basis patella.
Vergelijk li/re
Specifieke lengtetest m. Rectus femoris
Origo: SIAI en acetabulum
Insertie: Via patellapees aan de tuberositas tibiae.
Kan worden uitgevoerd als iliopsoas, maar dan beensteun op hand Ft en Ft flecteert onderbeen óf:
Pt in buiklig, Ft fixeert de heup en duwt onderbeen naar de bil.
Alternatief: in zijlig (kan ook voor m. iliopsoas, dan geen buiging onderbeen)
Mobilisatie m. Piriformis:
"Ik heb geconstateerd dat er een verkorting is van de m. Piriformis, deze ga ik door mobilisatie op lengte brengen".
(Origo:Sacrum s2-s4, insertie:trochanter major)
Baseline WU Kern Natest
Mobilisatie m. Rectus femoris:
"Ik heb geconstateerd dat er een verkorting is van de m. Rectus femoris, deze ga ik door mobilisatie op lengte brengen".
(origo: SIAI en acetabulum,
insertie: via de patellapees aan tuberositas tibiae)
Baseline WU Kern Natest
Mobilisatie biceps femoris
"Ik heb geconstateerd dat er een verkorting is van de m. Biceps femoris, deze ga ik door mobilisatie op lengte brengen"
(Origo: tuber ischiadicum, Insertie: caput fibulae (caput longum))
Bi-articulair, dus gehele been meenemen
Ruglig, 1 hand onder voet pt, andere boven basis patella.
Breng het gestrekte been omhoog en draai de voet naar endorotatie.Baseline, WU, Kern, Natest
Mobilisatie m. Tensior fascia latae
"Ik heb geconstateerd dat er sprake is van een verkorting van de m. Tensor fascia latae, deze ga ik door middel van mobilisatie op lengte brengen".
(Origo: voorste cristarand en SIAI, insertie: via iliotibiale band aan de laterale epicondyl)
Pt ligt op de zijde, rug naar Ft. Ft brengt been naar retroflexie/adductie/exorotatie.
Baseline, WU, Kern, Natest
Mobilisatie m. adductores bi-articulair
"Ik heb geconstateerd dat er bi-articulair een verkorting is van de adductoren, deze ga ik via mobilisatie op lengte brengen"
(Origo: os pubis, insertie: Linea aspera v/h femur en deels mediale / tibiale epicondyl (deel m. Adductor magnus en m. Gracilis)
Pt lig in ruglig, ft gaat met arm onder onderbeen pt, hand op knie. Fixeert met andere hand de cristarand en breng het been in lateroflexie met de tenen naar het plafond wijzend.
Baseline, WU, Kern, Natest
Directe onderzoekstractie heup
"Ik ga middels tractie kijken of de problematiek in uw heup een arthrogene oorsprong heeft".
Pt in ruglig, tafel wat omhoog.
Ft legt been pt in 30° anteflexie, 30° abductie en iets exo op de schouder en geeft een tweedegraads tractie naar ventraal, lateraal en caudaal met beide handen via het bovenbeen dicht tegen de lies.
3x herhalen om de myogene factor er uit te filteren.
Vergelijk li/re
Passieve adductie heup
Pt in ruglig.
Ft legt opponerend been over het te onderzoeken been, fixeert op cristarand met eéén hand, tilt onderbeen op met andere arm en adducteert het te onderzoeken been tot het bekken begint mee te bewegen.
3 x herhalen.
ROM, eindgevoel, verschil?
Vergelijk li/re
Passieve extensie heup
Pt. In buiklig
Ft Buigt knie met onderbeen Pt. tegen onderarm Ft. fixeert op tuber ischiadicum en geeft anteflexie.
Drie keer herhalen, vergelijk li/re
ROM, eindgevoel, verschil?
Passieve flexie heup
Passief altijd vragen naar sensaties tijdens uitvoering
Pt in ruglig, Ft brengt been naar max flexie met hand in knieholte, begeleid been met hand op knie.
Drie keer herhalen, vergelijk li/re
ROM, eindgevoel, verschil?
Passief exorotatie heup (S=0)
Passief altijd vragen naar sensaties tijdens uitvoering
Pt in buiklig
Ft fixeert op heup, brengt onderbeen in 45° flexie en draait naar mediaal tot heup beweegt.
Drie keer herhalen, vergelijk li/re
ROM, eindgevoel, verschil?
Passief endorotatie heup (s=90)(s=0)
S=90: Pt in ruglig, ft vat been in 45° met onderarm, andere hand op knie, draait onderbeen naar exorotatie (is endo in heup)
S=0: Pt in buiklig, ft fixeert tegenoverliggende heup, onderbeen 45° flexie en draait been naar buiten.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden