Bouw en functies van de spijsverteringskanaal - Darm - Dunne darm

Question

Wat zijn de kenmerken van de text-decorationtext-decorationtwaalfvingerige darm

Answer 1

D twaalfvingerige darm heeft een hoefijzervorm met een uitholling naar rechts.

De alvleesklier ligt in de twaalfvingerige darm

De alvleesklier sap wordt via de afvoerbuis in de papil van Vater afgegeven aan de massa in de twaalfvingerige darm

Answer 2

De nuchtere en kronkeldarm zijn niet scherp van elkaar te scheiden

Ze hebben geen vaste plaats in de buikholte (ze liggen in allerlei bochten) Het einde heeft wel een vastpunt

Het einde van de nuchtere en kronkeldarm eindigt haaks uit in het eerste deel van de dikke darm

Answer 3

Net als de rest van het bestaat de spijsverteringskanaal uit

een laag slijmvlies
een laag bindweefsel
twee spierlagen
ben de buitenste laag, de buikvlies

De darmsapklieren liggen diep in de slijmvlies

Deze monden via afvoebuizen uit in de darmholte

Zij scheiden net als lever en alvleesklier, verteringssappen (spijsverteringsenzymen) uit

Deze sappen zorgen voor het bewerken van koolhydraten tot enkelvoudige suikers zoals glucose en fructose

Na de vertering zorgt de slijmvlies voor de opname van voedingstoffen

qa-answernotes-contentDe bloed- en lymfevaten vervoeren de voedingsstoffen verder het lichaam in

Answer 4

Het darmsap dat in de dunne darm wordt afgescheiden bestaat uit

water
slijm
spijsverteringsenzymen (amylase en proteaze)

Answer 5

De wand van de dunne darm heeft ongeveer 4 à 6 miljoen uiterst kleine uitsteeksels/uitstulpingen die op haartjes lijken (deze zijn de text-decorationdarmvlokken)

De darmvlokken zorgen voor de opname /resorptie van de voedingstoffen uit de darminhoud.

In de kern van de vlokken bevinden zich text-decorationbloedcapillairen/haarvaten en lymfevaten.

Deze lymfevaten wordentext-decoration chylvaten of chylusvaten genoemd. Deze bloed- en lymfevaten verzorgen het vervoer van voedingsstoffen verder het lichaam in

Answer 6

De spijsverteringsenzymen amylase en protease zetten de vertering voort. Zij zorgen voor de laatste splitsing van de eiwitten. Ze bewerken de koolhydraten tot enkelvoudige suikers zoals glucose en fructose