Vragen mondeling vakdidactiek
15 belangrijke vragen over Vragen mondeling vakdidactiek
Noem een concreet voorbeeld om fictie op een inspirerende manier in te leiden.
Noem twee manieren om schrijfvaardigheid volgens de kerndoelen te behandelen.
Noem een voordeel van het landelijk referentiekader.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem de relatie tussen het lesplan en de kerndoelen.
Noem een lesidee/-opdracht waarin schrijfvaardigheid, leesvaardigheid en argumentatieve vaardigheid samenkomen.
Denk aan de opdracht van Tsjitske Jansen (koerikoeloem): eerst een fictieve tekst lezen, bespreken en dan zelf schrijven. Bij welke visie op het vak Nederlands past die aanpak en waarom?
Noem een manier om fictie op een cultuurhistorische manier te behandelen.
Als je een fictieles begint met een filmpje van why i love this book; welke vorm van inspireren pas je dan toe en waarom?
Waarom zijn/waren veel lesmethodes utilitair opgebouwd?
Hoe kunnen leesbevorderingsprojecten leerlingen inspireren om fictie te lezen?
Leg in een zin uit hoe referentiekader, lesmethodes en kerndoelen zich tot elkaar verhouden.
Noem een reden waarom woordenschat zo belangrijk is bij communicatieve vaardigheden.
Welke rol vervult de docent vooral bij de cultuurhistorische benadering?
Waar moet je in de afsluitende fase van een les zeker bij stilstaan?
Op welke manier past een debat bij de ideologische visie op het vak Nederlands?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden