Rechtsbronnen en rechtsvinding - Rechtsvinding - Rechtsvindingstheorieën

10 belangrijke vragen over Rechtsbronnen en rechtsvinding - Rechtsvinding - Rechtsvindingstheorieën

Wat versta men onder Rechtsvindingstheorie?

Een text-decorationstext-decorationamenhangend geheel van opvattingen over text-decorationde plaats en taak van text-decorationde rechter in de maatschappij wordt vaak aangeduid als een rechtsvindingstheorie.

Wat behandelt de rechtsvinding theorie in?

= samenhangend geheel aan opvattingen over taak en plaats van de rechter in de maatschappij.

Welke zijn de twee 'polaire' theorieën?

  • Enerzijds de theorie van het legisme
  • Anderzijds de theorie van de vrije rechtspraak (Freirechtsbeweging).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 5 vragen kan men onderscheiden om te bepalen meer een aanhanger van het legistische gedachtegoed is danwel meer aanhanger van de 'Freirechtsbewegung'? 

- Wat is de status van de wet in het licht van de trias politica: het beslissende woord van de hoogste autoriteit in een rechtsstaat of een richtsnoer voor de rechter?

 

- Welke vrijheid heeft de rechter ten opzichte van de wet?

 

- Bij wie berust de verantwoordelijkheid voor de rechtsontwikkeling in het geval van ontoereikendheid van de wetgeving: rechter of wetgever?

 

- Welke waarde staat centraal in de rechtsvinding: rechtszekerheid of rechtvaardigheid?

 

- In welke mate wordt buienwettelijk recht toegestaan als rechtsbron? 

a) Wat is de status van de wet in het licht van de trias politica: het beslissende woord van de hoogste autoriteit in een rechtsstaat of een richtsnoer voor de rechter?

Volgens de leer van de Trias Politica is het text-decorationde taak van de wetgever om text-decorationalgemeen verbindende voorschriften te maken en is het text-decorationde taak van de rechter om, naar aanleiding van een conflict,text-decorationeen beslissing in een concreet geval te nemen. (art. 11 en 13 Wet algemeen bepaling (AB)

 

 

b) Welke vrijheid heeft de rechter ten opzichte van de wet?

Degene dien vindt dat de rechter voldoende vrijheid heeft door de ruimte die de interpretatiemethoden bieden (met name de systematische en de teleologische), kan als legistisch worden aangemerkt. Een aanhanger van de "Freirechtsbewegung' bekommert zich niet om interpretatiemethoden. Voor hem is de wet niet meer dan een richtsnoer: als de rechter het antwoord in de wet mist, staat het hem vrij dit ergens anders, buiten de wet, te zoeken.

 

Wat is de status van de wet in het licht van de trias politica?

- De rechter mag niet op de stoel van de wetgever gaan zitten, maar mag evenmin de burger in de kou laten staan. Het is de rechter toegestaan zich aan de gebrekkige wetgeving te ergeren: hij is er echter wel aan gebonden. De wet is geen richtsnoer dat de rechter naar believen al dan niet kan toepassen. 

 

- Wie aldus het woord van de wetgever als het hoogste gezag aanvaardt, mag als legistisch ingesteld worden beschouwd. 

c) Bij wie berust text-decorationde verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling in het geval van text-decorationontoereikendheid van de wetgeving: de rechter of wetgever?

 

  • Vanwege het ideaal van gelijkheid van een ieder voor de wet text-decorationmag de rechter niet als een zelfstandige rechtsvormer worden beschouwd: het gevaar van willekeur als gevolg van uiteenlopende rechterlijke oordelen dreigt.
  • Het initiatief tot rechtsontwikkeling dient bij text-decorationde wetgever te liggen.

 

d) Welke waarde staat centraal in de rechtsvinding: (1) rechtszekerheid of (2) rechtvaardigheid?

De waarde die volgende legist centraal staat in het recht, is text-decorationde rechtszekerheid. De burger mag vertrouwen op de betekenis van een wettekst zoals die door de wetgever is bedoeld.

 

Volgens een aanhanger van de 'Freirechtsbewegung' gaat het in het recht uiteindelijk om text-decorationde rechtvaardigheid die in het concrete geval dan ook altijd dient te zegevieren.

 

 

e) In welke mate wordt buitenwettelijk recht toegestaan als rechtsbron?

  • text-decorationEen legist staat in beginsel huiverig ten opzichte van de erkenning van het buitenwettelijke recht zoals beginselen of gewoonterecht. Hij vreest een te grote invloed van vage 'rechtsbronnen' als het rechtsbewustzijn of het rechtsgevoel van de rechter.
  • text-decorationVoor een aanhanger van de 'Freirechtsbewegung' is het niet van belang welke bron als rechtsbron voor de rechter dient. Rechtsbeginselen of andere algemene rechtswaarden vormen altijd het ijkpunt voor de wetgever en de rechter. Uiteindelijk is elke beslissing van de rechter een beslissing die teruggaat op iets buitenwettelijks (zoals het geweten, de maatschappijvisie of het rechtsbewustzijn).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo