Samenvatting: Van Cel Naar Weefsel: Structuur | 9789033495267 | L Thorrez, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Van cel naar weefsel: structuur | 9789033495267 | L. Thorrez; T. Tousseyn
-
1 methoden en technieken voor microscopie
-
1.2.1 bouw van lichtmicroscoop
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke lenssystemen bestaat de optiek van de lichtmicroscoop?
De condensor, het objectief en het oculair -
1.2.2 resolutie en numerieke apertuur
-
Hoe noemt men de kleinste afstand tussen twee punten die nog net gescheiden kunnen worden waargenomen en vooral afhankelijk is van het objectief?
De resolutie -
Met welke aspecten kan de resolutie verbeterd worden?
Licht met een kleinere golflengte of lenzen met een hogere Numerieke apertuur -
Wat is de Numerieke apertuur
Een belangrijke specificatie van het objectief, bepaald door de halve lichtkegel (µ) die wordt opgevangen door het objectief en de brekingsindex (N) van het medium tussen objectief en preparaat. In de formule NA=N*sinµ -
1.2.3.1 fasecontrast
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Op welke preparaten wordt fasecontrast gebruikt en waarom?
Fasecontrast wordt gebruikt op ongekleurde preparaten en berust op het bewerken van kleine faseveranderingen die ontstaan door kleine brekingsverschillen in het preparaat. Het geeft een zwart-wit beeld van het preparaat. -
Hoe noemt men de microscoop die vaak gebruikt wordt om levende cellen te bestuderen en waarbij de condensor en het objectief van plaats zijn gewisseld?
Een omkeer- of inverted microscoop -
1.2.3.2 interferentiecontrast
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welk beeld krijg je bij interferentiecontrast?
Je krijgt een pseudoreliëf beeld en kan andere details geven dan een fasecontrast. -
1.2.3.3 polarisatiemicroscopie
-
Wat zijn anisotrope structuren?
Structuren die het vermogen hebben om gepolariseerd licht te draaien zodat uitdoving van het licht tussen twee gepolariseerde filters niet meer optreedt. (ndr. Polarisatie zorgt ervoor dat de lichtstralen maar in één richting door een object kunnen) -
1.2.4.1 principe
-
Wat doen fluorescerende stoffen met (excitatie) licht van een korte golflengte?
Het wordt omgezet naar (emissie) licht met een langere golflengte -
1.2.4.2 de confocale microscoop
-
Hoe werkt de confocale microscoop?
Er wordt een laserstraal naar het preparaat gestraald en het weerkaatste licht wordt opgevangen door een pinhole. De lichtsterkte wordt gemeten en gedigitaliseerd zodat elke pixel met de juiste intensiteit en kleur wordt weergegeven.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden