Europees vennootschapsrecht - Vrijheid van vestiging en het harmonisatieproces
54 belangrijke vragen over Europees vennootschapsrecht - Vrijheid van vestiging en het harmonisatieproces
hoe kun je de statuten van een vennootschap beschouwen?
als het fundament waarop de vennootschap is gebouwd.
waar vinden we de bepalingen inzake de statutenwijziging voor de BV en de NV?
BV: 231-237 en NV: 121-127.
bij welk orgaan van de vennootschap kan de bevoegdheid tot wijziging alleen rusten?
bij de AVA, dit is dwingend recht.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
eist de wet een bijzondere meerderheid voor een besluit tot statuten wijziging?
NEEN; vaak schrijven de statuten echter een gekwalificeerde meerderheid voor en dikwijls wordt een quorum eis gesteld.
heeft een besluit van de AVA op zichzelf al een statutenwijziging tot gevolg?
NEEN; hiervoor is een notariele akte vereist en een verklaring van geen bezwaar. (234/124; 235/125).
op welke grond(en) kan een verklaring van geen bezwaar worden geweigerd?
op de gronden weergegeven in artikel 2:235/125 BW.
bestaat er een mogelijkheid tot het instellen van beroep wanneer een verklaring van geen bezwaar wordt geweigerd?
Ja; krachtens artikel 2:284a (147a) en dat voor de aanvrager. LET OP!!!! dus niet voor iedere belanghebbende!
hoe zit het met derden en de gevolgen van statutenwijziging?
wijziging van een bepaling der statuten kan geen nadeel toebrengen aan een recht dat die bepaling aan een ander dan de aandeelhouder als zodanig is toegerekend. (artikel 2:232/121 BW).
welke oproepingsvereisten stelt de wet voor de AVA bij een mogelijk voorstel tot statutenwijziging?
speciale strenge oproepingsvereisten (2:233/123).
kunnen/mogen de statuten worden gewijzigd gedurende het faillissement van een vennootschap?
NEEN; enkel met toestemming van de curator (2:237/127 BW).
op welke wijze geschiedt omzetting?
krachtens een besluit van de rechtspersoon.
waarmee gaat de omzetting noodzakelijk gepaard?
met statutenwijziging; het besluit tot omzetting moet dan ook ingevolge artikel 2:18 lid 2 onder a BW met inachtneming van de vereisten voor statutenwijziging genomen worden (door de AVA).
wat betekent de in artikel 2:18 lid 2 onder a gegeven verzwaarde meerderheid?
deze bepaling geldt niet voor omzetting van een BV in een NV of omgekeerd (lid 3).
is statutaire uitsluiting van statutenwijziging toegelaten? en van omzetting?
van statutenwijziging wel maar van omzetting niet, dat zou in strijd zijn met hetgeen bepaalt in artikel 2:25 BW.
kan met bij de 'omzetting' van een VOF of een EZ in een BV of een NV wel van omzetting spreken?
eigenlijk niet, althans niet in juridische betekenis maar van oprichting al dan niet gepaard gaande met inbreng van passiva en activa van de VOF/EZ.
wat veranderd er aan het lidmaatschap van de leden wanneer een vereniging, cooperatie of OWM zich omzet in een BV/NV?
dan wordt ieder lid aandeelhouder (2:183(72) lid 3 BW).
wat betekent het dat de BV en de NV een eigen juridisch bestaan hebben?
hun bestaan is niet afhankelijk van dat van de (oprichters)aandeelhouders of wie dan ook. de BV en de NV blijven bestaan ook al overlijden alle aandeelhouders, alle bestuurders en wie er verder met de vennootschap te maken heeft.
op welke gronden kunnen de BV/Nv en de andere rechtspersonen worden ontbonden?
op de limitatief in de wet opgesomde gronden (artikel 2:19 lid 1 BW).
welk orgaan van de rechtspersoon kan tot ontbinding besluiten?
de AVA.
is beperking van de bevoegdheid tot ontbinding van de rechtspersoon door een oligarchische clausule mogelijk?
JA.
kan een besluit tot ontbinding door de AVA worden herroepen?
JA; voorwaarde is wel dat de belangen van derden door het herroepen niet worden geschaad .
welk doel heeft de bepaling van 2:19a BW?
de euvel van een lege BV of NV te bestrijden.
staat van een beschikking tot ontbinding beroep open?
JA; voor iedere belanghebbende bij het college van beroep voor het bedrijfsleven.
waar ligt de bevoegdheid ontbinding uit te lokken in het geval van artikel 20 / 21 BW?
bij 20 alleen bij het OM en bij 21 bij een belanghebbende of het OM.
wat is het voordeel van het kopen van een BV/NV vergeleken bij de normale oprichting?
men spaart de kosten van oprichting uit en op deze wijze kan men het departementale toezicht bij oprichting (dat zich immers uitstrekt tot de antecedenten van de bij de oprichting betrokken personen) ontgaan.
wat zijn de nadelen van het kopen van een BV/NV?
dat men vaak een vennootschap in handen heeft waarvan over het algemeen de inrichting en het doel niet in overeenstemming zijn met de wensen van de koper en men weet ook niet welke schulden de BV/NV allemaal heeft. Voor dit laatste wordt vaak aan de verkoper en/of derden een persoonlijke aansprakelijkheid,- en garantiestelling gevraagd.
op welke wijze moet de ontbinding openbaar worden gemaakt?
door inschrijving in het handelsregister (artikel 2:19 lid 3 BW).
welke rol heeft de KVK nadat opgaaf is gedaan bij het handelsregister?
dan wordt door de KVK mededeling gedaan in de NL Staatscourant (artikel 17 Hregw). Voor wat betreft de werking tegen derden is laatstgenoemd tijdstip relevant.
welk tijdstip hanteert men tegenover derden bij melding ontbinding?
het moment waarop door de KVK mededeling wordt gedaan in de NL Staatscourant.
wie treden als vereffenaars op bij een vrijwillige ontbinding of ontbinding krachtens een statutaire bepaling?
de bestuurders, tenzij de statuten bepaalde andere personen als vereffenaar aanwijzen.
wie treden als vereffenaar op bij ontbinding door de rechter?
de rechter benoemt dan de vereffenaars.
in welk geval vindt geen vereffening plaats volgens de wet?
in het geval dat er op het tijdstip van ontbinding geen 'baten' dus geen vermogensbestanddelen zijn. De wet gaat er vanuit dat in een dergelijk geval geen vereffening plaatsvindt.
wat blijkt ons uit artikel 2:19 lid 4 BW?
dat de vennootschap dadelijk ophoudt te bestaan wanneer er op het tijdstip van ontbinding geen 'baten' (vermogensbestanddelen) zijn.
is statutenwijziging tijdens de vereffening uitgesloten?
NEEN.
blijft de verplichting tot het opmaken, publiceren en vaststellen van de jaarrekening bestaan tijdens de vereffening?
JA.
welk artikel is voor alle vereffenaars van belang?
artikel 2:23a lid 4 BW : blijkt dat de schulden de baten vermoedelijk zullen overtreffen dan doet de vereffenaar aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle schuldeisers desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement. (ratio van dit artikel is dat in een dergelijke situatie de strak geregelde faillissementsprocedure de voorkeur verdient).
wat kan ondernomen worden tegen de vereffenaar die de plicht om aangifte te doen niet nakomt?
deze kan ogv onrechtmatig handelen jegens een crediteur persoonlijk aansprakelijk zijn.
welk artikel geldt wanneer de vereffening niet overgaat in een faillissement?
artikel 2:23b lid 2 BW.
kunnen schuldeisers en gerechtigden in verzet komen tegen de rekening en verantwoording?
JA; zie lid 5 van artikel 23b BW.
op welk tijdstip houdt de vennootschap op met bestaan?
op het moment dat er geen bekende baten meer aanwezig zijn (19 lid 6).
hoe nu indien na het tijdstip waarop de vennootschap opgehouden is met bestaan zich alsnog een schuldeiser of gerechtigde tot het saldo opkomt of van het bestaan van een bate blijkt?
23c lid 1 : dan herleeft de rechtspersoon, doch uitsluitend ter afwikkeling van de vereffening.
wanneer kan artikel 194 Fw geen toepassing vinden?
wanneer het faillissement is opgeheven wegens gebrek aan baten. uit de wetsgeschiedenis blijkt dat schuldeisers dan kunnen terugvallen op artikel 23c BW.
wat blijkt uit het arrest Adjuncten properties?
dat het oordeel van het bestuur (op het tijdstip van ontbinding) of de vereffenaar (na vereffening) vatbaar is is voor toetsing door de rechter indien een schuldeiser, stellende dat er nog baten zijn, het faillissement van de ontbonden (en vereffende) rechtspersoon aanvraagt.
wie krijgen de hoedanigheid van vereffenaar indien de vereffening door de rechter geschiedt?
deze worden door de betreffende rechter benoemd.
wanneer vindt er volgens de wet geen vereffening plaats?
wanneer er bij de ontbinding geen baten zijn. De vennootschap houdt dan dadelijk op te bestaan.
eindigt het bestaan van de rechtspersoon door de ontbinding?
NEEN; pas op het tijdstip waarop er geen baten meer bekend zijn aan degene die met de vereffening is belast (2:19 5e lid jo 23c 1e lid BW).
hoeveel van de uitgebrachte stemmen is voor een statutenwijziging van een NV/BV volgens de wettelijke regeling vereist?
een besluit van de AVA met meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen (120/230 jo 212/231)
welke meerderheid is nodig voor statutenwijziging van vereniging, cooperatie en OWV?
2:43 1e lid jo 53a BW : een meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen op de ALV.
op welke wijze is er een verband tussen ontbinding en vereffening?
ontbinding gaat altijd vooraf aan vereffening (2:19 e.v. BW).
wiens taak is toezicht houden op de inhoud van de statuten?
dit is de taak van de notaris geworden nadat het departementaal toezicht op de inhoud van de statuten van NV's en BV's bij oprichting en statutenwijziging is afgeschaft.
welke drie soorten beperkingen kunnen de statuten bevatten en waar in de wet staan zij?
1) wijzigingen van de statuten is in haar algemeenheid uitgesloten; 2) wijziging van een of meer specifieke bepalingen uit de statuten is uitgesloten; 3) wijziging van de statuten is onderhevig aan beperkingen (bijvoorbeeld de goedkeuring van de rvc) artikel 2:121/231 BW.
licht artikellid 2 121/231 eens nader toe?
Als bepaling A zegt dat bepaling B slechts kan worden gewijzigd na goedkeuring door de rvc kan bepaling A zelf slechts worden gewijzigd na goedkeuring door de rvc (met inachtneming van gelijke beperking).
welke mening is de auteur van het TB toegedaan mbt met inachtneming van gelijke beperking?
dat bepaling B wel gewijzigd kan worden door een met algemene stemmen genomen besluit op een voltallige AVA ondanks dat bepaling A eist dat goedkeuring van de rvc nodig is. Als argument gebruikt hij dat het immers niet voor de hand ligt dat de ava wel vermag een absoluut verbod tot wijziging van de statuten opzij te zetten maar daarentegen blijvend gebonden is aan een minder vergaande beperking zoals bijvoorbeeld een goedkeuringsvereiste.
in hoeveel gevallen moet of kan volgens de wet de rechter een NV of een BV ontbinden?
10.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden