Kapitaal en vermogen - Inbreng anders dan in geld (in natura) bij oprichting

1. Dat hetgeen wordt ingebracht naar economisch maatstaven gewaardeerd moet kunnen worden (art. 191b/80b)

NB: niet ingebracht kan worden:

a. recht op verrichten van werk

b. diensten

   - dit ligt anders bij contractuele vennootschap (art. 7:805, lid 1)

2. Dat inbreng anders dan in geld 'onverwijld' na nemen aandeel geschiedt

NB: dat bij het uitschrijven van een bijstorting alsnog kan worden overeengekomen dat deze in natura wordt voldaan.

Ook de inbreng in natura moet door vennootschap worden aanvaard (door verklaring in akte van oprichting) (art. 203/94, lid 4)

wettelijke stortingsplicht => deze omvat bij NV het bedongen agio, bij BV niet

• Als de inbrenger verklaart zich aansprakelijk te stellen voor de schulden van de opgerichte bv, tot de nominale waarde van de aandelen die hij heeft genomen.
• Bij de inbreng van effecten of geldmarktinstrumenten.
• Als de in te brengen goederen al zijn gewaardeerd door een onafhankelijke deskundige.
• Als de waarde van de goederen blijkt uit een door een accountant gecontroleerde jaarrekening.

1. als jaarrekening niet hoeft te worden gecontroleerd (kleine vennootschappen) (art. 396)

2. waarde in te brengen activa =/< 3 500 000

Als wordt voldaan aan voorwaarden art. 396, lid 6.

Dat rechtspersoon die aandelen heeft genomen bij handelsregister verklaring van hoofdelijke aansprakelijkheid voor uit rechtshandelingen voortvloeiende schulden van op te richten vennootschap deponteert.

De verklaring kan niet binnen 2 jaar na inbreng worden ingetrokken (art. 396, lid 4 dat verwijst naar art. 404).

dit houdt verband met voor NV geldende eisen van 2e Richtlijn.

a. als effecten of geldmarktinstrumenten worden ingebracht, mits gewaardeerd tegen gewongen gemiddelde koers waartegen zij gedurende 3 mnd. voor dag na inbreng op gereglementeerde markt zijn verhandeld

b. andere goederen (bijv. onroerend goed) worden ingebracht die al door onafhankelijke en deskundige persoon zijn gewaardeerd op dag niet meer dan 6 mnd. voor dag van inbreng

c. andere goederen worden ingebracht waarvan waarde wordt afgeleid uit door accountant geccontroleerde jaarrekening.

Is voor de oprichting bekend dat waarde van wat wordt ingebracht aanzienlijk zal zijn gwijzigd.

Achteraf, binnen 1 mnd. na inbreng moet vennootschap dan a) beschrijving van inbreng, b) toegekende waarde en

c. toegepaste waarderingsmethode bij handelsregister neerleggen (art. 94a, lid 5)

1. Dat accountantsverklaring (bij NV ook beschrijving) aan akte van oprichting moet worden gehecht

2. Rechtshandeling (overeenkomst) tot inbreng moet in haar geheel in akte van oprichting worden opgenomen/gehecht

 3. al deze stukken moeten openbaar worden gemaakt door nederlegging handelsregister (art. 180/69, lid 1)

a. overeenkomst inbreng anders dan in geld

b. 'bezwarende' rechtshandelingen (art. 204, lid 1 , sub a en b)

Oprichter-aandeelhouder kan zich niet beroepen op verrekening maar verrekening kan wel worden overeengekomen

(art. 191, lid 3/80, lid 4).

Het is mogelijk dat vennootschap van haar kant zich op verrekening beroept (nr. 21)

Storting moet in geld geschieden, voor zover niet andere inbreng is overeengekomen (art. 191a/80a)

Volgens schrijver: hier te maken met 'andere inbreng' waarop echter regeling inzake 'anders dan in geld (art. 204a) niet van toepassing is.

Het aangaan van een verrekeningsovereenkomst kan volgens schrijver vallen onder 'aanvaarden van stortingen'

(art. 203/93, lid 4).

Verrekeningsovereenkomst kan ook na oprichting door bestuur worden aangegaan. 

Voor NV in 1981 ingevoerde regeling kende aanvankelijk speciaal op verrekening van vorderingen toegespitste controlevoorschrift (art. 94c oud); in 1986 weer geschrapt.

Dat inbreng door verrekening geoorloofd is maar niet aan controle is onderworpen.

Lichtvaardige instemming met verrekening kan wel leiden tot aansprakelijkheid op voet art. 9 en 248/138 die ook in

art. 203/94, lid 3 van overeenkomstige toepassing zijn verklaard.

Tussenliggende periode mag max. 5 mnd. bedragen (art. 204a/94a, lid 1)

Met verfijning als verklaring van geen bezwaar langer duurt

Overschrijding termijn is gebrek in oprichtingshandeling c.q. ongeldige emissie

Is bekend dat waarde van in te brengen goederen na beschrijving aanzienlijk is gedaald (art. 204a/94a, lid 2).

Eventueel verschil moet worden bijgestort.