Samenvatting: Van Gedachten Wisselen : Filosofie En Ethiek Voor Sociale Beroepen | 9789046901021 | Richard de Brabander

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Van gedachten wisselen : filosofie en ethiek voor sociale beroepen | 9789046901021 | Richard de Brabander.

• 1 De zelfoefening van het denken; Filosofie en sociaal werk.

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1 Filosofie als dagelijkse kost

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekend normatieve professie in sociaal werk?

  Het is gebaseerd op normen en waarden

• 3 Vooruitgang een zegen of een vloek? ; Filosofie als maatschappijkritiek

• 3.1 Een paradijs op aarde?

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke wetenschappers bestudeerde verschijnselen in d natuur op een wiskundige manier?

  Galileo Galilei (1564- 1642), Johannes Kepler (1571- 1630) en Isaac Newton (1642- 1727)

• 4 De boel bij elkaar houden: met harde of met zachte hand? ; Politieke filosofie

  Dit is een preview. Er zijn 44 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe denkt John Locke over privé eigendom en arbeid?

  Wat de natuur geeft is van ons allemaal. Iedereen mag hier een deel van hebben, maar er moet wel genoeg overblijven voor de rest van de mensen. 
  Iets wordt eigendom door de arbeid die we verrichten.

• Wat zijn volgens Rausseau natuurlijke eigenschappen van de mens?

  Eigenliefde en medelijden
  Het medelijden is een oorspronkelijke deugd die ons anderen te hulp doet snellen, zonder dat we erover nadenken of dat ons voordelig uitpakt.

• Waarom zou volgens Rausseau zorgplicht een contradictio in terminius zijn?

  Zorg voor de ander vloeit voort uit het gevoel van medelijden en kan daarom nooit een plicht zijn.

• Wat is volgens Rousseau het verschil tussen mens en dier?

  Mens kan zich ontwikkelen terwijl een dier na een aantal maanden alles kan wat hij in zijn leven zal kunnen.
  Het vermogen om te willen kiezen. Een dier kan slechts zijn natuurlijke instinct volgen, de mens kan zich tegen zijn natuur verzetten.

• Maak duidelijk dat er binnen het maatschappelijk verdrag van Rousseau sprake is van consensus (overeenstemming)

  In de natuurstaat van  Rousseau bestaat geen privé eigendom.
  Wederzijdse afhankelijkheid is volgens Rousseau het gevolg van de ontwikkeling van de mensheid.

• Onze vrijheid wordt beperkt door natuurlijk gelijkheid we mogen ons leven bepalen maar we kunnen niet zomaar over ander beschikken. Een ieder heeft recht op zelfbeschikking. Van welke filossof is dit een uitspraak?

  Locke

• Welk van de onderstaande stellingen zijn juist

  beide juist, zorg voor anderen vloeit altijd voort uit...

• 4.2 De theorie van het sociaal contract

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wie worden gezien als de grondleggers van de moderne burgerlijke samenleving? En wat houdt deze burgerlijke samenleving in?

  Thomas Hobbs (1588- 1679), John Locke (1632- 1704) en Jean-Jacques Rousseau (1712- 1778).

  Een burgerlijke samenleving houdt in dat de samenleving niet meer door kerk en adel wordt gedomineerd. Vrijheid, gelijkheid en veiligheid spelen nu een belangrijke rol.