Samenvatting: Van Genoom Tot Populatie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Van Genoom tot Populatie

  • 3 HC03 Mutaties in DNA en DNA-reparatie

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke soorten mutaties zijn er geclassificeerd op celtype?

    • Mutaties in somatische cellen (lichaamscellen)
    • Mutaties in germ-line cellen (geslachtscellen)
  • Wat zijn de gevolgen van mutaties in somatische cellen?

    • Kanker (kanker wordt veroorzaakt door ophoping van mutaties in z.g.n. oncogenen)
    • Premature veroudering
  • Wat zijn de gevolgen van mutaties in geslachtscellen?

    • Erfelijke aandoeningen
    • Mutatie van één base kan een erfelijke ziekte veroorzaken; sikkelcel anemie.
  • Welke soorten mutaties zijn er geclassificeerd op omvang van mutatie?

    • Puntmutatie, mutatie in één of een paar basenparen.
    • Large scale of "chromosomale mutaties", mutaties waarbij grote DNA fragmenten veranderen (recombinaties, (retro)transposons).
  • Noem de types van puntmutaties op DNA niveau

    • Insertie (invoegen) van base.
    • Deletie (verwijderen) van base.
    • Indels (zowel bases ingevoegd als verwijderd)
    • Substitutie (vervanging) van base 
      • Transitie 
      • Transversie 
  • Wat kunnen de effecten zijn van inserties/deleties in coderend DNA?

    • 1 of 2 base meer of minder, leidt tot frame shift. In dit geval krijg je veel andere aminozuren. Deze mutatie heeft dus meestal effect op de functie.
    • 3 basen meer of minder, 1 aminozuur meer of minder. Dit heeft mogelijk effect op de functie van het eiwit. 
  • Noem de drie verschillende mogelijke effecten van mutaties op de functies van eiwitten

    • Loss-of-function: eiwit is minder actief of inactief.
    • Gain-of-function: eiwit is actiever.
    • Mutatie veroorzaakt zowel een loss-of-function als een gain-of-function. (hersentumor)
    • Geen effect.
  • Wat zijn mogelijke effecten van mutatie in een eiwit op het fenotype?

    • Dominant - mutatie in één van de twee chromosomen heeft effect op fenotype. 
      • Dominante mutatie is meestal gain-of-function: eiwit is actiever.
    • Recessief - alleen mutatie in beide chromosomen heeft effect op fenotype. 
      • Recessieve mutatie is meestal loss-of-function: eiwit is minder actief of inactief.
  • Voorbeeld over hersentumor: Wat is de R132H mutatie (CGC > CAC, CGU > CAU)?

    • Somatisch
    • Punt mutatie
    • Substitutie - transitie 
    • Missense/niet-synonieme
    • Zowel gain- als loss-of-function
    • Dominant
  • Op welke drie manieren kunnen chemische mutagenen puntmutaties veroorzaken?

    1. Lijken op basen - Base analogs
    2. Veranderen basen - Base modifying
    3. Gaan tussen basen zitten - intercalating 

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart