Evolutiebiologie en moleculaire evolutie

11 belangrijke vragen over Evolutiebiologie en moleculaire evolutie

Geef de definitie van de volgende begrippen en vul de zin in:
Genen =
Allelen =
Mutatie =
Mutatie leidt tot ... en genereert genetische variatie.

  • Genen zijn de eenheden van erfelijkheid, doorgeven van generatie op generatie.
  • Allelen zijn verschillende versies van hetzelfde gen.
  • Mutatie is het maken van fouten in het kopiëren van DNA in de cel,
  • Mutatie leidt tot substitutie, en genereert genetische variatie.

Geef de definitie van het volgende begrip en vul de zinnen in:
Populatie =
Evolutie is de ... in de tijd van de .... in een ...
... evolueren, ... niet
... bepaalt welke allelen in de volgende generaties worden doorgegeven (...)

  • Een populatie is een verzameling individuen van dezelfde soort die met elkaar in genetische interactie staan (kunnen met elkaar paren en vruchtbare nakomelingen geven).
  • Evolutie is de verandering in de tijd van de verzameling allelen in een populatie.
  • Populaties evolueren, individuen niet.
  • Toeval bepaalt welke allelen in volgende generaties worden doorgegeven (genetic drift = kleine verschuivingen in de verwachte verhouding/soort genen die worden doorgegeven).

Welke factoren kunnen invloed hebben op populaties?

  • Demografie:
    • Grootte van de populație: bottlenecks, snelheid van genetic drift.
    • Migratie: weglekken en binnenkomen van allelen.
  • Omgeving:
    • Habitat kwaliteit, grootte
    • Niches
    • Klimaat
  • Interactie met anderen:
    • Competitie voor voedsel
    • Predatoren
    • Pathogenen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Beschrijf het proces van evolutie in een populatie

  1. Mutaties genereren variatie in fenotypen in de populatie.
  2. Natuurlijke selectie werkt op fenotypen, met als gevolg verandering in allelfrequentie in de populatie.
  3. Survival of the fittest.


  • Natuurlijke selectie
    • Kijkt niet vooruit
    • Leidt tot geschiktheid voor de omstandigheden
      • 'beter' in het algemeen bestaat niet

Beschrijf het proces van soortvorming (speciatie)

  • Een soort is in regel reproductief geïsoleerd  (kunnen met elkaar vruchtbare nakomelingen krijgen).
  1. Twee groepen van een soort raken fysiek van elkaar gescheiden.
  2. De groepen groeien genetisch uit elkaar (mutatie, drift, selectie: maar geen onderlinge menging meer).
  3. Na lange tijd zijn de kenmerken zodanig verschillend dat we van twee soorten spreken.
  4. Uiteindelijk vaak mening niet meer mogelijk (reproductief isolement).

Hoe worden fylogenetische bomen geconstrueerd?

  • Er wordt gekeken naar morfologische kenmerken.
  • Veel verschillende kenmerken worden bekeken.
  • Het moeilijke is om te achterhalen of het parallelle evolutie is of dat de twee soorten dezelfde voorouder hebben.

Hoe kun je achterhalen of er parallelle evolutie heeft plaats gevonden of dat twee soorten dezelfde voorouder hebben?

  • Je gaat de evolutie reconstrueren met behulp van DNA.
  • Dan meet je de overeenkomsten/gelijkheid tussen soorten door de DNA-sequenties te vergelijken.
  • Je telt de verschillen en op basis daarvan kun je een uitspraak doen over de gerelateerdheid van verschillende soorten.

Hoe bepaal je welke boom de beste reconstructie van de evolutie zal weergeven?

  • Je kijkt naar genetische afstanden
    • Je telt het aantal verschillen
    • En zet de soorten met de minste verschillen het dichtst bij elkaar.
  • Maximum parsimony
    • Boom met het minste veranderingen/mutaties langs de takken. De lengte van de takken geven hierbij het aantal veranderingen aan. Dus de boom waarbij de som van deze lengte het kleinst is zal de beste reconstructie zijn van de evolutie.
  • Maximum likelihood
    • Statistische methode: houdt rekening met de verschillende mutatiesnelheden.

Wat is de relatie tussen de grootte van het genoom en de snelheid waarmee mutaties plaats vinden?

Hoe groter het genoom. hoe beter de reparatie mechanismen, hoe minder snel er mutaties plaats vinden. Een virus muteert veel sneller dan een mens.

Wat zijn de drie hoofdgroepen van het leven?

  • Archaea
  • Bacteria
  • Eukarya
    • Protista
    • Fungi
    • Planten
    • Dieren

Wat is de red queen hypothesis?

De red queen hypothesis legt uit dat een soort zich moet aanpassen en evolueren, niet alleen om voortplantingsvoordeel te behalen, maar ook om te overleven, omdat concurrerende organismen ook evolueren. (Virus-konijn voorbeeld).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo