Samenvatting: Van Onderdaan Tot Burger Deel 10 | Steffelaar

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Van onderdaan tot burger Deel 10 | Steffelaar

• 1 Constitutionalisme en fundamentele rechten

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.1 Het roemloos einde van de monarchieVul hier de titel in van 1.1

• Wat stond er in het Plakkaat van Verlatinghe wat de Staten-Generaal in 1581 uitvaardigde?

  Men verklaarde Filips de 2e vervallen van zijn soevereiniteit in de Nederlanden. De soevereiniteit werd aangeboden aan de hertog van Anjou, de jongere broer van de koning van Frankrijk. Aan de ambtenaren werd opgedragen voortaan namens de Staten-Generaal te fungeren.

• Op welke wijze werd er in het plakkaat de opvolging van de landsheer geregeld?

  De Staten-Generaal zouden voortaan:

  1. de meest geschikte van de wettige zonden uirverkiezen.

  2. de voogdij uitoefenen tot de erfgenaam de leeftijd van 20 zou bereiken.

  3. Bij uitsterven van de mannelijke lijn zelf een 'prins en heer' kiezen.

• 1.2 Constitutionele tradities en het recht op politiek verzet

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welk hertogdom had al vanaf de 13e eeuw een geschreven landcharter, waar de troonsopvolging door de staten was opgesteld?

  Dat was het hertogdom Brabant

• 1.3 Rechten, gewoonten en privileges

• Wat stond in het 1e artikel van de Unie van Utrecht?

  Dat de gewesten zich nader met elkaar verbonden tegenover de bedreigingen door de Spaanse troepen.

• Wat beloofden de gewesten elkaar verder nog plechtig?

  Dat ze hun onderlinge privileges, vrijheden, gewoonten en gebruiken zouden respecteren en handhaven. 

• Waar tilden de afzonderlijke gewesten heel zwaar aan? 

  Ze tilden heel zwaar aan de verdediging van hun particuliere rechten. Juist de aanhoudende schendingen daarvan door de centraliserende staat vormden immers de belangrijkste reden voor de Opstand.

• Op welke wijze werd het particularisme als kenmerk van het staatsbestel tot 1795 behoed?

  Elke stad, waterscxhap, abdij, heerlijkheid en gewest poogde zo zijn particuliere belangen te behartigen door afzonderlijke overeenkomsten met de landsheer. Al deze afzonderlijke aktes werden zorgvuldig bewaard in privilegekist van de desbetreffende stad.

• 1.4 Het sociaal contract

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat stond zowat in ieder oud stadsrecht beschreven aangaande de rechten en plichten van graaf en burgers?

  Je treft meestal een bekrachtigingsformule aan, inhoudende dat wanneer de graaf deze stadsrechten zou schenden, de burgers geen enkele dienst meer aan de graaf verschuldigd zou zijn, totdat de  wettelijkheid weer geheel hersteld zou zijn.

• Tegenover het contractdenken van de staten plaatste Filips de notie van de monarchie 'bij Gods genade'. Wat hield dit in?

  Dit hield in dat hij zijn macht direct van God kreeg en dud alleen aan Hem verantwoording verschuldigd was. Dit model sloot iedere vorm van medezeggenschap van de onderdanen uit.

• 1.5 De landcharters

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt het Brabants constitutionalisme in?

  In Brabant deed zich de omstandigheid voor dat vrijwel alle opvolgingen problematisch waren wegens  minderjarigheid. Tijdens die periode van minderjarigheid moesten er toezicht gehouden worden. Dit toezicht werd vervat in allerlei afspraken.