Retina - Purves N

11 belangrijke vragen over Retina - Purves N

Hoe worden objecten op de retina geprojecteerd?

Omgekeerd, verkleind en in spiegelbeeld

Welke problemen kunnen er zijn met de ooglens?

• Emmetropie: normaalziendheid - scherp zicht, zonder correctie door bril of contactlenzen.
– Myopia - bijziendheid
– Hyperopia – verziendheid
– Presbyopia - ouderdomsverziendheid

Hoe is de retina georganiseerd?

5. Ganglioncellen
4. Amacrience cellen
3. Bipolaire cellen
2. Horizontale cellen
1. Receptorcellen - Staafjes & kegeltjes
Pigment laag: absorptie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom hebben nachtdieren gele ogen op foto's?

-tapetum lucidum
• Lichtreflecterende cellaag direct achter / in de retina
• Zichtbaar in het donker bij gewervelde nachtdieren (Het tapetum lucidum komt kat, herten, runderen, honden)

Welke functies hebben staafjes en kegeltjes?

• Staafjes en kegeltjes zijn de sensorische receptorcellen waarin de transductie plaatsvindt (licht → receptorpotentiaal)
• Staafjes reageren op zwak licht
• Kegeltjes reageren op fel licht en kleur 
-Lichtgevoelige fotopigmenten in outer segment
-Kegeltjes: minder fotopigment
-Staafjes: veel fotopigment & meerdere disks.
-Kegeltjes: verschillende fotopigmenten
-Staafjes: allemaal hetzelfde fotopigment

Wat zijn eigenschappen van de centrale en perifere retina?

centraal:
-veel cones, weinig rods
-één fotoreceptor per ganglioncel
-minder gevoelig voor licht
Perifeer:
-veel rods, weinig cones
-meerdere fotoreceptoren per ganglioncel
-gevoeliger voor licht

Hoe verloopt transductie van licht in een fotoreceptor?

→Fotonen geabsorbeerd door rhodopsin / retinal
→Rhodopsin activeert transducin
→Transducin: gebonden GDP wordt omgewisseld voor GTP
→GTP-transducin bindt en activeert phosphodiesterase (PDE).
→PDE zet cGMP om in GMP
→[cGMP]↓
→cGMP-gated Na+ / Ca2+ kanaal sluit
→hyperpolarisatie      

Versterking signaal:
• 1 rhodopsin molecuul kan 800 transducin moleculen activeren.
• (1 transducin → 1 phosphodiesterase)
• 1 phosphodiesterase kan 6 cGMP omzetten in 6 GMP
→ 1 foton kan tot 200 ionkanalen in een staafje sluiten.  

• Fototransductie in kegeltjes vergelijkbaar met staafjes, maar …
• Het type opsin verschilt
• Verschillende spectrale ‘sensitiviteit’

Hoe werkt adaptatie in de fotoreceptor?

-Door geopende kanaal komt ook Ca2+ binnen
-Ca2+ inhibeert de affiniteit van de kanalen voor cGMP, inhibeert werking van guanylate cyclase en van rhodopsin kinase
-met sluiten van kanalen minder Ca2+
-> hogere affiniteit voor cGMP
-> guanylate cyclase verhoogt cGMP
-> geactiveerd rhodopsine wordt gefosforyleerd door rhodopsine kinase

Hoe worden kleuren gecodeerd?

-univariance problem (zie slide 50)
-elke golflengte veroorzaakt een uniek vuurpatroon van verschillende cones
= trichromacy

Welke soorten kleurenblindheid bestaan er?

Dichromatisch:
-Protonopia en deuteranopie = rood-groen kleurenblindheid
-Tritanopia = blauwgeel kleurenblind – perceptie ‘S’ kegeltjes beperkt

Welke typen ganglioncellen zijn er?

• P-type ganglioncellen (P = parvo = klein) – Kleiner receptief veld, stabiel vuurpatroon – 90%
• M-type ganglioncellen (M = magno = groot) – Groter receptief veld, afnemend vuurpatroon – 5%
• nonM-nonP ganglioncellen – 5%

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo