Samenvatting: Vastgoedeconomie | J Buist

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 73 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Vastgoedeconomie | J. Buist

  • 1 Economie en Inleiding

    Dit is een preview. Er zijn 33 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat hebben we nodig om goederen en diensten te produceren?

    1. personeel
    2. machines
    3. grond- en hulpstoffen
    4. ondernemerschap
    5. informatie
  • Wat zijn tertiaire inkomens?

    Inkomens die ontstaan als er bovenop de secundaire inkomens nog eens extra subsidie en/of belastingen komen zoals huursubsidie en kinderbijslag.
  • Wat is het verschil tussen bestedingsinflatie/vraaginflatie en kosteninflatie/aanbodinflatie?

    In het eerste geval trekken de bestedingen de prijzen ophoog, in het tweede geval duwen de kosten de prijzen ophoog.
  • Waar ontleent met koopkracht aan?

    1. Inkomen
    2. Besparingen
    3. Leningen

     

  • Wat is de formule voor spaarquote?

    gedeelte nationaal inkomen dat wordt gespaard

    ------------------------------------------------------------

    totaal nationaal inkomen

    Marginaal is de toename van beide getallen ten opzichten van het jaar ervoor.

  • Welke 3 vormen van economische orde zijn er?

    1. Centraal geleide planeconomie (door overheid gereguleerd)
    2. Vrijemarkteconomie (overheid alleen kerntaken zoals defensie)
    3. Georiënteerde markteconomie (overheid heeft een regulerende rol door belasting en wetgeving)
  • Welke fases zijn er in de conjunctuurgolf?

    1. Hoogconjunctuur (hausse); investeringen en bestedingen stijgen totdat productiecapaciteit volledig is benut en de vraag stijgt nog steeds.
    2. Crisis; vermindering van de investeringen, daling van de productie en van de werkgelegenheid, afname van kredietmogelijkheden en stijging van de rente en daling van de beurskoersen.
    3. Recessie (baisse); sprake van als de economie twee kwartalen achter elkaar krimpt.
    4. Herstel; opleving van de investeringen, productiemiddelen vervangen, voorraden aanvullen, capaciteitsuitbreidingen. Op de productie en de werkgelegenheid heeft dit een stimulerende werking en kan er een nieuwe oplevingsfase aanbreken.
  • Wat is de Kondratieff cyclus?

    Een conjunctuurgolf die zich over 40-60 jaar uitstrekt.
  • 2 De productiefactoren

    Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Waarom is kapitaal een afgeleide productievorm?

    Omdat deze ontstaat door natuur en arbeid met elkaar te combineren om kapitaalgoederen te maken.
  • Wat is de formule voor kapitaalintensiteit?

    waarde kapitaalgoederen

    ---------------------------

    aantal werknemers

LET OP!!! Er zijn slechts 73 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Vastgoedeconomie